Jelle van Baardwijk in gesprek met wiskundige en cultureel antropoloog Jan van de Beek over het rapport ‘De grenzeloze verzorgingsstaat.’ “Vluchtelingen worden geofferd op het aura van de mensenrechten.”
De vraag naar de kosten van immigratie wordt doorgaans ervaren als een pijnlijke. Voor velen is het zo vanzelfsprekend dat de noodlijdende medemens wordt opgevangen, dat pogingen om daaraan een prijskaartje te hangen vaak al bij voorbaat als immoreel worden afgedaan. Deze reactie, hoewel geboren uit goede intenties, is helaas ook wat naïef. Immigratie is niet een goed dat zichzelf altijd afbetaald. Om immigratie duurzaam te maken moet daarom beter worden nagedacht over het slag mensen dat wordt binnengelaten, zo pleit althans Jan van de Beek. “Immigranten moeten lijken op de mensen die er al zijn, niet zozeer qua cultuur maar qua opleidingsniveau en verdiencapaciteit.”
Wanneer niet beter wordt gelet op de reële bijdrage van immigranten aan de nationale schatkist, riskeert men de zorgstaat als zodanig te ondermijnen. “Om de zorgstaat te redden moet je hem afgrenzen. Wij zijn te lankmoedig met het toelaten van mensen.” Kind van de rekening zijn daarbij vooral de migranten en vluchtelingen zelf, aldus van de Beek: “Doordat wij aangeven iedereen te kunnen helpen, maar het alsnog heel moeilijk maken om hier te komen, dragen wij zelf verantwoordelijkheid voor al die verdronken vluchtelingen. Ik noem dat neokoloniale zelfoverschatting.” Een pijnlijke werkelijkheid met Jan van de Beek.
de heer Pieter Lakeman heeft daar in 1999 reeds een boek over uitgegeven, genaamd “Binnen zonder kloppen” (ISBN 90-290-6522-2). dat sluit naadloos aan het geheel (of andersom) van de heer van de Beek. de titel spreekt voor zich, een aanrader!