Immigratie naar Nederland mag gezien de forse omvang van de laatste decennia zeker beleidsrelevant genoemd worden. Frequent wordt in discussies gesproken over medelanders met een migratie achtergrond zonder dat daar handen en voeten aan gegeven wordt.
Over hoeveel mensen gaat het dan? Waar komen die vandaan en wat heeft hen naar Nederland gedreven? De opstellers van het rapport “Grenzeloze verzorgingsstaat: de gevolgen van immigratie voor de overheidsfinanciën”[1] hebben het antwoord in aantallen gegeven: van de 17 miljoen mensen die binnen de grenzen van Nederland geteld zijn, blijken ongeveer 2 miljoen tot de eerste generatie (13% in het buitenland geboren) en bijna 2 miljoen tot de tweede generatie (11% in Nederland geboren) te behoren[2]. In totaal dus rond de 4 miljoen mensen of 24% and counting. Een niet te negeren aantal.
Struisvogel politiek
Het niet-selectieve open armen beleid van de achterliggende decennia heeft niet het gewenste assortiment arbeidskrachten uitgedrukt in kwaliteit en aantal opgeleverd om de verwachting in te kunnen oplossen dat immigratie de effecten van de vergrijzing kan dempen resp. oplossen. Bijna 80% is laag opgeleid, heeft een geringe (arbeids-)participatiedrang en overleeft hoofdzakelijk door collectieve voorzieningen. De kosten van de veelal laag opgeleide migranten worden gedragen door de autochtone bevolking, via belastingen en versobering van de verzorgingsstaat. Het idee is allang achterhaald dat immigratie de vergrijzing en de verwachte afkalving van het arbeidspotentieel zou kunnen oplossen.
Berekening van de kosten van immigratie heeft vanuit de politieke hoek decennia lang op weerstand gestuit. Herhaaldelijk werden verzoeken van immigratie kritische politieke partijen weggezet als uitingen van racisme. De onderzoekers hebben vastgesteld dat er drie – vaak impliciete – argumenten aan die weigeringen ten grondslag lagen:
- de waarde van een mensenleven mag niet berekend worden (humanitaire redenen en menselijke solidariteit zouden zich daartegen verzetten). Merkwaardig genoeg gold dat nooit voor de berekening van b.v. ziektekosten;
- er mag niet aan blaming the victim gedaan worden. Inmiddels is het duidelijk dat er relatief gesproken bijna geen sprake meer is van echte (oorlog) slachtoffers onder migranten. Het gros is economisch-/arbeids- migrant waar het eigenbelang de hoofdrol speelt en een groot deel wordt door globalistische politici misbruikt om de Europese mens weg te saneren.
- extreemrechts mag niet in de kaart gespeeld worden – alsof het migratie probleem een fabel is bedacht door rechtse denkers en geen realiteit is die grote delen van de samenleving raakt.
Volgens de onderzoekers snijdt geen van de drie argumenten hout. Bij de beoordeling van beleidsmaatregelen moet altijd een afweging van kosten en baten plaats vinden. Impliciet of expliciet, omdat voorkomen moet worden dat beleid ten koste gaat van die segmenten van de Nederlandse samenleving die m.n. de schatkist vullen waaruit de verzorgingstaat gefinancierd wordt. Overigens gebeurt dat zelden of onnauwkeurig bij de hobby’s van politiek Den Haag zoals o.m. de energie transitie heeft bevestigd. Het draait volgens de onderzoekers juist om politieke afwegingen onderbouwd met een zo helder mogelijk inzicht in kosten en baten.
Dat inzicht in de kosten en baten ontkracht volgens de onderzoekers ook de overige twee argumenten tegen het berekenen van kosten en baten van migratie. Als die bekend zijn en voortdurend worden gemonitord en geactualiseerd, kan en zal de overheid ook meer moeten sturen op succesvolle immigratie, door bijvoorbeeld een selectiever migratiebeleid à la Australië of Canada door te voeren. In die landen bestaat een selectief en breed door de bevolking gedragen immigratiebeleid en heeft daarom een grote kans op sociaaleconomische en sociaal-culturele integratie. Segregatie, clanvorming en getto’s kunnen op die manier beperkt resp. voorkomen worden en bewegingen die zich graag bedienen van blaming the victim evenals de invloed van extreem rechts op het immigratie dossier worden op die manier de wind uit de zeilen genomen.
Groeiende druk op overheidsfinanciën
Kern van de door de onderzoekers toegepaste methode is dat de kosten en baten over de hele verdere levensloop van immigranten in kaart worden gebracht. De berekeningen zijn gebaseerd op geanonimiseerde data van alle 17 miljoen Nederlandse ingezetenen. De onderzoekers hebben zich bij hun zoektocht naar de kosten van immigratie bediend van generatie rekening die de effecten berekent van demografische veranderingen (geboorte, sterfte en migratie) op de houdbaarheid van overheidsfinanciën en verzorgingstaat. Het effect van immigratie wordt uitgedrukt in een percentage van het BBP en uit het onderzoek blijkt dat in de periode 2015-2019 het immigratie effect die van de lopende vergrijzing ver overtreft (factor 2). De derde demografische transitie het verschijnsel dat het aandeel van het segment met een migratie achtergrond gestaag toeneemt[3] , is een tweede instrument die de onderzoekers hebben gebruikt en die accentueert nog meer het belang van een transparant verlies en winst berekening.
“De totale kosten over de periode
1995-2019 bedroegen € 400 miljard!“
Wat is de uitslag van die berekening? Laten we met de deur in huis vallen, voordat e.e.a. genuanceerd wordt. De totale kosten over de periode 1995-2019 bedroegen € 400 miljard! Een bedrag in de orde van grootte van de aardgasbaten vanaf het begin van de winning tot heden. Geen kattenpis en het is niet verwonderlijk dat politiek Den Haag dit voor het grote publiek lang verborgen heeft gehouden. De netto kosten van niet-westerse immigratie bedroegen over de periode 2015-2019 gemiddeld €17 miljard per jaar. Een bedrag dat in 2016 gelijk was aan Defensiebegroting plus werkeloosheidsuitkeringen. In 2016 piekten de immigratie kosten door de vluchtelingencrisis op €32 miljard. Hoofdzakelijk het gevolg van het afduwbeleid van de Turkse president en de uitnodigende Merkel kreet “Wir schaffen dass”.
Als de immigratie qua omvang en kosten-baten structuur blijft op het niveau van de periode 2015-2019, zal het jaarlijkse beslag op de begroting geleidelijk toenemen van de gemiddelde € 17 miljard/jaar tot ongeveer € 50 miljard/jaar op lange termijn. Een verdrievoudiging die de verzorgingsstaat niet zal overleven. Immigratie op basis van het huidige beleid (als je dat zo kunt noemen) zal de overheidsfinanciën steeds meer onder druk zetten en is een afbouw van de verzorgingsstaat onvermijdelijk. Wanneer je als nuchtere Nederlander naar die cijfers kijkt, blijf je je verbazen over het feit dat bevolkingsgroei en effect van immigratie daarop geen deel is van het overheidsbeleid.
De onderzoekers onderbouwen de grote verschillen tussen westerse en niet-westerse immigranten. De groep met een niet-westerse migratieachtergrond ontving in 2016 netto € 18 miljard euro uit de schatkist, of € 8.500 per persoon. Het leeuwendeel daarvan – € 16 miljard – werd opgebracht door de groep met Nederlandse achtergrond: €1.200 per persoon. Personen met een westerse migratieachtergrond waren voor € 500 per persoon nettobetalers en droegen totaal € 0,9 miljard af aan de schatkist. Gemiddeld leveren westerse immigranten een positieve bijdrage van € 25.000 en kosten niet-westerse immigranten bijna € 300.000. Binnen de categorieën westers en niet-westers is echter veel variatie.
De overheidsuitgaven voor immigranten zijn nu vooral bovengemiddeld bij posten als onderwijs, sociale zekerheid en toeslagen. Immigranten betalen echter gemiddeld minder belastingen en sociale premies. Die aanhoudende stroom immigranten is medeverantwoordelijk voor de problemen op de woningmarkt, verkeerscongestie, belasting van het milieu, en verlies aan open ruimte. Precies die conclusies werden achttien jaar geleden al door het CPB getrokken. Sindsdien zijn er een miljoen migranten bijgekomen!
Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat door de geringe arbeidsparticipatie van de door de politiek geïdentificeerde doelgroepen uit Midden Oosten en Noord-Afrika de verhouding actief arbeidsvolume versus het volume dat breed parasiteert op collectieve voorzieningen, een groeiende scheefstand gaat vertonen. Onlangs maakte het CBS bekend dat 61% van de bijstandpopulatie een migranten achtergrond heeft. De druk op de schatkist groeit.
Het effect van migratie is verre van positief
Voortdurend roepen dat migratie de vergrijzingproblematiek en in het verlengde de dreigende krapte op de arbeidsmarkt oplost is een typisch politiek dogma. Dat weet de doorsnee burger al decennia.
Om de bevolking niet te laten vergrijzen, zijn volgens dat politieke dogma steeds meer immigranten nodig, want de al gearriveerde migranten gaan ook een keer vergrijzen. Als Nederland het percentage 65-plussers door immigratie constant op het niveau van 2020 wil houden, dan groeit de bevolking naar 75 miljoen inwoners aan het einde van deze eeuw en een half miljard in 2200. Het opvangen van de kosten van de vergrijzing door immigratie leidt niet alleen tot sterke bevolkingsgroei, maar stuit ook op het praktische bezwaar dat de immigranten die nu de grootste positieve nettobijdrage leveren, zonder uitzondering afkomstig zijn uit landen die zelf al sterk vergrijsd zijn of de komende eeuw sterk zullen vergrijzen. Die landen proberen zelf hooggeschoolden aan te trekken of te behouden. Te vaak wordt ook gedacht dat het wel goed zit als de migrant werkt. Helaas betekent dat volgens de onderzoekers niet dat ze automatisch een positieve nettobijdrage aan de schatkist leveren.
Het adagium ‘het komt wel goed met de volgende generaties’ gaat niet op. Indien immigratie bij de eerste generatie een fors negatief budgettair effect heeft, zullen volgende generaties die kosten in de praktijk zelden goed maken. Veelal maakten en maken zij alleen via asiel- en gezinsmigratie kans en dat zijn – anders dan studie- en arbeidsmigratie – niet-selectieve migratiekanalen, met bijvoorbeeld lagere gemiddelde cito-scores en minder kansen op de arbeidsmarkt.
Beleidbijstelling kansloos!
Voortzetting van het huidige beleid is verlieslatend voor de schatkist. Om migratie positief uit te laten pakken voor de Nederlandse schatkist, is het noodzakelijk dat men niet alleen stuurt op aantallen, maar ook strikt selecteert op menselijk kapitaal, op opleidingsniveau en talent. Immigratie is alleen dan voordelig als de immigranten gemiddeld genomen beschikken over een opleiding op tenminste hbo-bachelor niveau of gelijkwaardige vaardigheden. Gezien de migratie geschiedenis een kansloze zaak.
Het huidige beleid laat in nationale zin weinig tot geen ruimte voor een omslag naar het boven gestelde, omdat migratie mede door de EU en UN in hoge mate geïnternationaliseerd en gejuridiceerd is. Het solo bewandelen van die route is door het kuras van internationale overeenkomsten, regelingen en verdragen niet meer mogelijk. Die handvatten heeft Nederland vooral in het achterliggende Rutte decennia uit handen gegeven en Brussel en New York bepalen nu wie, waar, wanneer en hoe internationale grenzen passeren. Beleidbijstelling is dus kansloos geworden.
Dat is volgens de onderzoekers waarschijnlijk een belangrijke verklaring voor het taboe op het berekenen van kosten en baten van migratie. Beleidsmakers weten dat verandering heel lastig is en grote politieke risico’s met zich meebrengt. Daarom beschouwen zij het onderwerp als een ‘verboden beleidsalternatief’, een taboe en instellen van taboes is één van de instrumenten van machtsuitoefening.
Bestudering van het genoemde rapport vergroot het inzicht in de huidige immigratieproblematiek en de gevolgen voor de staatsfinanciën en het Nederlandse model van de Verzorgingstaat. Het is maar dat U dat weet.
[1] Onderzoekers verbonden aan de Amsterdam School, of Economics: Dr. Jan van de Beek, zelfstandig onderzoeker, voor dit project gedetacheerd bij Amsterdam School of Economics; dr. Joop Hartog emeritus hoogleraar economie aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam en nog als gast-onderzoeker aan die faculteit verbonden; drs. Hans Roodenburg was voor zijn pensionering onderzoeker bij het Centraal Planbureau; drs. Gerrit Kreffer adviseerde voor zijn pensionering als ambtenaar over arbeidsmarkt- en personeelsbeleid. Geen pannenkoeken dus.
[2] Data van het CBS naar de stand van 2016.
[3] De relatie tussen kleine autochtone families met een lage resp, late reproductie wens versus de toevloed van grote migratiegezinnen met een vroege en hoge reproductie wens.
Ziedaar de rationaliteit achter Nexit in beeld gebracht.