De Kiesraad heeft zich in 2008 gebogen over het probleem dat veel analfabeten en allochtonen in het stemhokje “graag hulp hebben van bekenden om hun stembiljet in te vullen”. De Kiesraad betreurt het dat zich “schrijnende gevallen zullen voordoen, maar acht, gelet op het uitgangspunt van het zelfstandig kunnen bepalen van een wil om te kunnen stemmen, het gevaar van ongewenste beïnvloeding van de wil van de kiezer doorslaggevender”.
Inmiddels onderzoekt het kabinet de mogelijkheid om bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart volgend jaar per post te stemmen, met het oog op het coronavirus. Volgens Haagse bronnen is de kans redelijk groot dat er in 2021 een vorm van ‘briefstemmen’ wordt ingevoerd. Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) laat uiterlijk begin november weten of het kabinet werk maakt van stemmen per post. Nu is het nog zo dat alleen Nederlanders in het buitenland via de post hun stem mogen uitbrengen. “Ik wil alle constructieve voorstellen onderzoeken om te zorgen dat deelnemen aan de verkiezingen voor alle Nederlanders zo makkelijk mogelijk is”, liet de bewindsvrouwe weten.
Het stemmen per post lijkt een aardige mogelijkheid, maar heeft ook forse nadelen. Vers in het geheugen liggen nog de perikelen in verschillende stembureaus, waar allochtonen massaal de regels al aan hun laars lapten en ‘niet Nederlands sprekende’ of ‘analfabete’ allochtonen gingen ‘helpen’ in het stemhokje. Het ‘helpen’ van dergelijke groeperingen bij het stemmen per post zou nog wel eens flink wat stembusfraude op kunnen leveren, omdat in allochtone sferen de belangen van en in ons land net even wat anders worden geïnterpreteerd. De ‘hulp’ kan immers ook begeleid worden door ‘minder geoorloofde dwang’ die in dergelijke kringen niet geheel ongebruikelijk is. Waarom allochtonen, hetzij taalonkundig of analfabeet (Hoezo eigenlijk? Allemaal apothekers!) überhaupt in Nederland een stem moeten uitbrengen, is ook nog een raadsel; Nederland is veelal het land voor uitkeringen en betere zorg, meer niet.
Overigens, zo leert de ervaring nu al decennialang, is stemmen in ons land steeds minder zinvol. De vrijwel complete politieke elite wordt selectief gerekruteerd uit een magere 2% van de bevolking (leden van partijen) die binnen een half uur na sluiting van de stembussen alle politieke voornemens in de vullisbak mieteren, om vervolgens met veel last en zonder ruggengraat precies al het andere te doen dan waarop de kiezer meende te kunnen rekenen. Zo staat ruim 25% van het electoraat buitenspel (PVV- en FvD-stemmers) omdat sommige partijen ongeacht hun klaarblijkelijk grote electorale achterbannen, niet mee mogen doen met het besloten circus van het ‘partijkartel’. De opbrengst bestaat vervolgens uit losse flodders (corona, van-het-gas-af, Europa, milieu en stikstof) die in geen enkel verkiezingsprogramma prominent waren.
Het heeft er daarom alle schijn van dat dit partijkartel, met het oog op de vele fraudemogelijkheden bij het stemmen per post, hiermee een ultieme poging waagt om de kiezers opnieuw massaal in de maling te nemen. Ditmaal met de mogelijkheid om de uitslag te kunnen ‘masseren’.
We staan er als democratie niet best voor eigenlijk.
Er wordt hier wel gesproken over problemen met ‘analfabete’ allochtonen maar Ton vergeet het activistische links dat op grote schaal “helpt”. Dit is een nog groter gevaar voor gemanipuleerde verkiezingen dan de “hulp” aan allochtonen.
Kern van de zaak is hier inderdaad waarom mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn stemrecht hebben.
Dat de Nederlandse democratie inmiddels verworden is tot niet meer dan een schaamlap voor een elitocratie is weer een ander verhaal.