Jointje faciliteren en lijntje criminaliseren

De doorsnee burger vraagt zich herhaaldelijk af of ministers beseffen wat ze zeggen. Of ze de strekking en effecten van hun woorden helder voor de geest hebben. Neem de Minister van Justitie.

Afb: Pixabay

In februari 2018 reageert hij op een noodkreet van de politiebond die ziet dat de recherche overbelast is en Nederland een narcostaat dreigt te worden, met de tekst “dat is niet de betiteling die ik zou gebruiken” en hij vervolgtmet “er is juist sprake van een succesvolle bestrijding van de georganiseerde misdaad en drugshandel”. Wat hij onder de situatie die de Politiebond beschrijft in zijn pamflet “Noodkreet Recherche” dan wel verstaat en hoe hij tot de vaststelling komt dat de bestrijding van de drugshandel succesvol is, zal voor iedereen een raadsel zijn. Een paar maanden later, in maart 2018, herhaalt hij die ontkenning, maar erkent wel dat er een “economy of drugs”, een parallelle onderwereld economie, is ontstaan. De drugsbaronnen in Amsterdam, Brabant en Limburg lachen zich rot om die woorden van de Minister en in hun ogen is hij de vlees geworden vertaling van zijn familienaam.

Ruim een jaar later publiceren Tops en Tromp in augustus 2019 hun vernietigend rapport “De Achterkant van Amsterdam” over de ontbrekende misdaadbestrijding van en in onze hoofdstad. Het blijkt dat vaststellingen in het rapport voor de Minister geen verrassingen zijn: “we dreigen een narcostaat te worden, als nieuwe investeringen uitblijven….ik heb met staatssecretaris Snel van Financiën een aanpak ontwikkeld om crimineel geld af te pakken…we kunnen echt wat korte klappen maken”. De minister heeft vermoedelijk eindelijk uit het raam gekeken en ontdekt dat het beeld iets duisterder is dan hij op zijn ministerie herhaaldelijk voorgetoverd krijgt.

Vervolgens geeft de minister een prima voorbeeld van korte klappen die hij de drugsmisdaad wil toebrengen. In Bangkok gaat hij persoonlijk pleiten voor de terugkeer van de in Thailand veroordeelde drugshandelaar van Laarhoven. Een crimineel die in Nederland miljoenen met de drugshandel heeft bijeen gegraaid. De tweede korte klap is vermoedelijk de proef met door de overheid gecontroleerde wiethandel in een tiental of meer steden. Criminele kopstukken in Nederland, net bekomen van een verschrikkelijke lachbui, moeten opnieuw aan de zuurstofcontainer.

Kenmerken van een narcostaat

Als het de spreker niet uitkomt, blijken jarenlang geaccepteerde definities tegenwoordig niet meer gangbaar te zijn. We hebben de afgelopen jaren heel wat aangepaste politiek correcte formuleringen voorbij zien trekken en uit krantenkoppen en teksten van kenners blijkt dat afhankelijk van windrichting, belang en straathoeklocatie ook de term narcostaat een aangepaste strekking heeft gekregen.

Voor personen wier boerenstand nog helder functioneert, is een narcostaat:

 “ een politieke en economische term die wordt toegepast op landen waar de grens tussen boven en onderwereld is vervaagd en onderwereld de inspanningen van de bovenwereld beïnvloedt en stuurt; waar legitieme instellingen en instituties zijn geïnfiltreerd door vertegenwoordigers van de illegale drugshandel en randvoorwaarden zijn geschapen voor een ongestoorde productie en/of handel in narcotica en verboden middelen; waar de straten van grote steden regelmatig worden opgeschrikt door afrekeningen binnen het criminele circuit i.h.a. en drugsbendes i.h.b…”

Plaatselijk is die toestand vergelijkbaar met een oorlogseconomie waar backstage activiteiten (zwarte markt; corruptie, wapen en geldhandel, mensensmokkel, drugshandel en spionage) frontstage activiteiten (veiligheid en humanitaire hulpverlening) sturen en stimuleren.

Kantelmoment in de jaren ´80

In haar laatste Telegraaf column schetst Nausicaa Marbe hoe de marges gecreëerd zijn voor een welig tierende drugseconomie in Nederland. Het is volgens haar begonnen in de jaren ´80.

Een millennial[1] zou echter ook kunnen verwijzen naar de jaren ´60. Naar de periode waarin babyboomers strijden tegen het gezag binnen en buiten het gezin; het gebruik van soft en harddrugs in bepaalde kringen geïnstitutionaliseerd leek te zijn; motto´s “vrijheid, blijheid en moet kunnen” sturing gaven aan de dagelijkse handel en wandel van tieners en twintigers. Maar in de jaren ´60 was het drugsgebruik niet het privilege van de rijkere en hooggeleerde elite; heerste niet de overtuiging dat harddrugs alleen gevaarlijk waren voor het klootjesvolk, voor mensen zonder geld en verantwoordelijkheidsgevoel en heerste ook niet de overtuiging dat de bestrijding van het drugsgebruik moest worden beschouwd als een verkrampte vorm van symboolpolitiek van het fascistoïde rechts. Ook heerste niet de gedachte dat repressie geen zin had, niets zou oplossen en de zaak alleen maar erger zou maken.

In de jaren ´80 komt wel de grote omslag. Voortaan voert wegkijken de boventoon, wordt struisvogelpolitiek gekoesterd en groeit de maatschappelijke tolerantie voor het drugsgebruik. De geleerde elite beschouwt drugs als het gewenste geestverruimende middel en dat segment wil niet gevangen zitten in een door genen begrensde geestelijke capaciteit. Handhaving van wetten is rechts en van huisuit racistisch en discriminatoir. Gevolg: bepaalde samenlevingsegmenten in Nederland worden steeds matelozer en dat resulteert in steeds meer uiteenlopende verslavingen. Het blijft niet meer beperkt tot de traditionele wiet, cocaïne en heroïne; er worden nieuwe geestverruimende middelen en methoden gezocht en gevonden: lachgas, oxycodon, ketamine. Binnen de kringen van de jeugd is drugsgebruik geaccepteerd en eventuele schadelijke gevolgen kennen ze niet of wuiven ze luchtig weg. Die groeiende tolerante houding ten opzichte van productie en handel in en gebruik van drugs stuurt Nederland naar een leefomgeving waar de drugshandel uit de hand is gelopen.

Productie, handel en doorvoercentrum[2]   

Jaarlijks besteden Europeanen €24 miljard aan illegale drugs en een substantieel deel vloeit naar Nederland. In een paar decennia groeit Nederland uit tot belangrijkste drugsproducent en overslagpunt voor de mondiale handel in cannabis, cocaïne en heroïne. Vanuit ons land wordt wiet geëxporteerd naar elke uithoek van de wereld. Naar schatting de helft van alle cocaïne in Europa komt Europa binnen via de haven van Rotterdam, waar jaarlijks elf miljoen containers arriveren en slechts vijftigduizend daarvan gecontroleerd (kunnen) worden. Coke op weg naar Rusland, Azië, het Midden-Oosten en Australië, wordt herverdeeld in Nederland. Marokkaanse en Afghaanse hasj verspreidt zich via Nederland over Europa. Aanvoerlijnen van heroïne uit het oosten vertakken zich in Nederland naar de rest van het Europese continent.

Europa is nagenoeg zelfvoorzienend als het gaat om XTC en MDMA[3] en toch melden XTC-gebruikers in vrijwel alle Europese landen dat zij weleens problemen hebben om aan drugs te komen. Behalve in Nederland. In ons land is het een geoliede industrie geworden, opgebouwd uit wietplantages[4] en synthetische drugsnijverheid, die zich m.n. concentreert op de wereldmarkt. Geschat wordt dat de totale omzet in de miljarden loopt. Vooral de drugsnijverheid in Brabant en Limburg vormt de melkkoe van de Nederlandse synthetische drugsindustrie en verreweg de meeste XTC die in Europa en de VS wordt geslikt, komt uit drugslaboratoria in Zuid-Nederland. Ook de kenniseconomie floreert in de drugsscene. Buitenlandse criminelen, tot in India aan toe, vragen hun Nederlandse branchegenoten om advies bij het opzetten van wietkwekerijen enXTC-laboratoria. Inspanningen die als ‘crime-as-a-service’[5], worden omschreven.

Criminele groepen komen graag naar Nederland om gebruik te maken van Nederlandse ‘dealmakers‘. Diepgewortelde en groeiende Nederlandse criminele organisaties die contacten faciliteren tussen bijvoorbeeld Zuid-Amerikaanse drugskartels en Europese groothandelaren. Er zijn banden met de Italiaanse maffia, Turkse heroïnehandelaren, Engelse gangsters, Colombiaanse cocaboeren, Albanese tussenhandelaren, West-Afrikaanse transporteurs, Marokkaanse hasjboeren, Afghaanse papaverplanters en Australische motorbendes. Volgens de Politiebond zorgt vooral de goede fysieke en virtuele infrastructuur ervoor dat Nederland populair is voor de productie van en handel in drugs. Het gaat daarbij niet alleen om het wegen- en spoornetwerk en vaar- en luchtroutes, maar ook de digitale en financiële infrastructuur.

 Achter de feiten aan

Kan het tij gekeerd worden? De huidige problematiek eist snelheid, lenigheid, doortastendheid en effectiviteit. Karakteristieken die helaas ver te zoeken zijn bij politici, openbaar ministerie, rechterlijke macht en zeker politie. Er zijn capaciteitsproblemen en uit internationaal onderzoek blijkt dat in Nederland de strafmaat aan de lage kant is. Het strafrecht is een logistieke nachtmerrie geworden. Strafprocessen kunnen eindeloos gerekt worden.Politieke beleidsmaker willen steeds maar weer eerst resultaten van wetenschappelijk onderzoek afwachten alvorens gepast te reageren. Ingrepen zijn dan te laat, niet effectief, afwaswater kwaliteit.

De minister werd opgeschrikt door de resultaten van het onderzoek van het duo Tops en Tromp. Onbegrijpelijk, omdat alles meerdere keren gerapporteerd is. De afgelopen decennia zijn voldoende schokkende rapporten gepubliceerd, over de schadelijke effecten van wietteelt en handel; over Nederland als topproducent van synthetische drugs, over de vermenging van onderwereld en bovenwereld. Er zijn verschillende task forces opgericht. In 2017 kwam er een brandbrief van de burgemeesters van Eindhoven, Breda, Helmond, Den Bosch en Tilburg: ’Opstaan tegen ondermijning’. Het decennialange wegkijken is passé, kan niet meer en nu blijkt bestuurlijk Nederland niet meer te weten hoe te handhaven en te bestrijden.[6]

Steeds luider is de kreet “Follow the Money” te horen. Vermoedelijk hebben die personen teveel naar films en Tv-series gekeken, waarin die procedure binnen een paar uur in de gewenste oplossing resulteert. In Italië en de USA is gebleken dat het identificeren en volgen van geldstromen monniken werk is. Veel tijd, energie, vooral vasthoudendheid eist en uitermate gevaarlijk is. Giovanni Falcone, onderzoeksrechter naar de Siciliaanse maffia in de jaren zeventig en tachtig, zocht zijn weg niet via dealers of infiltranten. Hij telde bonnetjes, wroette in financiële zaken van de maffia, zocht naar geldstromen. Hij begon op eigen houtje letterlijk duizenden cheques en bankafschriften na te pluizen en reconstrueerde een heel netwerk van economische relaties. Falcone werd vermoord door organisaties die hij onderzocht.

In Nederland heeft die werkwijze op een bescheiden schaap resultaten opgeleverd. Na veel en gedegen speurwerk kwam de politie op het spoor van de geldhandel tussen Nederland en Colombia door meer dan 180 koeriers, die per klus werden ingehuurd voor € 4000 tot 5000 en een soort luchtbrug onderhielden. Bij elkaar is door hen in de periode 2003-2011 ten minste €300 miljoen clandestien vervoerd in schrijfmappen, geprepareerde sportschoenen, dubbele bodems van koffers en ook wel in vagina’s[7]. De vraag hoeveel andere geldstromen er naar en vanuit Nederland over de Nederlandse grenzen hebben gelopen, kan niet eens beantwoord worden. Follow the money is in een zucht uitgesproken, maar die zoektocht eist tijd, kennis, informatie, tipgevers en kost tijd en geld. Dat eerste heeft Nederland niet meer en het tweede wil de politiek mondjesmaat geven.

Wanneer de hindernissen en valkuilen opgelijnd worden die de bestrijding van de drugshandel kunnen verstoren, dan zal het door de Minister aangekondigde plan van aanpak een wensdroom zijn en blijven en die korte klap zal hij vermoedelijk alleen voor het hakken van haardhout kunnen bewaren.

Een Narcostaat? Een Narcostaat!

Intussen is het probleem zo groot geworden dat de drugshandel niet alleen een corrumperende invloed heeft op overheid en overheidfunctionarissen bij justitie en politie, maar ook op diverse groepen binnen de Nederlandse samenleving. Bij boeren, vissers, scholieren, middenstand en bewoners van volkswijken. Groeperingen waar het water tot aan de lippen is gestegen (sommige zijn al aan het verdrinken) door o.m. het desastreuze beleid waarmee de overheid de middenklasse van Nederland de laatste twee decennia geselt.

Nederland vertoont in een rap tempo in diverse steden en regio´s de karakteristieken van een narcostaat. Instituties zijn geïnfiltreerd door criminelen en hun sympathisanten, waardoor de grens tussen onder – en bovenwereld is vervaagd, niet meer herkenbaar is en irrelevant is geworden. Nederland is het belangrijkste productieland van synthetische drugs en het belangrijkste doorvoerland van traditionele en synthetische drugsmiddelen. In grote steden nemen drugsafrekeningen toe en worden onschuldige burgers het slachtoffer. Dat zijn feiten, die niet meer genegeerd kunnen en mogen worden. Feiten die bevestigen dat in steden en regio´s de criminele drugsbaronnen de dienst uitmaken.  

De millennial generatie zal net als de verdamping van een deel van de pensioenen, babyboomer generatie en generatie X de schuld geven van die transformatie van een Nederland van orde en rust, van respect voor overheid, overheidsfunctionarissen en hulpverleners naar een land waar in alle rust en vrijheid een parallelle op drugs gebaseerde economie welig bloeit. Blind voor de eigen tekortkomingen en het merkwaardige beleid van de overheid, moet natuurlijk ergens de schuldvraag neergelegd worden. Die moet niet in de eigen brievenbus gedeponeerd worden.

Wat doet de overheid om de indruk te wekken dat het haar ernst is met de bestrijding van dit op diverse gebieden grensoverschrijdende probleem? Nausicaa Marbe verwoordt  dat in haar column in een paar zinnen: “ Je kunt niet als overheid beleid maken tegen alcohol en tabak, maar staatswiet introduceren…je kunt niet een jointje faciliteren en een lijntje criminaliseren…je kunt niet tegelijkertijd bestrijder en medeplichtige zijn. Dan ben je hopeloos de weg kwijt “. Dat dwalend gebeuren bevordert niet het geloof in de geloofwaardigheid van dat beleid.

De Nederlandse drugsbaron kijkt toe, verscheept een paar ton naar diverse mondiale gebruikers, biedt weer een paar lijntjes aan en kijkt tevreden naar zijn groeiende bankrekening. Gelukkig maar dat de Minister Nederland nog geen narcostaat acht.  


[1] Een demografische generatie geboren tussen 1980 en 2000, volgend op de pragmatische generatie. Hun ouders zijn veelal van de babyboomgeneratie of van de generatie X.

[2] Informatie uit het artikel “wereldwijde drugshandel via narcostaat Nederland” en het pamflet van de Politiebond “Noodkreet Recherche”.

[3] MDMA is een organische verbinding die net als lsd en semisynthetische verbindingen geclassificeerd wordt als psychostimulantia en hallucinogenen

[4] Nederland telt meer dan 40.000 kleine en grotere wiet plantages.

[5] Een totaalpakket aan kennisoverdracht en advies.

[6] Column Nausicaa Marbe d.d. 30 augustus 2019.

[7] Doorgaans in coupures van €500. € 1 miljoen in 500 eurobiljetten weegt 2,2 kilo, in biljetten van 20 euro is dat een gewicht van 20 kilo.


.

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties