Marokkanenprobleem?

“We hebben een Marokkanen-probleem”, constateerde PVV-leider Wilders tijdens de Algemene Beschouwingen in de Tweede Kamer. “Nee, dat hebben we niet. We hebben een probleem met ‘Mocro-criminaliteit”, meende de Premier vervolgens. Wanneer we er niet in slagen de problemen te benoemen, dan komt er gegarandeerd ook geen oplossing en dat is nog het meest deerniswekkende aan dat debat. Nederland heeft wel degelijk een Marokkanen-probleem, maar zij die het moeten erkennen en benoemen, doen dat kennelijk niet. In een fraaie column wees ook Prof. dr. Paul Cliteur over de gebrekkige interpretatie van staatsdienaren op hun taken: ‘veiligheid is kerntaak van de staat, maar déze staat slaagt daar niet in’.

Afb: screenshot Vimeo

“Aziaten zijn goed in wiskunde”. “Negers zijn geweldig goede atleten”. De voorgaande frasen zijn geen enkel probleem; niemand zal op het idee komen om mij hierom als racist, xenofoob of erger te bestempelen. Geen Officier van Justitie die het in zijn hoofd haalt om een rechtszaak op te starten vanwege het ‘stigmatiseren van een groep’. Maar zodra de minder fraaie achtergronden van een zekere cultuur of etniciteit aan de orde worden gesteld, is het onmiddellijk raak: alles en iedereen wat zich ‘antiracistisch’ wenst te noemen schiet vanaf de heup op de boodschapper, zonder naar de gedelibereerde feiten te kijken.

Wanneer we naar wat andere, misschien minder fraai bevonden aspecten kijken, zoals criminaliteit of arbeidsethos, dan zijn de rapen gaar, ook al kloppen de constateringen en kunnen die aangetoond worden met feiten en onderzoeksresultaten. Klaarblijkelijk mogen alleen de vaardigheden van vooral anders gekleurde mensen die waardering oproepen worden benoemd en alle andere ‘vaardigheden’ mogen niet worden benoemd. Dat is eigenlijk merkwaardig. Stel nu eens dat Hitler of Mussolini ooit gewag zouden hebben gemaakt dat 2 + 2 = 4 of b.v. a2 +b2 = c2. Het is dan vervolgens moeilijk vol te houden dat deze stellingen tot het ‘rechts-radicalisme’ moeten worden gerekend. Eerder zullen we vast moeten stellen dat deze stellingen onweerlegbaar ‘waar’ zijn, ook al zouden Hitler en Mussolini deze stellingen ooit hebben aangewend in hun bedenkelijke betogen.

Marokkaanse jongeren

Feit is dat onevenredig veel jongelui van Marokkaanse ouders zich in ons land misdragen, dat is geen nieuws. Fleur Jurgens[1], Paul Scheffer[2], Hans Werdmölder[3] en vele anderen hebben hierover boeken geschreven en de door hen opgediepte kennis bevat bepaald geen verslagen van een compleet geslaagde integratie van specifiek deze bevolkingsgroep, integendeel. Onze overheid put zich uit in meterslange onderzoeksverslagen, kasten vol adviezen, rapporten, voortgangsrapporten, Kamervragen, nadere onderzoeken, etcetera, enzovoorts. Het resultaat is overeenkomstig de Arabische bijdrage aan de wiskunde: het begrip ‘nul’. Geen zier zijn we met deze geleiding opgeschoten en het ziet er niet naar uit dat hierin verandering komt, tenzij de omstandigheden zich drastisch wijzigen, waarover verderop in dit boek meer.

Jeugdcriminaliteit komt in alle bevolkingslagen en geledingen voor, ook dat is geen nieuws. Maar iedereen weet ook dat de Marokkaanse jeugd het ‘etnisch monopolie op overlast’ heeft. Deze laatste zijn niet mijn woorden, het zijn woorden die toenmalig PvdA-Kamerlid (en latere fractieleider) Diederik Samsom in 2011 bezigde[4]. Deze destijds eveneens als ‘straatcoach’ werkzame politicus liet in een krantenartikel al ruimhartig weten dat “Die onveiligheid culmineert in een paar iconen, en een daarvan is die van Marokkaanse jongens. En dat is niet omdat Geert Wilders altijd op die trom slaat. Uiteindelijk is het hele integratieverhaal van niet-handenschuddende imams via een merkwaardige hordenloop bij straatoverlast terechtgekomen. En het zijn vooral Marokkaanse jongens”.

Afb: Uitgeverij Meulenhoff.

In 2007 constateerde Fleur Jurgens al in haar boek ‘Het Marokkanendrama’ dat 70% van de Marokkaanse jeugd zonder bruikbaar diploma de school verliet. 40% was toen werkloos en 10% stond als verdachte te boek.[5] Dat zijn ongetwijfeld nog opgeleukte cijfers, want wat later tijdens een bezoek van een van mijn zoons aan het politiekorps Utrecht in het kader van zijn opleiding, werd hem duidelijk dat driekwart van de allochtone jeugd daar vaste klant bij de politie was geworden. Uiteraard werd erbij vermeld dat het niet de bedoeling was ‘dat die cijfers op straat belanden’.

De situatie in Utrecht zal hoogstwaarschijnlijk niet afwijken van de situatie in  de andere grote steden. Dat leidt in ieder geval tot de vraag waarom het ‘in opdracht van politie en wetenschap’ vervaardigde boek van Fleur Jurgens eigenlijk nog milde cijfers boven water haalt. Is het omdat de politiekorpsen hun werk totaal niet meer aankunnen onder de massaliteit van de overlast en criminaliteit? Is de industrie (integratiedeskundigen, coaches, welzijnswerkers, etc.) die grof geld verdient aan een falende integratie, te machtig geworden in de strijd ertegen? Waarschijnlijk is het stellen van de vraag meteen ook het antwoord.

De scherpste observaties komen van Werdmölder in zijn boek ‘Marokkaanse Lieverdjes’.[6] Meer dan dertig jaar volgde onderzoeker Hans Werdmölder een groep criminele Nederlandse Marokkanen. In de jaren tachtig begon hij met zijn zogeheten participerend observeren, vanachter de bar in een jeugdhonk in de Amsterdamse wijk De Pijp. Deze jongens waren in het kader van de veelgeroemde ‘gezinshereniging’ naar Nederland gekomen. Ze heetten een overlastgevende groep te zijn, maar waren al snel behoorlijk crimineel. Veertien van de veertig jongens (35%)  hadden uiteindelijk het rechte pad gevonden, met een vrouw, een huis en soms ook een baan. De rest, 26 in getal en dus 65%, helemaal niet. Vier waren er dood, allemaal door drugs. De rest leefde nog steeds marginaal, de meesten met een indrukwekkende criminele en vooral psychiatrische loopbaan. Merk op dat deze cijfers pijnlijk nauwkeurig overeenkomen met de later in Utrecht geconstateerde cijfers.

‘Even een ov’tje doen’, zeiden die jongens al in de jaren tachtig in het jeugdhonk tegen elkaar. Een overval dus. Geld was altijd nodig, voor drugs of een reisje naar Marokko. Vervolgens gingen ze op de brommer naar Utrecht of Zandvoort. De politie daar was zachtzinniger dan in Amsterdam. Als ze gepakt werden: beetje zielig doen over discriminatie en de tweede generatie, een nachtje cel en weer verder. De overtollige tasjes, lege portemonnees, sleutels en papieren verdwenen in een gat achter de school om de hoek.[7]

Werdmölder moest zijn onderzoekingen uiteindelijk duur bekopen. In publicaties was hij steeds openhartiger geworden en hij raakte ervan overtuigd dat de Nederlandse benadering totaal niet werkt. Eind 2012 schreef hij naar aanleiding van de doodgeschopte grensrechter[8] een stuk in de Volkskrant – ‘Marokkaanse macho’s accepteren geen autoriteit van vreemden’. Hij was toen lector jeugd en veiligheid aan de Avans Hogeschool. Een collega met een Marokkaanse achtergrond ontstak in woede en vergeleek Werdmölder op de site van de Hogeschool met Wilders. Na deze aanvaring werd niet de collega toegesproken, maar Werdmölder op non-actief gesteld.

Iedereen heeft ‘moeite’

Kennelijk kost het met name mensen met een Marokkaanse achtergrond erg veel moeite om zich aan te passen aan de Nederlandse cultuur binnen de lijnen die deze cultuur in een proces van verschillende eeuwen heeft geschetst. Met name de afspraken rond het thema veiligheid voor álle burgers. Nu kun je daarvan vinden wat je wilt, maar als één van de uitvloeiselen is dat een onevenredig groot aantal leden van deze Marokkaanse bevolkingsgroep categorisch de verkeerde ranglijsten aanvoert, dan is er wel degelijk een ‘Marokkanen-probleem’.

En dat probleem moet snel opgelost worden, want zoals ook Sid Lukkassen al deelde: “Als er niet op een gelijkelijke manier wordt gedacht over goed en kwaad, dan zijn conflicten onbeheersbaar zonder constante staatsrepressie en is een liberale democratie uiteindelijk onhoudbaar”. Dát zijn de feiten en ze staan in schril contrast met de werkelijkheid in de Staten-Generaal of bijvoorbeeld de Amsterdamse Gemeenteraad, waar Sylvana Simons tussen de moorden door vroeg om aandacht voor de kennelijk racistische wiskundelessen op scholen.

Het moment dat burgers zich gaan bewapenen is niet meer ver weg. Jammer, maar daar is veel voor te zeggen want het thema veiligheid is voor de regering kennelijk een te moeilijke charge.


[1] ‘Het Marokkanendrama’, Fleur Jurgens, Uitgeverij J.M. Meulenhof bv, Amsterdam 2007.

[2] ‘Het land van aankomst’, Paul Scheffer, Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam 2007.

[3] ‘Marokkaanse lieverdjes’, Hans Werdmölder, Uitgeverij Balans, Amsterdam, 2005.

[4] PvdA Kamerlid Samsom ontzet over overlast straattuig’, NRC 15 september 2011. Zie ook: https://www.nrc.nl/nieuws/2011/09/15/pvda-kamerlid-samsom-ontzet-over-overlast-straattuig-a1452847

[5] ‘Het Marokkanendrama’, Fleur Jurgens, Uitgeverij J.M. Meulenhof bv, Amsterdam 2007, p. 9.

[6] ‘Marokkaanse Lieverdjes’, H. Werdmölder, © 2005 Uitgeverij Balans, Amsterdam.

[7] ‘Marokkanen in de marge’, Volkskrant 17 oktober 2015.

[8] ‘Overzicht zaak doodgeschopte grensrechter’, Nu.nl: https://www.nu.nl/binnenland/3631330/overzicht-zaak-    grensrechter-nieuwenhuizen.html


.

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

4 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Johan
5 jaren geleden

Arabische bijdrage aan de wiskunde: het begrip ‘nul’. ????

Zelfs het begrip ‘ nul’ hebben de Arabieren niet bijgedragen aan de wiskunde. Ze hebben het ooit gejat van de Indiërs en pretendeerden vervolgens dat ze het hadden uitgevonden.

Lord Landslide
5 jaren geleden
Antwoord aan  Johan

Ach ja, het sprookje van de ‘Arabische verworvenheden’. Er zal best het één en ander ‘ontleent’ zijn aan de Indische cultuur, doch het meeste is puur jatwerk van de voorafgaande Soemerische cultuur.

Puck van der Land
5 jaren geleden

25 Jaar geleden logeerde ik 5 weken bij een Marokkaans gezin in Rabat, ik deed een snelcursus Frans aan de universiteit. Dat gezin had 4 dochters en 3 zonen, en de meisjes mochten alleen op straat onder begeleiding van een van de broers. Ook mij viel dat ten deel toen ik een keer met een vriendin ’s avonds uit ging. Zij vond dat geen probleem, nu werd ze tenminste niet op straat lastig gevallen door opgeschoten jongens of mannen. Ze was zelf militair en had nooit problemen op straat als ze in haar uniform was. Ze vertelde dat het ontzag voor de politie en voor militairen groot was, en dat mensen grote schrik hadden om in de gevangenis of een politiebureau terecht te komen, want er werd hard geslagen als je niet luisterde naar de politieagenten. In een weekend gingen we in een dorp in de buurt van Tanger naar de markt. Plots hoorden we luid geschreeuw dat vanaf de markt kwam. We spraken een vrouw aan en die vertelde: “Oh, er worden daar 2 jongens gestenigd, want die hebben gestolen. Als straks de politiek komt, neemt die het wel over van de bewoners. De politie is hier de baas en dat is maar goed ook.”
Een paar dagen later was er in onze straat kabaal: een jongen sloeg het vriendje van zijn zus in elkaar omdat zij van hem niet uit mocht gaan met die vriend als hij ook niet mee kon. Dat wilden die vriend en het meisje niet. De poppen aan het dansen. In 5 minuten was er een grote matpartij waarbij de ene groep de andere groep achterna zat, gewapend met tafelpoot, honkbalknuppel, ijzeren stangen etc. Er vielen harde klappen en er vloeide bloed. Na 20 minuten kwamen 2 politiebusjes, alleen al hun verschijning liet de boel stil vallen. Daarna haalde de politie de vechtenden uit elkaar, en de 2 jongens en enkele anderen moesten mee naar het bureau. Tot diep in de nacht werd over dit incident nog nageschreeuwd…
Dit zijn de jongeren die vanuit Marokko naar Nederland werd gehaald in het kader van gezinshereniging gewend. De ouders oefenen nauwelijks gezag uit over de kinderen, die vaak na wat klappen de straat opgaan. De ouders rekenen erop de de politie deze jongens wel in toom zal houden. En daar rekenen diezelfde mensen ook op in Nederland.
Ook al wonen ze hier 20 jaar of langer: dit is hun gezins- en opvoedingscultuur: de politie heeft de macht en straft streng. Wat Sid Lukkassen zegt klopt precies: als er niet op een gelijkeleke manier gedacht wordt over goed en kwaad, dan zijn conflicten onbeheersbaar zonder constante staatsrepressie. In Marokko waren ze onder de vader van de huidige koning gewend aan staatsrepressie met zeer hardhandig en wreed optreden. Nu is dat wat minder het geval, maar nog steeds is die Marokkaanse cultuur in schril contrast met wat er in Nederland verstaan wordt onder gezagshandhaving. Deze Marokkaanse jongeren accepteren geen gezag van een vreemde overheid, tenzij de politie en justitie dat met harde hand opleggen.

charlef
5 jaren geleden

Marokkaan is geen cultuur of een etniciteit, het is een nationaliteit. Net als Nederlander en Duitser. Ook in het begrensde deel van Noord Afrika dat de naam Marokko heeft gekregen woont een mozaiek aan culturen en etniciteiten. De belangrijkste zijn de lichtere Berbers en de iets donkere Arabieren. De naam Marokko heeft een Spaanse oorsprong (Marruecos’) en Arabieren noemen dat begerensde stuk land Maghreb (het westen). We hebben dus een probleem met personen die uit Marokko komen en een Berberse of Arabische achtergrond kunnen hebben. Als dat niet zo is dan moet Rutte de wikepedia met zijn historische kennis even aanpassen. Maar dat zal hij wel niet doen, want hij vindt het Marokkanen gedoe geen punt. Dat vindt hij ook van naar Voetbal kijkende ministers omdat de Algemene beschouwingen zo lang duren en landradig zijn. Waar hij helaas gelijk in heeft.