Acht terreurverdachten verstoorden zaterdagavond 4 mei j.l. de dodenherdenking in Vught door vanuit hun cel “Allahu Akbar” (god is groot) te schreeuwen tijdens de twee minuten stilte. De terroristen-afdeling van de penitentiaire inrichting in Vught ligt vlak naast de fusilladeplaats van het voormalige concentratiekamp waar de dodenherdenking ‘s avonds plaatsvond. Veel mensen hebben dat bericht schouderophalend gelezen en dachten er het hunne van. “Wie die twee minuten niet kan opbrengen zal wel niet goed bij z’n hoofd zijn”, of zoiets wellicht. Al teveel ophef veroorzaakte het gekrijs van de mohammedanen vooralsnog niet.
Wat de oren bij veel meer Nederlanders deed spitsen, was het bericht daags daarna dat in de aanloop naar de islamitische ‘ramadan’, veel moskeeën extra werden beveiligd. Er is in het verleden eens een varkenskop bij een moskee neergesmeten en ook werd ergens eens brand gesticht meen ik, maar om nu te zeggen dat moskeeën het zwaar hebben te verduren: nou nee. Het is niet zo dat moslims in arren moede weg moeten trekken naar veiliger oorden, zoals de Joden inmiddels wel vrij massaal moeten. Vooralsnog brengen moskeeën het er veel beter af dan synagogen en Joodse scholen. Maar goed, extra beveiliging dus voor moskeeën. De eerste vraag die opkomt is hoe moskeebesturen zo dom kunnen zijn om de extra beveiligingsmaatregelen rond hun moskeeën aan de grote klok te hangen. En vooral wát zij precies aan die beveiliging hebben gedaan. Zo zouden er extra (!) camera’s zijn geplaatst en hebben beveiligers (!) extra trainingen gevolgd (!) teneinde – niet eerder voorgekomen – problemen het hoofd te bieden.
Misschien is het toch goed eens bij deze twee fenomenen stil te staan. In Vught zitten een aantal ‘geradicaliseerde’ moslims vast, vanwege het beramen van aanslagen en andere onfrisse zaken die ‘niets met de islam hebben te maken’. Die jongens van de moslimse ‘zwarte kousen’ moskee, zijn dus nogal in hun Heere geïnteresseerd. Met andere woorden: zij volgen stipt de Koran en de verdere meuk aan heilige voorschriften. En de Koran schrijft nu eenmaal voor (op meer dan 400 plaatsen in de tekst) dat Allah een hekel heeft aan ‘ongelovigen’. Zoals in de tweede Sura (‘De Koe’) vers 98, […] “Allah is waarlijk vijandig jegens de ongelovigen”. Op de plek kortom, waar wij ongelovigen, stilstaan bij onze gevallenen daar juichen ‘de ware gelovigen’ om van die vijandigheid jegens de ongelovigen blijk te geven. Voor hen is er geen reden om in smart te gedenken, integendeel: het feit dat daar destijds massaal ongelovigen zijn vermoord door Profeet Adolf en zijn discipelen is reden voor grote vreugde. Een bepaald niet kleine groep moslims voelt dit feilloos aan en heeft in stilte wel bewondering voor de verbale strijd die deze grondtroepen vanuit detentie namens Allah voeren.
Het tweede bericht, over de beveiliging van moskeeën, kunnen we maar beter niet los zien van dat eerste in Vught. Informatie over beveiliging prijsgeven is over het algemeen vrij dom en de beroepsmoslims zijn van alles, maar zeker niet dom. Hun berichtgeving daaromtrent heeft dus een functie. De eerste boodschap in dat bericht is gericht aan de achterban van moslimse gelovigen en het vertelt hen dat zij zich niet veilig kunnen voelen in ons land. Ons land is immers het land van de Kafir (de ongelovigen) en behoort tot ‘Dar al Harb’ (het land/gebied van de ongelovigen of strijd) wat nog bekeerd moet worden tot de islam. Dat kan op twee manieren: met de zachte doch dwingende hand van de beroepsmoslims in en rond de moskee, of met geweld zoals de grondtroepen in Vught eerder al probeerden. Beide groepen hebben exact hetzelfde doel en vallen elkaar niet af: iedere moslim is immers lid van de Uhmma (de totale gemeenschap van -islamitische- gelovigen).
De beroepsmoslims hebben met hun ‘beveiligings-actie’ tactisch gezien een aardige zege geboekt. In de eerste plaats hebben zij ongemerkt de aandacht afgeleid van de schreeuwers in Vught en daarmee ook een boodschap afgegeven aan dat spul. En voor zoveel zij ervaring hebben met de Nederlandse kafir (denk nog maar eens aan Job Cohen), zijn die er als de kippen bij om hun medeleven te betuigen. Daar scoren ze dus ook weer punten: de moslimgemeenschap een hart onder de riem gestoken en onze overheid in slaap gesust.
Er zijn echt dagen dat je je afvraagt, “Broeder Segers, slaapt gij nog”?
.
Alles wat van mohammedaanse zijde wordt gedaan of gezegd is provocatie. Het verstoren van de twee minuten stilte was provocatie door figuren die in oorlog zijn met het westen. Vanzelfsprekend moest de bescherming van moskeeën breed uitgemeten worden om dezelfde reden. Het beschermen van synagogen, wat terecht is, kan niet getolereerd worden door de mohammedanen zonder tegenactie.
Broeder Segers slaapt niet alleen, ook broeder Van der Staay is in slaap gevallen!
Vrijwel de hele 2e slaapkamer is niet wakker te krijgen. Alleen de moedigste man van Nederland is klaar wakker, begrijpt de mohammadaanse probleemideologie en spreekt zich daarover uit. Nogmaals hulde voor Geert Wilders!