Op 19 mei 2017 publiceerde deze onvolprezen website mijn eerste kritiek op het hedendaagse gebruik en dito betekenisverandering van het woord ‘duurzaam’.[i] Sinds die tijd is deze betekenisverandering, die – dat moge duidelijk zijn – werkelijk nergens op slaat, alleen maar in hevigheid toegenomen. Het wordt dus de hoogste tijd voor een tweede kritiek. Want dat hele duurzaamheidsgeleuter hangt me werkelijk mijlenver de keel uit en is, zoals ik al eerder schreef dat de Brabanders het wellicht zouden noemen, één grote brij van ‘slappe kwats’ – en de ellende ervan is dat het maar niet over gaat. Het wordt juist hoe langer hoe erger.
Het begint er meestal mee dat iets je begint op te vallen. Vervolgens ga je erop letten, daarna begint het te irriteren en het eindigt ermee dat je om je heen begint te trappen, omdat je je mateloos ergert aan de stupiditeit, kuddegedrag en napapegaaien van en door de mens. Zelfs dat stadium is inmiddels overschreden. Gelukkig ben ik een geciviliseerd en redelijk mens en daarom vertrouw ik mijn grieven aan het papier, dan wel de tekstverwerker toe.
Alles moet tegenwoordig maar ‘duurzaam’ zijn, variërend van een stukje vlees of een beker melk tot complete landstreken of samenlevingen, of zelfs de hele wereld.[ii] [iii] [iv] Nou, die wereld gaat volgens de wetenschap al zo’n slordige 4,8 miljard jaar mee, dus die heeft zijn duurzaamheid wel bewezen, lijkt me. Als je de betekenis van het woord ‘duurzaam’ niet kent, gebruik het dan ook niet. Duurzame melk. Melk is ten eerste al hartstikke bederfelijk, en dus niet duurzaam. Slok-slik-weg. Dag melk. Niks duurzaams aan, dus. En ten tweede is het over een uurtje urine. Hetzelfde geldt voor vlees en vis. Hartstikke bederfelijk. Hap-slik-weg. Dag vlees, dag vis. Niks duurzaams aan, dus. Morgen is het poep. Om van ‘duurzame energie’ nog maar te zwijgen… Báárlijke nonsens. Een verzinsel van de milieumafia, die er een miljardenindustrie omheen heeft onwikkeld, waar iedereen intuint. Iets wat je opwekt, om het vervolgens direct te verbruiken, kan nóóit ‘duurzaam’ zijn.
Nieuwe gebouwen winnen ‘duurzaamheids’prijzen terwijl ze er nog maar net een paar jaar staan. Die moeten hun duurzaamheid dus nog bewijzen. Hoe kun je er dan in vredesnaam al prijzen voor weggeven? Gebouwen met een monumentenstatus, díe zijn duurzaam. Die staan er soms al eeuwen en veruit de meesten zijn ouder dan honderd jaar. Dát is duurzaam, niet die hedendaagse verspilling van bouwmaterialen waarvan we nieuwe gebouwen maken die hooguit enkele decennia meegaan en dan alweer moeten worden vervangen. De ASN-Bank lanceert radiospotjes waarin wordt opgeroepen om bij ASN een rekening te openen: “Da’s lekker duurzaam…” Hóe dan? Duurt het zó lang voordat zo’n rekening eindelijk geactiveerd is en werkt? In de juiste betekenis van het woord is Van Lanschot een duurzame bank: die bestaat al sinds 1737 en heeft zijn duurzaamheid dus wel bewezen. ASN komt nog maar net kijken.
Zelfs een bedrijf als Ikea profileert zich tegenwoordig als ‘duurzaam’. De grote, lelijke, blauwe fabrieksloodsen staan vol met goedkoop geproduceerde rommel, die je zelf nog in elkaar moet knutselen en die na een beperkt aantal jaren alweer aan vervanging toe is. Wat een verspilling van grondstoffen en wat een abominabele kwaliteit. Als je ècht duurzame (in de correcte betekenis van het woord) meubelen in huis wilt hebben, kun je beter eens bij een antiquair gaan kijken, of voor een goedkoper alternatief bij de kringloopwinkel. Wat daar staat, verdient de betiteling ‘duurzaam’. ‘Duurzaam’ en ‘duurzaamheid’ hebben hé-le-maal níets te maken met ‘ecologisch geproduceerd’ of ‘rekening houdend met mens, dier en milieu’. Het ligt etymologisch niet eens in de woorden besloten, maar door het voortdurende gedram op dat vlak door allerlei lieden, bedrijven en instellingen die zich als ‘duurzaam’ profileren, terwijl we dat eerst maar eens moeten afwachten of dat wel het geval is, zijn deze woorden verworden tot holle, nietszeggende feelgood-termen voor links-, milieu- en klimaatgekkies. Met als dieptepunt de nieuwste loot aan de stam, genaamd ‘verduurzamen’. Dit betekent onder meer dat je je huis isoleert, er zonnepanelen op legt, van het gas afgaat en een warmtepomp installeert. Nou, de duurzaamheid van je woning hangt niet dáár vanaf, maar van de aannemer die het heeft gebouwd: blijft het slechts een paar decennia staan of een paar eeuwen?
duurzaam, I (bn.), I geschikt, bestemd om te duren, weinig vergankelijk: deze stof is zeer duurzaam; een duurzame herinnering; een duurzame vrede, die op hechte grondslagen rust; 2 lang aanhoudend, syn. gedurig: een duurzaam gebruik; 3 (bn. van tijd), voor lange duur; op den duur: de vijand duurzaam het hoofd bieden.
Aldus de onvolprezen Dikke Van Dale, gedrukt op duurzaam, stevig papier, gebonden in een duurzame harde kaft en beschermd door een duurzame, stevige cassette.
Laten we
alsjeblieft heel snel ophouden met de nonsens, zoals hierboven weergegeven. Het
is niets anders dan ordinaire taalverarming.
[i] http://sta-pal.nl/2017/05/duurzame-slappe-kwats/
[ii] https://www.rtvnoord.nl/nieuws/205757/Noord-Nederland-kan-duurzamer-1-Hoe-het-staat-met-energiebesparing
[iii] https://www.omropfryslan.nl/nieuws/873428-noord-nederland-kan-nog-veel-duurzamer-deel-2
[iv] https://www.essent.nl/content/particulier/kennisbank/stroom-gas/duurzame-wereld.html
.
Uit het hart gegrepen. Ik ervaar deze ergernis ook al jaren. Bedankt.
Het nieuwe “duurzaam” houd in dat je die Miele, die eigenlijk 25 jaar mee kan, al na vijf jaar bij het vuilnis moet zetten, omdat het nieuwste model 0,3% minder stroom gebruikt.
Miele blij, witgoed branche blij, belastingdienst blij, maar wel meer dan vier keer zoveel milieu vervuiling.
Volgens mij is dat niet “duurzaam” maar gewoon “duur en milieu onvriendelijk”.