Nepregering met een nepminister en een nepomroep

De regering wil burgers bewuster gaan maken van desinformatie en nepnieuws rond verkiezingen. Minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) denkt aan een “bewustwordingscampagne” in aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen en Europese verkiezingen volgend jaar. “We moeten niet naïef zijn”, aldus Ollongren, wijzend op mogelijk misleidende beïnvloeding van burgers op bijvoorbeeld het internet en sociale media. Ze wil voor het einde van het jaar met een voorstel komen. Dat schrijft de website TPO, naar aanleiding van een persbericht van het ANP.

Nepnieuws… Afb: pixabay

Het voorstel van de bewindsvrouwe gaat te ver, veel te ver. Artikel 7 van de Nederlandse grondwet leert ons het volgende in vier leden;

  1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
  2. De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisie-uitzending.
  3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
  4. De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.

Wie voorafgaand aan de verkiezingen wil beweren dat de PVV een racistische partij is, het FvD ook, maar D66 niet, die mag dat gerust doen, is de boodschap van deze wet. Het omgekeerde mag ook en zelfs mag men de mening ventileren dat de nieuwe partijleider van D66 ondanks 26 chemische hulpmiddelen nog niet in staat is geweest een orgasme te genieten op de beroemde sofa in de fractieruimte van D66 op het Haagse Binnenhof.[1] Zelfs wat niet waar is mag gewoon worden gepubliceerd en wie achteraf meent dat de beweringen misleidend, discriminerend of bijvoorbeeld kwetsend zijn, staat het vrij de rechter om een oordeel te vragen. En indien inderdaad blijkt dat de rechter oordeelt dat de uitlating misleidend, discriminatoir of kwetsend is, kan de boodschapper een veroordeling tegemoet zien. Wie dergelijke berichten als waarheid verspreid, loopt dus een niet geringe kans te worden veroordeeld met een pittige, meestal hoge geldstraf. Om die reden zullen velen zich wel een aantal malen bedenken, alvorens idiote vooronderstellingen als ‘waarheid’ te (doen) omschrijven.

Anders dan vroeger, toen er geen nachtelijke nieuwsuitzending was en er slechts twee lokale kranten waren, zijn de media tegenwoordig royaal aanwezig, versnipperd, competitief en algoritmisch ingericht. We kijken naar AVROTROS als we liberaal zijn, EO als we conservatief/Protestants-christelijk zijn en BNNVARA als we mensen gewoon voor schut gezet willen zien; Facebook en Twitter brengen ons telkens het nieuws waarvan zij inmiddels door onderzoek weten dat we die onderwerpen leuk vinden. Burgers sluiten zich als het ware op in de echokamers van gelijkgestemden met overeenkomstige meningen. Er is veel minder oog voor de keerzijde van een verhaal en objectiviteit is vaak ver te zoeken. We zien of horen de ‘overkant’ niet meer en dus zijn we natuurlijk meer gepolariseerd. Overigens is dat journalisten ook al niet vreemd, dat ‘frame’ gedrag. Bijvoorbeeld wanneer journaliste Eva Jinke de prijs krijgt uitgereikt voor ‘het beste interview van het jaar’. Naamgeefster van de prijs, voormalig journaliste Sonja Barend, merkte die avond fijntjes op “dat ze het zo fijn vond dat met Eva Jinek eindelijk weer interviewer was opgestaan ‘die een mening had’. Let wel: mevrouw Jinek is in dienst van de Publieke Omroep en wordt dus dankzij overheidsbijdragen betaald. (!)

Impliciet bevestigde mevrouw Barend op haar beurt dus dat het hebben van een persoonlijke ‘mening’, wat bepaald niet altijd gelijk is aan ‘objectieve mening’, ook onder de hoede van de overheid, in casu de regering, plaatsvindt. Met andere woorden: mevrouw Jinek mag zonodig (en gelet op de linkse overtuiging van mevrouw Barend zelfs bij voorkeur) de grootst mogelijke onzin debiteren op de publieke zenders en wij moeten ervan uitgaan dat het Artikel 7 van onze grondwet voldoende waarborg is dat dit niet gebeurt. Als dan onze regering zoveel vertrouwen heeft in de objectiviteit van de door haarzelf geïnitieerde en gefaciliteerde omroep, dan is het tenminste opmerkelijk dat zij over andere kanalen twijfels heeft. Die opereren immers onder dezelfde jurisdictie als de Publieke Omroep, met dat verschil dat de overheid daarop inhoudelijk totaal geen invloed heeft. Die andere kanalen bedruipen zichzelf immers en zijn niet afhankelijk van overheidsbijdragen.

Een overheid die zich zo nadrukkelijk bezig houdt met de nieuwsvoorziening en daarbij andere dan haar eigen kanalen als ‘nepnieuws’ aanmerkt, is een regime in de traditie van een dictatuur en roept de revolutie over zich af.

Een dergelijke revolutie zou de geschiedenisboeken halen in een bepaald milde beoordeling. De dictatuur natuurlijk niet. De bewindsvrouwe kan dus nog kiezen op welke wijze zij in de geschiedenis vermeld wil worden…

——————————————–

[1] De twee voorgaande regels zijn uiteraard volstrekte nonsens en meer sarcastisch bedoeld.

 

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

3 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
charlef
6 jaren geleden

Tijdens de Koude Oorlog heette dat Sovjet Propganda en stonden de reindenkers op de barricaden. Tegenwoordig schuilen die in de donkere bunkers van hun eigen angsten.

N
6 jaren geleden
Antwoord aan  charlef

helemaal met je eens, bang dat de geld kraan dicht gaat je hypotheek niet meeer kan betalen en je gezin wegloopt

r dunki
6 jaren geleden

“It’s a beautiful thing, the destruction of words.”
― George Orwell, 1984