De ‘Stille Genocide’ op West-Papoea [2]

Als er íets is wat onze zelfbenoemde mensenrechtenactivisten en alle andere categorieën Gutmenschen zou moeten aanspreken om eens wat meer de aandacht op te vestigen, dan is het wel de ‘Stille Genocide’ die in de voormalige Nederlandse kolonie West-Papoea door Indonesië wordt gepleegd. Het fenomeen doet in ieder geval zijn bedenkelijke naam alle eer aan: er wordt in de Nederlandse media hoegenaamd geen aandacht aan besteed.

De eerste president van Paoea: Marcus Kaisiepo (1975). Afb: wikimedia-commons.

In het vorige artikel werd een uiteenzetting gedaan over de historische achtergronden van Nederlands-Nieuw-Guinea, de voorbereidingen van de onafhankelijkheid en de feitelijke annexatie door de Republiek Indonesië.[i] In dit artikel zal de focus meer komen te liggen op de recente gebeurtenissen en de – met name in Nederland schamele – berichtgeving daarover.

Een positieve uitzondering op die schamele berichtgeving werd overigens gevormd door een artikel op de website van NRC Handelsblad op 1 juli jl., naar aanleiding van het verschijnen van het rapport “Don’t bother, just let him die – killing with impunity in Papua” van Amnesty International.[ii] [iii]Het rapport beschrijft hoe Indonesische politieagenten en militairen tussen januari 2010 en februari 2018 minstens 95 mensen hebben gedood. Van hen namen 56 deel aan activiteiten, die niets te maken hadden met het onafhankelijkheidsstreven dat bij veel inwoners van Papoea leeft. De 39 anderen werden gedood gedurende vreedzame politieke activiteiten als demonstraties en het hijsen van de Morgenster, de door Indonesië verboden vlag van een onafhankelijk Papoea.[iv] Volgens de directeur van Amnesty International Indonesië, Usman Hamid, is het aantal doden “conservatief geschat”. Het was voor Amnesty moeilijk om de feiten rond te krijgen, omdat er geen publieke informatie over de zaken te vinden was en de medewerkers voorzichtig te werk moesten gaan; ze zijn gevolgd en in de gaten gehouden. Hamid spreekt onomwonden van “killing fields”. Er is twee jaar aan het rapport gewerkt.

Vanzelfsprekend werden de aantijgingen in het rapport door de Indonesische korpschef in Papoea, inspecteur-generaal Boy Rafli Amar, in alle toonaarden ontkend, volgens een bericht van Kabar Papua waarvan Radio Nieuw-Zeeland verslag deed.[v] De korpschef bekritiseerde de beoordeling van de veiligheidssituatie in Papoea door Amnesty International[vi] en stelde dat de politie zich als overheidsapparaat aan de regels moet houden. Worden die regels geschonden, dan staan daar volgens hem sancties tegenover. De vraag is wat die sancties dan wel inhouden, want voor de verantwoordelijkheid voor inmiddels ruim 400.000 doden[vii] zou je toch de nodige strafmaatregelen mogen verwachten en dat is niet iets wat nu doorgaans direct stilgehouden kan worden.

Pikant detail is dat het  Amnesty-rapport vrijwel direct na een onrustige periode op Papoea verschenen is. Er zijn net verkiezingen geweest en in de aanloop daar naartoe hebben zich de nodige schermutselingen voorgedaan, onder meer schietpartijen, waarbij doden zijn gevallen. Eén van de weinige Nederlandse media die daar (nogal summier) aandacht aanheeft besteed, was de website van De Telegraaf, die meldde dat er drie mensen waren doodgeschoten in de Indonesische provincie Papoea. Vermeende separatisten schoten in het district Torere op twee boten met kiezers en ambtenaren met stembiljetten van de lokale verkiezingen; onder hen bevonden zich twee politieagenten en drie werden er naderhand nog vermist. Enkele dagen daarvoor schoot een vermeende separatist ook al drie mensen dood op het kleine vliegveld in het district Nduga in Papoea. In dat district werden de verkiezingen vanwege het geweld uitgesteld.[viii]

Het mag gerust als schandalig worden betiteld dat er in Nederland door de grote media maar zó weinig, dan wel summiere aandacht wordt besteed aan de mensenrechtensituatie in één van de voormalige Nederlandse koloniën. Waar half Nederland en Suriname over elkaar heen buitelden na een paar uitgelekte krasse uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken over de toestand van de samenleving in dat voormalige Nederlandse overzeese gebiedsdeel, blijft het rond de ‘Stille Genocide’ in West-Papoea zelfs vanuit de politiek correcte – en mensenrechtenhoek tot op de dag van vandaag ijzingwekkend stil. De grote mainstream media zullen het wel te druk hebben met Trump bashen, maar in de wetenschap dat deze zich daar toch niets van aantrekt, kan de journalistieke focus best eens op de stille volkerenmoord op de Papoea’s gericht worden. Of is dat te veel een ver-van-mijn-bed-show?

—————————————

[i] http://sta-pal.nl/2018/07/de-stille-genocide-op-west-papoea/

[ii] https://www.amnesty.nl/content/uploads/2018/06/Dont-Bother-Just-let-Him-Die.pdf?x97451

[iii] https://www.nrc.nl/nieuws/2018/07/02/politie-moordt-straffeloos-in-papoea-a1608601

[iv] De Halve Maan van Atjeh en de vlag van de Republiek der Zuid-Molukken (RMS) zijn in Indonesië eveneens verboden

[v] https://www.radionz.co.nz/international/pacific-news/361068/papua-police-chief-denies-amnesty-report-of-impunity-over-unlawful-killings

[vi] Amnesty International is als organisatie niet geheel onbesproken en het is duidelijk dat zij er een agenda op nahoudt; dit neemt niet weg dat er op West-Papoea wel degelijk op grote schaal mensenrechten worden geschonden, met een buitensporig aantal doden als gevolg

[vii] Zie het artikel in eindnoot i

[viii] www.telegraaf.nl/nieuws/2228854/doden-bij-verkiezingsgeweld-indonesisch-papoea

 

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties