De mediabubbel

Het is in de afgelopen 18 maanden duidelijk geworden dat de berichtgeving over Trump, nieuwe normen heeft gesteld aan wat eens goede journalistiek was.

Afb: Politico

Vroeger was nieuws de weergave van de realiteit en de journalistieke objectiviteit was synoniem met neutraliteit of onpartijdigheid en maakte onderscheid tussen feit en opinie/waardeoordeel. Dat was vroeger, voorheen, voordat Obama de scepter ging zwaaien in het Witte Huis. De traditionele media zijn niet meer.

Verschuiving van traditionele naar virtuele media

Wat de onderliggende oorzaak daarvan is, heeft de Amerikaanse presidentverkiezing aangetoond. Steve Bannon stelde het direct na de verkiezingsuitslag scherp the media bubble is the ultimate symbol of what’s wrong with this country… It’s just a circle of people talking to themselves who have no fucking idea what’s going on“. Hij zou er nog aan toe kunnen voegen “in the real world of the average American citizen”. Volgens de website www.politico.com is dat journalistieke groepsdenken een symptoom en niet de diepere oorzaak van de media miscalculatie waardoor niet Clinton, maar Trump de presidentverkiezing heeft gewonnen. Wat was die oorzaak?

Tucker Doherty, een journalist die verbonden is aan de genoemde website, heeft arbeidstatistieken verbonden met kiesresultaten en volkstelling gegevens om te kunnen vaststellen of en in hoeverre het medialandschap van 2008 verschilt van die van 2016 om verschuivingen en effecten daarvan op te kunnen lijnen. Op basis van die combinatie concludeerde hij dat er inderdaad sprake was van eeen media bubbel die tijdens de Obama periode vooral op beide kusten in de zogenaamde blauwe staten is ontstaan en gegroeid. Onder de huidige omstandigheden neemt die media bubbel in de USA steeds extremere vormen aan, heeft een geografisch en een politiek karakter en wordt gedreven door een industriële motor.

Uit dat Doherty onderzoek blijkt dat de (hardcopy) traditionele media in de achterliggende decennia sterk is gekrompen[1] en inmiddels overvleugeld is, zo niet vermalen wordt, door internet media organen[2].

Eind 2015 blijkt dat deze twee medialijnen elkaar hebben gekruist, waarna de traditionele media een neerwaartse en de virtuele media een opwaartse trend kreeg. Die verschuiving heeft niet alleen een medium, maar ook een radicaal sociopolitiek karakter.

De traditionele media waren over het gehele Amerikaanse continent verspreid, de virtuele media zijn dat niet. 73% van de banen in de virtuele sfeer is geconcentreerd in de Boston-New York-Washington-Richmond corridor en West kust halve maan die zich uitstrekt van Seattle via San Diego naar Phoenix. Slechts 5% van die banen is te vinden in Chicago, het voormalige traditionele media centrum, en de resterende 22% is verdeeld over het continent zonder noemenswaardige concentratiegebieden. Die groei van het virtuele medium heeft vooral buiten het traditionele hart van de USA plaats gevonden, in regio´s waar Clinton haar grootste winsten boekte. Wanneer conservatieven stellen dat het huidige media landschap zich vooral manifesteert op beide kusten met een liberale oriëntatie, dan zitten ze gezien de resultaten van het Doherty onderzoek, er niet ver naast.

Clusters, belangen en polarisatie

Experts beweerden aan het begin van het huidige millennium dat het internet een snellere doorstroming van media naar andere dan de traditionele grote metro regio´s zou stimuleren. Het tegenovergestelde is juist gebeurd. Die kenners hebben de clusterneiging van gespecialiseerde industrieën[3] (waartoe de media ook gerekend moet worden) met hun zoektocht naar sponsors, specialisten op o.m. juridisch gebied en de kracht van loonontwikkelingen genegeerd. Bij het traditionele mediamodel was een dergelijke clustering niet mogelijk, omdat media om hun werkzaamheden te kunnen financieren, fysiek in de buurt van hun doelgroep en adverteerders moesten zitten. Die advertenties hadden betrekking op goederen en diensten die verbonden waren met de regio zoals onroerend goed, werkgelegenheid, autoverkoop[4] etc.

Die begrenzing kent het virtuele medium niet. Die is niet afhankelijk van de plaatselijke nering en drukpers en heeft de handen vrij om clusters te formeren, waar en met wie zij wil. Die clusters gericht op een bepaalde doelgroep, belangengroepering en/of politieke kleur, hebben specialisten in dienst genomen om de snelheid en kwaliteit van hun berichtgeving naar hun belangengroeperingen en doelgroepen te optimaliseren[5]. De kompasrichting van die clusters werd en wordt ook bepaald door het adagium dat money get served better than the places without. Doelgroepen en belangengroeperingen in de clusterregio´s zijn rijker, liberaal en invloedrijker dan de doorsnee Amerikaan in het hartland van de USA. Tijdens de Obama periode kregen media uitingen een groeiende Democratische oriëntering, werd Obama als een halfgod zonder tekortkomingen op zijn wenken bediend en werd het fenomeen van het eigen gelijk geboren. De traditionele journalist dreigde uit te sterven.

Die opstelling had twee vervelende gevolgen voor de doorsnee burger in het hartland. Cluster groeperingen overtuigd van het eigen gelijk, eigenden zich ondersteund door clustermedia het recht toe om de rest van de bevolking hun zienswijze hoe te leven en te denken op te moeten dringen. Daardoor dreef het liberale Amerika steeds verder af van de samenlevingen in het hartland. Die samenlevingen gingen zich mede door de banenkrimp (veel industrieën gingen kapot door een moordende buitenlandse concurrentie of doordat grote concerns naar het goedkopere buitenland verkasten) en daardoor de steeds slechtere economische vooruitzichten, nadrukkelijker afzetten tegen de clustergroeperingen.

Door lipservice te blijven doen voor liberale groeperingen dreven virtuele media clusters fysiek en mentaal ver af van de inwoners van het Amerikaanse hartland en waren dientengevolge nauwelijks of niet geïnteresseerd in hun wensen en levensomstandigheden. Aan het einde van de verkiezingsavond konden ze vaststellen dat ze het bij het verkeerde einde hadden en de red neck Amerikaan bevestigde geen boodschap te hebben gehad aan de heilsberichten van de rijkere en liberale bovenlaag.

Het eigen gelijk zaligmakend

Wat in de voorgaande tekst in Amerika is gesignaleerd, is blijkbaar nog steeds niet doorgedrongen bij de Nederlandse gevestigde media. Ook in Nederland blijkt de virtuele media te zijn geclusterd. In dit geval in de Randstad. Ook in Nederland laten media hun oren hangen naar politici en belangengroepringen. Ook in Nederland denken politici en belangengroeperingen met hulp van de media dat zij vanuit hun ivoren torens in de Randstad de rest van Nederland kunnen opdragen hoe te denken en te handelen. Voorbeelden zijn de groeiende invloed van de EU, ethische bestorming van het koloniale verleden met de bekende kreten over het slavernij verleden, het weggummen van alle namen waarin het woord zwarte zit, het ontkennen van de verderfelijke invloed van het islamisme voor de Nederlandse samenleving en in het verlengde het gebrek aan tolerantie voor vrouwen, homosexuelen en leden van een andere religie.

Het gevolg is dat de samenleving geconfronteerd wordt met journalisten, reporters en media organen die maar al te graag de naïeve samenleving hun eigen gepolitiseerde visie over ontwikkelingen en gebeurtenissen tot vervelends toe willen opdringen. Die partijdig zijn en vanuit die eenzijdige partijdigheid selectief omgaan met het verzamelen en verwerken van informatie. Afhankelijk van de eigen mening, vaak vertaald als een visie, worden ontwikkelingen die wel of niet in het eigen gelijk passen, gebagatelliseerd of benadrukt. Het gevolg is dat het grote publiek dagelijks wordt gebombardeerd met feitenloos nieuws en een onderscheid met nepnieuws niet kan worden gemaakt. De verwarring onder lezer, luisteraar en kijker wordt nog verscherpt, doordat media en politici informatie die het eigen gelijk kunnen ondergraven, voortdurend afdoen als nepnieuws. Dat eigen gelijk principe is vooral herkenbaar bij links georiënteerde media en in diens spoor policor politici en vertegenwoordigers van asiel, klimaat en energie-industrie de boventoon. Op die manier wordt een sterk subjectief beeld geschapen dat op geen enkele manier lijkt op de realiteit van de Nederlander in de straat. De Nederlandse samenleving zit opgescheept met de gevolgen van het eigen gelijk van politici, media en belangengroeperingen..

Bij die berichtgeving blijken fatsoen en respect begrippen die een eenzijdige betekenis hebben gekregen en niet meer gelden voor tegenstanders van het eigen gelijk. Wanneer de teksten van die eigen gelijk nieuwsbrengers nader bestudeerd worden, valt het op dat die vaak een vergelijking met riool journalistiek glansrijk kunnen doorstaan. Worden zulke teksten tegen hen gebruikt dan is de wereld te klein en wordt onmiddellijk een klacht neergelegd bij de Raad van de Journalistiek of een rechtbank. Zelf liggen ze niet meer wakker van teksten met halve waarheden, verborgen beschuldigingen en sterk op de man en vrouw gerichte discriminerende uitlatingen.

Het eigen gelijk is door het ongelimiteerde groepsdenken[6] uitgegroeid tot het gemeenschappelijke gelijk en heeft tegenstellingen tussen diverse eigen gelijk groeperingen verdiept. Het resultaat is verdeling en polarisatie van de samenleving. Niemand is bereid water in de wijn te doen of een stap terug te maken. De stem van het volk (het electoraat) wordt door het beterwetende eigen gelijk politieke kartel achteloos en arrogant als niet ter zake doende ter zijde geschoven.

Oplossing voor media bijziendheid?

De vraag is of die media kortzichtigheid kan worden genezen? Veel Amerikaanse nieuwsorganen hebben in tegenstelling tot het gros van de Nederlandse media, de instelling om iedereen rechtvaardig te behandelen. Fox nieuws, Daily Caller en Breitbart die overigens ook in die media bubbel acteren, hebben wel de moeite genomen om naar de stem van de doorsnee Amerikaan in het hartland te luisteren en uit te dragen. Het is niet verrassend dat hun kijkdichtheid en waarderingscijfers in de afgelopen jaren omhoog geschoten zijn[7]. Trump voerde met succes een Foxachtige campagne onder het motto “niet beloven wat je niet kunt waarmaken en beloftes inlossen”, ging naar de Amerikaanse burger in het hartland toe en luisterde naar zijn hartenkreten. Het resultaat is dat hij nu in het Witte Huis resideert. In Amerika werden de liberale media door het electoraat afgestraft.

Zijn Nederlandse media organen genegen om iedereen rechtvaardig te behandelen? Gelet op de benauwde eigen gelijk inspanningen van zendgemachtigden om de Nederlandse samenleving op te voeden en het hijgerig bedienen van het politieke kartel, is het antwoord ontkennend. Publieke en commerciële media zijn in dat geval nauwelijks van elkaar te onderscheiden en bewandelen de linkse, de liberale route. Dat heeft de berichtgeving over Zwarte Piet wel bevestigd. Wordt de politiek afgestraft als blijkt dat de media tekort zijn geschoten in het preken van het eigen gelijk van het politieke kartel? Dat blijkt dus niet uit de politieke ontwikkelingen na de laatste twee verkiezingen. Bij de hernieuwde inkleuring van het politieke landschap blijkt dat partijen die hebben verloren, winnen en partijen die hebben gewonnen, verliezen. Aan het einde van de dag heeft het politieke kartel het verkiezingsresultaat naast zich neergelegd en vervolgt vrolijk fluitend de kartel route. De kiezer doet er in feite niet toe. Dat is het grote verschil met de USA.

Politico denkt een oplossing voor de huidige verkromming van de berichtgeving gevonden te hebben en stelt dat Journalists respond to their failings best when their vanity is punctured with proof that they blew a story that was right in front of them. If the burning humiliation of missing the biggest political story in a generation won’t change newsrooms, nothing will. More than anything, journalists hate getting beat. Of Nederlandse journalisten ook gevoelig zijn voor de gevolgen van een verkeerde berichtgeving? Onderzoeksjournalisten zeker. Journalisten van de gevestigde media? Er zijn er die zich dat zeker zullen aantrekken. Wanneer de lezer een blik werpt in de diverse columns die dagelijks verschijnen, kan hij en zij zelf vaststellen wie daarvoor wel gevoelig is. Er zijn dus journalisten, die beantwoorden aan het bovenstaande, maar hun aantal, reikwijdte en invloed is te gering en te klein om op korte termijn te kunnen zorgen voor een mentaliteitsomslag bij politieke en media. In Nederland zal de media bubbel voorlopig niet doorgeprikt worden.

 —————————————————

[1] Van 455.000 reporters, verkopers, administratieve krachten, ontwikkelaars in de jaren ´90 van de vorige eeuw naar 174.000 in januari 2017 (gegevens van het Bureau of Labor Statistics)

[2] Groei van 78.000 in 2008 (begin van de Obama periode) naar 207.000 in januari 2017.

[3] Voorbeelden daarvan zijn de Auto industrie in Detroit (een bestaande zware industrie, natuurlijke hulpbronnen, ervaren arbeiders en een uitgebreid logistiek netwerk ), Seattle dat door Microsoft uitgroeide tot als een technologisch bastion en nadat die industrie naar Silicon Valley verhuisde een ecosysteem van de grond trok waarin o.m. Amazon kon floreren.

[4] In de USA gekarakteriseerd als non-tradable goederen.

[5] NY concentreert zich op financiële stromingen, amusement en cultuur; Washington op de nationale politiek en Los Angeles/Hollywood op de amusement industrie.

[6] A group of people come to share a particular view or belief without a proper appraisal of the evidence. This leads them to insist that their belief is shared by a ‘consensus’ of all right-minded opinion. Because their belief is ultimately only subjective, resting on shaky foundations, they then defend it only by displaying an irrational, dismissive hostility towards anyone daring to question it.

[7] Fox is tegenwoordig lijstaanvoerders van de zendgemachtigden. Breitbart heeft meer dan 15 miljoen bezoekers per dag en staat daarbij niet ver achter de Hill (24 miljoen) en Politico (25 miljoen)

 

 

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties