“Beloftes tot verbetering wekken geen doden tot leven” daarmee eindigt de betrokken journalist zijn artikel in de Telegraaf met de titel “Bloedserieus in een gesloten bolwerk”. In een ander artikel worden de prestaties van de zittende Minister benadrukt, waarbij die journalist zijn collega lijkt te weerspreken.
Wat echter onbeantwoord blijft is de vraag waarom die journalisten in de achterliggende perioden regelmatig de minister de hand boven het hoofd hebben gehouden en haar nu ongenuanceerd lopen af te breken. Het zal waarschijnlijk wel iets te maken hebben met het beleid van leiding en redactie van de Krant van wakker Nederland.
Defensie is meer dan de Minister.
Nederland heeft zijn zondebok. Machtswoorden over haar falen rollen uit de reacties op de sociale media. In de berichtgeving over het rapport van het Mortier ongeval en zin en onzin van de uitzending naar Mali blijven de inspanningen van de heren Koenders en vooral Timmermans buiten veel beschouwingen. Opmerkelijk is dat de twee babbelboxen stil zijn en geen behoefte hebben om hun collega in bescherming te nemen. Ook de verantwoordelijkheid van hogere militairen bij Bestuursstaf en Landmacht en het enthousiasme van de militaire vakbonden voor de Mali uitzending blijven buiten die beschouwingen.
Wanneer de lezer/lezeres de foto in de herinnering terughaalt waar twee heren en een dame over een Nederlandse bijdrage aan Minusma praten, zal het hem/haar direct opvallen dat de heren het gesprek voeren en de dame er maar een beetje bij lijkt te zitten. De twee politici van PvdA huize regelen de uitzending eventjes onder elkaar en de foto prikkelt het vermoeden dat Timmermans met de zege van Rutte als woordvoerder van de regering aan de gesprekstafel is aangeschoven. En de Minister? Die zit erbij en kijkt ernaar. Bovendien wist de lepe Timmermans vermoedelijk toen al dat hij niet verantwoordelijk gesteld zou kunnen worden voor incidenten met een dodelijke afloop dan wel een blijvende inbreuk op de gezondheid van uitgezonden militairen in het verloop van de missie duur. Brussel zou in november 2014 zijn nieuwe werkomgeving zijn en zijn gesprekspartner zou zijn ambt in Den Haag gaan overnemen. Kwam toch heel goed uit. En de Minister van Defensie? Die zat erbij en keek ernaar. Vermoedelijk niet beseffend in welk wespennest zij zich had laten steken. Met dank aan de inspanningen van die twee heren van PvdA huize.
Bij die reacties is het ook opmerkelijk hoe beperkt de kennis van militairen op de werkvloer is omtrent het proces dat moet leiden tot de overdracht van een militaire eenheid aan de Minister van Defensie die vervolgens politiek verantwoordelijk is voor de ins en outs gedurende de missie. Uit eigen ervaringen is het mij duidelijk geworden dat de Commandant der Strijdkrachten (CDS) aan een of meerdere krijgsmachtdelen opdracht geeft een eenheid te formeren en voor te bereiden op de missie. In algemene zin wordt de ondercommandant die het gros van de inspanningen pleegt om een eenheid uitzendbaar op de mat te brengen, voor het geheel verantwoordelijk gesteld.
De vraag is nu wat dat uitzend gereed maken en houden betekent? Uit het uitzend gereed maken van UNIFIL en de drie rotaties Dutchbat is mij gebleken dat de CDS die opdracht wel of niet begeleid door richtlijnen doorschuift naar een of meerdere van zijn ondercommandanten. In het geval van de Landmacht zal de Bevelhebber/Commandant een ondercommandant opdragen om samen met zijn stafofficieren een eenheid met personeel en materieel te vullen en op te bouwen. Dat laatste betekent dat de eenheid wordt opgeleid en geoefend in het takenpakket en mentaal en moreel wordt voorbereid op het spanningsveld in het missiegebied. Een van die inspanningen is de materiële vulling en de kwaliteitscontrole van het materieel in het algemeen en wapensystemen en munitie in het bijzonder. Een van de achteraf geconstateerde omissies in Srebrenica was dat mede door het gebrek aan klimaat neutrale opslaglocaties en het, gedwongen door het gebrek aan adequaat gereedschap, gebrekkig uitgevoerde onderhoud, een teruglopende kwaliteit van de meegenomen munitie.[1] Niet voorkomen kon worden. Daardoor werden de risico´s van de betrokken militairen onaanvaardbaar groot. Wanneer de Bevelhebber/Commandant op advies van stafofficieren en ondercommandanten oordeelt dat de eenheid gereed is voor uitzending, overhandigt hij die eenheid voorzien van kanttekeningen over de kwaliteit van personeel, materieel, munitie en de operationele inzetbaarheid middels de CDS aan de Minister.
De vragen die nu opdoemen, betreffen de invulling van het beschreven proces. Zijn er rapportages beschikbaar en toegankelijk waaruit kan worden geconcludeerd wanneer, waar en wat is fout gegaan met de kwaliteitscontrole van de verstrekte munitie voor en tijdens de uitzendperiode? Indien die bestaan waren daar brandbrieven bij en wat is de strekking daarvan gedaan? Nederland weet onderhand dat de informatie van het Korps Commandotroepen in Den Haag nauwelijks tot enige reuring heeft geleid. In het verlengde zou het niet verrassend zijn als uit het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) blijkt dat er meermaals gewaarschuwd is voor de achteruitgang van de munitie kwaliteit en die brandbrieven ergens in Den Haag of in het land zijn blijven liggen[2].
Raymond Knops twitterde “Defensie schoot ‘ernstig tekort’ bij dodelijk mortierongeluk Mali“ en duidde in dat bericht vermoedelijk alleen op de Minister. Uit de bovenstaande beschrijving kan worden vastgesteld dat Defensie in ieder geval meer is dan de Minister en ook de rol van een aantal opper en wellicht ook vlagofficieren voor en tijdens de lopende Mali missie tegen het licht gehouden moet worden.
Ik ben weliswaar verantwoordelijk en aansprakelijk, maar mij treft geen schuld[3].
Een aantal citaten geeft een indruk hoe politici, Krijgsmachtleiding, vakbonden en werkvloer tegen de uitzending en de verlenging van die missie hebben aangekeken.
Als je Den Haag moet geloven, zijn er grote belangen mee gemoeid. Zo is de missie volgens premier Rutte in het directe belang van Nederland. Het kabinet ziet zich hierin gesteund door HCSS, de Haagse denktank van Rob de Wijk. Die schreef dat de missie in het Nederlandse belang was en waarschuwde voor Mali als Jihadistische springplank naar Europa. In aanloop naar de missie meldde minister Hennis van Defensie dat als er een stevig bestuur is en het land geen vrijhaven meer is voor terroristen en criminelen, de missie ten einde zou zijn. Commando’s gaan mee. Dat is fijn, vond ook premier Rutte. Dat is een verhaal dat je kunt vertellen. Het ministerie van Defensie bevestigt dat er, ondanks het politieke narratief, in Mali niets tegen terreur wordt gedaan, want ‘[antiterreur] is geen taak van de Nederlandse eenheden en maakt geen onderdeel uit van het mandaat.
De legertop toont zich in dit jubileumjaar – 2013 – zeer verguld met de missie naar Mali, missie nummer 38 sinds 1940.
De AFMP spreekt van een politiek goede keus waar het om de uitzending gaat. Dit soort missies is immers een belangrijke taak van Defensie. Alle militaire vakbonden hebben nog wel wat vragen over de missie naar Mali, maar ze hebben er geen bezwaar tegen. Uitzending van Nederlandse troepen naar Mali is een goede zaak, mits het kabinet aan een aantal voorwaarden voldoet die te maken hebben met de veiligheid van het betrokken personeel zolang de veiligheid van de militairen zo goed mogelijk wordt gewaarborgd; goed geregelde medische hulpijn (die bezorgdheid werd weggenomen door de Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp), medevac in een ziekenhuis die aan de westerse normen voldoet (in Mali?) en de afbouw na het einde van de missie is geregeld.
Tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer stelde de commandant van het Korps Commandotroepen dat zijn militairen ver onder hun niveau werkten. De commandant Defensie Helikopter Commando maakte zich vooral zorgen over tekorten aan technisch personeel en uitzendmoeheid bij de manschappen. Toch stuurde de regering, een kleine maand later, de artikel 100 brief met het voornemen om de Nederlandse bijdrage aan de VN missie in Mali te verlengen.
Een zondebok met meerdere koppen en rompen.
Defensie is in het geval van een Mali meer dan de Minister, waarbij het duidelijk is dat het wel de regering is geweest die om politieke redenen de uitzending en de verlenging daarvan heeft doorgedreven. Immers niet het voorkomen dat Mali een springplank voor het Jihadisme zou worden, was het argument voor een uitzending, maar het verkrijgen van een gedeelde stoel in de Veiligheidsraad. Vanuit die invalshoek is niet de minister maar de regeringsleider – de premier – verantwoordelijk voor de omgekomen militairen in Mali. Zeker als men in de beschouwing neemt dat na Srebrenica het politieke micromanagement en de ongewenste inmenging in het militaire besluitvormingsproces irritante vormen heeft aangenomen. Bovendien moeten ook de schimmige rollen van Timmermans en Koenders in de besluitvorming die resulteerde in de uitzending naar Mali, aan een intensieve beschouwing onderworpen worden. Die twee heren mogen er niet zonder kleerscheuren vanaf komen.
Hoewel ik van mening ben dat de huidige minister heeft bijgedragen aan de kaalslag van de Krijgsmacht en allang haar verantwoordelijkheid had moeten nemen, moeten ook de inspanningen van andere regeringsleden tegen het licht gehouden worden. Bovendien moet ook de rol van verantwoordelijke militairen aan een diepgaand onderzoek onderworpen worden. Dat was ook een van de vaststellingen uit het NIOD rapport over het Srebrenica debacle en daarna is de Krijgsmacht ogenschijnlijk op de oude weg doorgegaan. Opperofficieren voelen zich wel verantwoordelijk en zijn aansprakelijk, maar hen treft merkwaardig genoeg geen schuld. Daarom zijn er geen redenen om op te stappen. Het antwoord op de vraag wie dan wel de schuld draagt voor omgekomen militairen tijdens een uitzending, wordt angstvallig vermeden. Uit het Srebrenica en Mali verhaal blijkt eens te meer dat morele moed niet kan worden aangeleerd, maar moet het individu van nature hebben.
Militair? Je moet het maar willen.
———————————————————-
[1] Persoonlijk heb ik daarover een geheel andere visie, maar dat is in dit artikel niet ter zake doende.
[2] Die rapportage komt dan via het Crisiscentrum (of hoe die tegenwoordig bij de Bestuurstaf in Den Haag heet) uiteindelijk op het bureau van de CDS terecht.
[3] Uitspraak van Commandant Landstrijdkrachten na de dood van sergeant Boy van Geffen, onderofficier verbonden aan de Luchtmobiele brigade in Schaarsbergen. Defensie constateerde in een vertrouwelijk rapport (dat wel in handen van de media kwam, zo vertrouwelijk was de inhoud) dat daarbij tientallen fouten gemaakt zijn (onvoldoende instructeurs, onduidelijkheid over de scheiding van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, onvoldoende inzicht in het risico). De conclusie was in tegenspraak met het rapport van de OVV die constateerde dat “er geen structurele tekorten naar voren zijn gekomen waarvoor maatregelen getroffen moeten worden of waaruit lering kan worden getrokken.’ Voor de Commandant was het geen reden om op te stappen zoals hij onlangs wel de Minister adviseerde.
Dat Hennis niet meer is dan een marionetje van louche VVD ‘puppetmasters’ op de achtergrond is al lang bekend, dus die kwade geesten zouden hier eens tegen het licht gehouden moeten worden, maar dat voorkomt Rutte natuurlijk coûte que coûte.
“Bovendien moeten ook de schimmige rollen van Timmermans en Koenders in de besluitvorming die resulteerde in de uitzending naar Mali, aan een intensieve beschouwing onderworpen worden. Die twee heren mogen er niet zonder kleerscheuren vanaf komen.”
Inderdaad! Dat is uiteraard minstens even belangrijk : een naargeestige narcist als Koenders, die verantwoordelijk was voor de sabotage van de Kunduz missie, moest nu zo nodig zijn persoonlijke aanzien opkrikken door Hollandse jongens aan te leveren voor een nutteloze klus maar kon na Kunduz natuurlijk niet zijn handtekening onder het besluit zetten.
Geen nood, want de moreel al even corrupte Timmermans was niet te beroerd om dat nog snel voor zijn rekening te nemen, vlak voor zijn vertrek naar Brussel. Moreel corrupte, louche salon-socialisten op hun allerslechtst. Navrant maar logisch dat de sluipmoordenaar Asscher dan probeert dit onder het kleed te vegen.