WRR: “Veiligheidssituatie vraagt om serieuze Defensie-investeringen”

‘Nederland heeft het qua budgettaire inspanning laten afweten’. Daarom moeten de uitgaven voor Defensie in vooraf bepaalde stappen naar 2% van het BNP 2024, vindt de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) volgens een gisteren gepubliceerd rapport, een typisch product van de Open Deur Universiteit.

Het is eigenlijk een de zoveelste aanvulling op iets dat we al járen weten en waaraan tot nu toe nog steeds hé-le-maal níks is gedaan. Afgelopen maart gaf de Adviesraad Internationale Vraagstukken exact hetzelfde advies. 

Afb: wikimedia

De verslechtering van de internationale veiligheidssituatie vormde de aanleiding voor het opstellen van het adviesrapport ‘Veiligheid in een wereld van verbindingen: een strategische visie op het defensiebeleid’. Het Nederlandse veiligheidsbeleid moet hierop worden aangepast en ingericht.  De WRR stelt niet alleen vast dat de dreiging voor Nederland is gegroeid door bijvoorbeeld de komst van vluchtelingen, burgeroorlogen in het Nabije Oosten en Afrika, ISIS en terroristische dreigingen. De raad benadrukt vooral de toenemende samenhang tussen interne en externe veiligheid. Conflicten elders werken in eigen land door zoals bedreigingen via cybertechnologie en -strategie; denk aan hacken en verspreiding van desinformatie (fake news). Niets nieuws onder de zon, dus. Alleen maar weer een bevestiging van wat we al wisten en waar op deze website door ter zake deskundigen regelmatig aandacht besteed wordt.

Deze bedreigingen vragen volgens de WRR om een geïntegreerde veiligheidsstrategie. Hierin moeten zowel de huidige internationale als nationale veiligheidsstrategie worden samengevoegd, waarvan het een raadsel is waarom dit nog niet eerder gebeurd is. In verband hiermee moet er een algemene Raad voor de Veiligheid komen onder voorzitterschap van de minister-president. Hoera, denk ik dan: weer een praatgroep annex denktank die vanwege de onwil om in veiligheid te investeren steevast achter de feiten aan zal blijven hobbelen en gevuld zal worden met leden van het partijkartel in plaats van ter zake deskundigen. Een planbureau voor de veiligheid kan deze raad volgens de WRR ondersteunen en de veiligheidsstrategie opstellen*.

WRR-lid Ernst Hirsch Ballin overhandigde het rapport aan minister-president Rutte en minister Hennis-Plasschaert van Defensie. Rutte: “Zoals u zult begrijpen, ligt het voor de hand de kabinetsreactie op dit rapport aan een volgend kabinet over te laten. Het nieuwe kabinet zal zonder meer zijn voordeel kunnen doen met de aanbevelingen van de WRR”. Nóg een open deur, want zo gaat het immers altijd: belangrijke beslissingen worden steeds maar weer uitgesteld naar het volgende kabinet** . De minister-president zei wel de conclusie te onderschrijven dat het binnenlandse en buitenlandse veiligheidsbeleid met elkaar moeten samenhangen en elkaar moeten versterken.

De minister van Defensie sloot zich hierbij aan: “Terecht onderstreept de WRR dat een substantiële reactie op de verslechterde veiligheidsomgeving noodzakelijk is. Ook het krachtige pleidooi van de WRR voor een doeltreffend antwoord op de samenhang tussen de veiligheid in Nederland en die in de wereld is herkenbaar. Dat geldt eveneens voor de oproep van de WRR om de Nederlandse defensie-inspanning te verbinden aan bondgenootschappelijke verplichtingen”. De NAVO en de EU moeten volgens de WRR dus de belangrijkste kaders blijven voor het Defensiebeleid. Naar mijn mening moesten we maar eens wat minder aandacht (en geld) aan die EU besteden en wat meer aan de NAVO.

Tot slot pleit de raad voor het gericht versterken van de krijgsmacht. Gelet op de leegloop bij de krijgsmacht, waar De Telegraaf deze week nog over berichtte, vanwege de groeiende ontevredenheid over het doorlopende gemorrel aan secundaire arbeidsvoorwaarden, het opschroeven van de FLO-leeftijd (functioneel leeftijdsontlag) en het gebrek aan carrièreperspectieven – los van de nieuwe instroom die sterk achterblijft bij de behoefte – zal dit zware investeringen gaan vergen, ook om het werken bij de krijgsmacht weer zowel lonend als  aantrekkelijk te maken.

Ik zou maar niet tot 2024 wachten met die 2% van het BNP. Om dat inzicht te hebben, hoef je echt geen wetenschapper te zijn.

Bron: Defensie.

*Ik zie er niet de meerwaarde van in om wéér een extra raad in het leven te roepen, terwijl er onder andere al de WRR is, het Haagse Centrum voor Strategische Studies van prof. De Wijk, de AIV van prof. Voorhoeve, Clingendael, TNO, de Algemene Rekenkamer, een vaste Kamercommissie en het ministerie van Defensie zelf zijn, die zéér goed in staat zijn om de vinger op de zere plek te leggen. Waar we op zitten te wachten, zijn beslíssingen en – dat vooral – de uitvoering daarvan.

**Het trieste dieptepunt daarvan was wel de beslissing over de aankoop van de JSF, die volgens een NRC-interview met de toenmalige staatssecretaris van Defensie Gmelich Meijling – inmiddels al overleden – uit 1997 al in 2000 genomen zou worden… dat werd half september 2013.

 

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

2 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
r.dunki
7 jaren geleden

Zijn wij niet altijd “het land van het gebroken geweertje” geweest?

Een eeuw geleden verleende de meest uitgesproken en luidruchtige propagandiste van het pacifisme à titre personelle gratie aan de oorlogsmisdadiger die voor W.O.I verantwoordelijk was en twintig jaar later kregen wij daarvoor de rekening gepresenteerd.

Uiteraard was zij toen als eerst weg met al haar spaarcentjes om vooral niet met de gevolgen van haar laffe overtuiging te hoeven leven.
Maar kijk ook nu maar op het Binnenhof rond om haar spirituele opvolgers rond te zien paraderen die ervoor verantwoordelijk zijn dat onze militairen met verouderd en onbetrouwbaar materiaal zijn opgescheept en de risée van de NATO zijn.

charlef
7 jaren geleden

Wat een ontdekking die onsplitsbare veiligheid. Dat heeft de WRR natuurlijk niet zelf bedacht, maar uit het NATO Strategisch Concept “Active Engagement, Modern Defense” gehaald dat eind 2010 ! het levenslicht heeft gezien. In 2011 heb ik al vastgesteld dat de Krijgsmacht niet voldeed aan de criteria die in dat concept voor de krijgsmachten van de lidstaten waren vastgelegd. Zie “Spoort het Eindrapport Verkenningen met het nieuwe Strategische Concept van NATO (Carre #3, 2001). Bovendien is het gelet op de status van de Nederlandse Krijgsmacht, Politie, Justitie en Rechtspraak en de politieke onwil om daarvoor meer dan €10 miljard te reserveren, een utopie te stellen dat Nederland binnen afzienbare tijd (regeerperiode Rutte III) die onsplitsbare veiligheid op de rails heeft. Als de WRR alle artikelen over deze materie uit Carree en website Sta-pal had samengevat waren ze in een dag gereed geweest. Voor een paar centen had ik het nog wel voor de heren niet-deskundigen willen doen. Net als het rapport van de AVI is dit wrochtsel van de WRR zonde van het papier en diende het vermoedelijk alleen maar als werkverschaffing voor politiek georienteerde heren.