De westerse wereld wil zo graag dat alle staten op de wereld een democratie naar westers model hebben, maar vergeten dat iedere cultuur zijn eigen specifieke kwaliteiten en tekortkomingen heeft. De afgelopen decennia is herhaaldelijk gebleken dat de democratische vrijheid die westerse samenlevingen genieten, niet voor iedere cultuur de gewenste oplossing biedt.
Historisch gezien bestaat een groot verschil tussen het westerse model en een bestuursmodel als in Turkije. Het westerse model heeft zich ontwikkeld vanuit een sedentaire omgeving in relatieve rust, beïnvloed door een groot aantal stromingen. Vooral de drie vertegenwoordigers van de Verlichting – Voltaire. Montesquieu en Rousseau – hebben een grote invloed gehad op de krachten die uiteindelijk hebben geleid tot een westers democratisch samenlevingsmodel. Voltaire[1] was stimulator van de humanistische stroming binnen de Verlichting en goeroe van verdraagzaamheid. Hij strijdt vasthoudend en hardnekkig tegen racisme en slavernij en kan als een van de eerste voorvechters voor mensenrechten worden beschouwd. Montesquieu publiceert in 1748 zijn idee van de splitsing van de macht in drie delen: uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht (later Trias Politica genoemd). Rousseau publiceert in 1762 zijn Contrat Social waarin hij voorstelt dat het volk vrij moet zijn, de macht niet aan de koning overdraagt, maar deze zelf moet behouden.
Zo´n groei heeft het Turkse model niet gehad. Grofweg is dat model uit het zadel ontstaan en de (semi)nomadenleefstijl wijkt sterk af van de Europese sedentaire invulling. De moderne Turk is een hybride uitvoering van volkeren, die in drie stappen gemigreerd zijn vanuit het Altajgebergte naar Anatolië en volken in Anatolië en het gebied tussen Zwarte en Kaspische Zee. De eerste stap in de periode 900VC-0 betreft een in afstand beperkte expansie in zuidoostelijke richting, waardoor de proto-Turkse taal zich splitst in drie dialecten[2]. Het gebergtestelsel in het noorden van Mongolië verhindert een directe migratie uit het gebied dat begrensd wordt door Irtysh, Ob en Jenisei en Orkhan. Daarom is het vermoedelijk beperkt gebleven tot een rondje rond het Mongoolse deel van het Altajgebergte. De tweede stap brengt Turkse volken dieper Centraal Azië in. Migraties in de periode 200-800 resulteren in de vorming van het machtige Görkturk-Oeigoerimperium[3] dat een diepe invloed heeft gehad op het leven in Mongolië en Centraal Azië. De effecten daarvan waren tot in Oost-Europa en het Byzantijnse Rijk te merken. De derde stap vindt plaats in de periode 800-1400: Na de fragmentatie van het Görkturk-Oeigoerimperium trekken Seljuken/Seltsjoeken omstreeks 985 naar het islamitische Nabije Oosten en omstreeks 1040 marcheren de eerste Seljukse ruitereenheden het Byzantijnse Rijk binnen. Plunderend trekken ze door het huidige Iran en Irak. Vervolgens komen Armenië en Anatolië aan de beurt en in 1054 staan de eerste Seljuken aan de Zwarte Zee. Het Abbassidenkalifaat kan niet anders dan de macht over hun gebied aan de Seljuken overdragen en plotseling is een nomadenstam heerser over een uitgebreid gebied. Op die manier komt het eerste niet-Arabische islamitische kalifaat van de grond.
Door dat prisma moeten de woorden van de Turkse minister van Buitenlandse zaken benaderd worden die hij vanaf het balkon van het Turkse consulaat aan een paar honderd Duitse Turken meegaf: “Bitte hört auf, uns Lektionen in Menschenrechten und Demokratie zu erteilen.” Türkische Staatsbürger würden in Deutschland systematisch unterdrückt. Das gehöre sich nicht für eine Freundschaft. Europa habe große Probleme mit Rassismus, Fremdenfeindlichkeit und Islamfeindlichkeit, und unterstütze alle Formen des Terrorismus gegen die Türkei“[4]. Een normaal denkend mens met een westerse oriëntatie denkt dat de man de weg kwijt is en in onze westerse beleving is dat ook zo. Alleen door zijn verwijten aan Duitsland m.b.t. mensenrechten, systematische onderdrukking, racisme en vijandigheid tegen vreemdelingen stuitert de man flink de bocht uit. Men kan zich deze verwijten beluisterend, afvragen hoe hij de vijandigheid tegen (vermeende) Gülen-aanhangers, Koerden en Syriërs wenst te benoemen. Of het gevangen zetten van tienduizenden ambtenaren, militairen en media vertegenwoordigers. Strijd tegen het terrorisme!
Terrorisme in de benadering van Erdogan is weliswaar anders dan in het VN-handvest, maar is wonderwel in overeenstemming met die van Putin. Beiden zien in iedere criticaster of tegenstander van hun ideeën een terrorist. Beiden hebben hun wetgeving zo aangepast dat ze onder een wettelijke vlag naar eigen goeddunken kritische geluiden uit de samenleving permanent of tijdelijk kunnen laten zwijgen. Wel zo makkelijk.
Kunnen wij westerlingen het anderen kwalijk nemen dat ze een afwijkende invulling aan het begrip democratie geven? Natuurlijk. Hoewel ze maar al te graag naar hun culturele afkomst en erfenis wijzen, blijft overeind staan dat in een democratie in welke vorm ook, ruimte moet bestaan voor andere geluiden dan de tonen van het eigen lied. Aan die ruimte is de manier verbonden waarop met mensen en hun religie en/of ideologie moet worden omgegaan. Daar wordt in Turkije geen invulling aan gegeven. De manier waarop Erdogan met democratische instrumenten zijn problemen met de Koerden probeert op te lossen, is daarvan een treffend voorbeeld. In zijn optiek is de Turkse krijgsmacht het geschiktste democratische instrument om van het Koerdische probleem af te komen. Een aantal jaren geleden bevestigde de voormalige Turkse vertegenwoordiger voor de onderhandelingen over de Turkse toetreding van de EU, dat een verdubbeling van de Turkse krijgsmacht naar 1.000.000 man noodzakelijk was om niet alleen de werkloosheid te bestrijden, maar vooral om weerstand te kunnen bieden aan opstandige Koerden in het zuidoosten van Turkije. Critici menen dat het bestrijden van de PKK met een dergelijke strijdmacht gelijk staat aan het vermoorden van een mier met een atoombom.
Afstammelingen van semi-nomadische etniciteiten hebben dus een andere invulling van democratie dan het westen. Het westen verstaat onder democratie vaak herkenbare aspecten als wetten en verkiezingen (ends), terwijl veel niet-westerse etniciteiten de informele consultatie tussen leider en geleiden benadrukken (ways).De tribale vorm van democratie van het Turkije van Erdogan wordt door Erdogan zelf beschouwd als de ultieme vorm van democratie, maar wordt door de westerse mens vertaald als autocratie of despotisme. De ene democratie is dus om moverende redenen niet de andere en het verschil in optiek stuurt dan ook de discussie over dat begrip Beide werelden zitten opgesloten in hun eigen denkwereld en zullen dus nooit dichter bij elkaar komen. De uitspraken van de minister van Buitenlandse Zaken bevestigen die vaststelling.
Wat de Turken in de Nederlandse context betreft: uit de ontwikkelingen in aanloop naar de verkiezingen komt een aantal interessante aspecten aan de oppervlakte. Een gering percentage – 16% – blijkt vertrouwen te hebben in de Nederlandse politiek en politici. Ongeveer 30% heeft geen interesse in de Nederlandse politiek en hebben meer belangstelling voor Turkse politieke gebeurtenissen. Bij Turken die wel naar de Nederlandse stemhokjes gaan, spelen drie onderwerpen een belangrijke rol: terrorisme, buitenlandse politiek en sociale zekerheid.
——————————————————-
[1] Pseudoniem voor Francois-Marie Arouet, 1694-1778),
[2] Proto-Jakoetisch inb. proto-Saka; proto-Centraal Turks (proto-Grote Steppe en proto Altaj-Sayan) en proto-Zuid.
[3] Een confederatie van 22 stammen en een daar van zijn de Qynyk het oervolk waaruit de de Seltsjoekdynastie voortkomt.
[4] Vanzelfsprekend sprak hij zijn gehoor in het Turks toe en is het vertaald in het Duits.
In een democratie is de staat er voor het volk o.g.v. een mandaat van dat volk; wat Erdogan op puur malafide wijze nastreeft is een nieuw Turks kalifaat dat daar geen enkele verwantschap mee heeft.
De megalomane Erdogan stelt al jaren heel cynisch dat democratie voor hem slechts een tijdelijk vehikel is op de weg naar de absolute macht, reden waarom zijn vooralsnog ontbrekende absolute meerderheid “gerealiseerd” wordt door de minderheid op democratische wijze te verkrachten en te vermoorden. Deze minderheid variëert van ‘andersdenkenden’ – die het in onze democratie ook al zwaar te verduren hebben – tot etnische minderheden als Koerden, maar een beetje genocide kan er nog wel bij.
Ook gaat hij Putin achterna met de miljarden die hij en zijn, door de Italiaanse justitie voor grootscheepse ‘money-laundering- vervolgde, zoon Bilal schaamteloos stelen.
Recentelijk heeft hij, meermaals, voor de voltallige Turkse en internationale pers zijn grote bewondering voor Adolf Hitler geuit en hij is al lang doende om zijn invloed in noord Iraq en noord Syrie te bestendigen in zijn megalomane streven naar een nieuw, Turks, kalifaat.
‘Beauty is in the eye of the beholder’, maar als u dat ongegeneerd autocratische kalifaat, zij het puur theoretisch, een Turkse variant op het begrip “democratie” wilt noemen geeft u deze sociopaath, mijns inziens, een klein beetje teveel credit…..