Volkssport nummer één

Al jarenlang wordt beweerd dat volkssport nummer één in Nederland dat vreselijke voetjebal is, maar de ervaring leert dat dat een onjuiste aanname is. Als er 4 miljoen mensen naar een wedstrijd van Oranje kijken, leert een eenvoudig rekensommetje dat 13 miljoen mensen nog steeds níet kijken; volkssport nummer één in Nederland is dan ook niet voetjebal, maar natrappen – en het liefst nog de verkeerden ook.

Trein bij ‘De Punt’. Afb: wikimedia

Zo besteedden verschillende grote kranten, waaronder dagblad De Telegraaf, de afgelopen week uitgebreid aandacht aan de verwikkelingen rond de treinkaping bij De Punt. Op 23 mei 1977 om negen uur ’s morgens werd de intercity tussen Assen en Groningen, bij de spoorwegovergang bij De Punt, door negen gewapende Zuid-Molukse jongeren gekaapt en tot stilstand gebracht. Tegelijkertijd begon de gijzeling van 105 kinderen en 5 onderwijzers in de lagere school van Bovensmilde. Met deze acties wilden ze de Nederlandse regering dwingen zich in te zetten voor een onafhankelijke Republiek der Zuid-Molukken en bovendien eisten ze de vrijlating van 21 Zuid-Molukse gevangenen. Als voor 25 mei 14:00 uur deze eisen niet zouden worden ingewilligd, zouden de trein en de school worden opgeblazen. Later, op 11 juni 1977, bijna drie weken na het begin van de kaping, openden mariniers het vuur op de trein, bijgestaan door zes Starfighters van de Koninklijke Luchtmacht die met de naverbranders vol open over de trein vlogen. Bij deze indrukwekkende militaire operatie kwamen twee gegijzelden en zes kapers om het leven. De overige treinreizigers werden bevrijd.

En jawel hoor, hoe kon het ook anders: nabestaanden van de gedode kapers willen nu, bijna 40 jaar na dato, een schadevergoeding, en zoals te verwachten viel, sprong advocate mevrouw mr. Liesbeth Zegveld, die steevast de belangen behartigt van de verkeerde partij, daar natuurlijk meteen gretig in. Áls er echter heden ten dage alsnog een schadevergoeding zou moeten worden toegekend, dan is het toch zeker aan de nabestaanden van de gedode gijzelaars  en aan de gijzelaars zelf, die drie weken van hun leven in angst en onzekerheid in een gekaapte trein hebben moeten doorbrengen.

De drie commandanten van de mariniers, die in 1977 de kaping beëindigden, vinden de kritiek die afgelopen jaren op de actie is ontstaan ronduit walgelijk. Ze stellen dat de beschuldigingen dat de kapers gewoonweg zijn geëxecuteerd kant noch wal raken. De militairen zeggen volgens de regels te hebben gehandeld, schreef De Telegraaf. Hierbij wezen ze op hun geweldsinstructie: gepast gebruik van geweld, aanhouden indien mogelijk, maar bij niet-zichtbare overgave uitschakelen. “Precies dat hebben we gedaan. Het is vooraf tot in den treure doorgesproken”, zo stelde de operationeel commandant van de mariniers, “We hebben altijd gezegd: hier gaan slachtoffers bij vallen”. De marinecommandanten noemen de getuigenverklaringen dat de kapers zijn geëxecuteerd “aantoonbaar leugenachtig”. Eén van de getuigen die in 2011 een verklaring heeft afgelegd was volgens hen niet eens marinier. De oud-officieren hadden de identiteit van een van de getuigen ontdekt. De getuige werkte wel voor defensie, maar was volgens de commandanten een bottelier (hofmeester). De oud-officieren konden de identiteit van de andere getuige niet achterhalen. Toch is zijn verklaring volgens hen ook leugenachtig. Die getuige claimt dat er bij de briefing voor de bevrijding van de trein èn bij die voor de bevrijding van de basisschool in Bovensmilde is gezegd dat er geen kapers in leven mochten blijven. Volgens de commandanten kan de getuige helemaal niet  weten wat er in beide briefings gezegd is, omdat ze tegelijkertijd plaatsvonden, maar wel op twintig kilometer afstand van elkaar.

Wat men heden ten dage ook moge vinden van de acties rond de beëindiging van de treinkaping en hoeveel sympathie men ook moge hebben voor de Molukse zaak : de treinkaping bij De Punt was niets meer en niets minder dan een terroristische actie en het is een erg slecht plan om toe te geven aan terreur. Terreur dient te vuur en te zwaard te worden bestreden. Als bij de beëindiging van een terroristische actie zoals bij De Punt de kapers om het leven komen, is dat in de eerste plaats nog steeds hun eigen schuld en niet die van de betrokken mariniers. Heel kinderachtig gesteld: als de Zuid-Molukse jongeren die trein niet gekaapt hadden, was er ook niets met hen gebeurd.

Het zijn, zoals gebruikelijk in Nederland, weer de verkeerden die worden nagetrapt en dat bijna vier decennia na dato.

 

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Huiskamp
7 jaren geleden

Triest dat men klaagt wanneer de overheid daadkrachtig een einde maakt aan terreurdaden. Dat een aantal terroristen misschien had kunnen overleven is niet relevant. Zij hebben zelf hun weg gekozen! Van enige excuses of nog gekker compensatie voor nabestaanden van deze criminelen, kan echt geen sprake zijn…
De bij deze acties betrokken militairen waren een instrument van onze rechtstaat en mogen in die hoedanigheid op geen enkele wijze worden aangesproken over hun individuele inbreng. Deze was al getoetst en bleek conform de instructies te zijn uitgevoerd. Eenieder die hierover twijfelt zou eens hetzelfde moeten ondergaan als de slachtoffers van die tijd…