Het seizoen is begonnen. De zittende minister-president reageerde gisteren op de fatsoensbrief van zijn vice-premier met de woorden “slap aftreksel van het origineel”. Dat origineel was de brief die hij op 22 februari in de schrijvende media liet plaatsen en begint met de tekst “Er is iets aan de hand met ons land. Hoe komt het toch dat we als land zo welvarend zijn, maar sommige mensen zich zo armzalig gedragen….er ligt slechts een vraag voor: wat voor land willen we zijn”.
Door de toonzetting en het herhaaldelijk gebruik van de woorden wij en ons doet de premier het voorkomen, alsof hij zich vereenzelvigt met de stille meerderheid en dientengevolge net als die meerderheid van goede wil is en hufterigheid wil bestrijden. Hij erkent indirect dat de samenleving wordt getiranniseerd door minderheden die hun zin, normen en waarden koste wat het kost willen doordrijven en opleggen. Vermoedelijk beseft hij niet dat de politieke elite waarvan hij deel uitmaakt een van die tiranniserende minderheden is.
Hij richt zich met de brief blijkbaar tot Wilders, de notoire querulanten, de gelukszoekers uit andere landen, moslims die zich generaties lang niet wensen te conformeren met het Westerse democratische samenlevingsmodel en agressief hun eigen normen en waarden aan hun omgeving willen opdringen. Maar wel blijven profiteren van de sociale voorzieningen van het door hen met afkeer benoemde land. Humoristisch is de zin “In Nederland is het namelijk normaal dat je elkaar de hand schudt en gelijk behandelt” De minderheidsgroeperingen waartoe hij zich richt, staan niet echt bekend om handjes schudden en gelijke behandeling van bepaalde segmenten van de samenleving. Bovendien is wat zij normaal vinden toch echt een ander normaal dan wat hij bedoelt. Zij houden zich niet aan de wetten van Nederland en door het uitblijven van de gebruikelijke sanctionering blijkt telkens weer dat zij met dat gedrag gewoon kunnen doorgaan. Kortom: hufterig gedrag loont.
Waarom de premier in die zes jaar dat hij in het Torentje op het Binnenhof resideerde geen maatregelen heeft genomen om die in zijn brief geconstateerde hufterigheid en uiting van abnormaal gedrag in te dammen resp. uit te bannen, wordt in de brief niet beantwoordt. Het moet hem toch duidelijk zijn geworden dat in die vijf jaar mede door wegkijken en politiek correct denken en handelen van onze bestuurders in Den Haag de Nederlandse samenleving in morele en mentale zin is afgegleden naar het bedenkelijke niveau dat in de brief wordt gesignaleerd?
De premier heeft als kapitein van het schip Rutte 1, 2 en …. met zijn morele vergissingen voor die minderheden de marges vergroot om hun bedenkelijke activiteiten te intensiveren en uit te breiden. Door dat niet te benoemen blijkt de premier een meetlat met een dubbele standaard te bezitten. Anders kan ik niet verklaren waarom hij benadrukt dat sommige Nederlanders zich op een manier gedragen die blijkbaar niet beantwoordt aan de normen en waarden die hij vermoedelijk op een lijstje heeft neergepend. Vervolgens schendt hij zelf herhaaldelijk glimlachend een deel van die normen. Wanneer zijn morele afzwaaiers achter elkaar worden gezet, blijkt dat de premier het verkeerde voorbeeld heeft gegeven en zijn gesproken en geschreven woorden onvoldoende zijn om de bittere smaak bij kwetsbare bevolkingsgroepen weg te poetsen.
Bekende morele uitglijders zijn de verkiezingsbeloften. Iedere werkende Nederlander zou € 1000 als bonus krijgen. Spaargeld tot een hoogte van € 35.000 zou belastingvrij zijn en blijven. Er zou niet gemorreld worden aan de hypotheekrente. Met die beloftes haalde hij een groot aantal zwevende en strategische kiezers binnen waardoor de VVD met 41 zetels de grootste politieke partij in de Tweede Kamer werd. Na zijn aantreden zijn die beloften in het ronde archief verdwenen.
De manier waarop hij het neerschieten van de MH 17 heeft afgehandeld, heeft na de aanvankelijke juichverhalen de handen niet op elkaar gebracht. Zei de premier niet “Maar een ding moet glashelder zijn. De onderste steen moet boven. Als het een aanslag is, moeten de daders worden opgespoord en hun gerechte straf krijgen. Eerder zullen we niet rusten. Daar hebben de slachtoffers en hun nabestaanden recht op.” Het is nu twee jaar later en wat is er van die beloften terechtgekomen?
Er is meer. Aan de vooravond van Prinsjesdag 2011 gaf de premier een schot voor de boeg voor wat betreft extra bezuinigingen, bovenop de reeds in het regeerakkoord overeengekomen € 18 miljard. We willen echt dat monster van de staatsschuld killen.” Wat blijkt na bijna zes jaar? De staatsschuld is gegroeid van € 373 miljard in 2010 naar € 467 miljard in 2015. Ondanks bezuinigen en lastenverzwaringen voor de Nederlandse burgers, een stijging van ruim 25%.
Het gaat goed met de Nederlandse economie was ook een van de boodschappen voor de Nederlandse samenleving, die zich verbijsterd afvroeg op basis waarvan hij tot die conclusie was gekomen. De beurs zag er niet gevulder uit, gemeenten verhoogden de lasten, winkelketens gooiden het bijltje er bij neer, de pensioengerechtigde leeftijd ging omhoog en het AOW- gat werd als eerste voor de parlementariërs gedicht. Op 7 december 2011 verklaarde de premier tijdens een debat in de Tweede Kamer dat er in Nederland géén armoede bestaat. Cijfers tonen aan dat in Nederland ruim 2,5 miljoen Nederlanders in armoede leven, waaronder 604.000 kinderen. Het wordt nog vervelender als hij in een NOS-interview op 11 april 2013 benadrukt dat Nederland te veel sombert. Hij roept Nederlanders op een huis of een auto te kopen, opdat de economie dan een impuls krijgt en zodoende de sombere voorspellingen van het Centraal Planbureau weerlegd worden. Zelf blijft hij in zijn oude Saab rijden omdat hij emotioneel verbonden is met het rijdende wrak. Door de aanhoudende lastenverzwaringen, bezuinigingen en flexbanen hebben de mensen geen geld meer voor dure aankopen. De vraag die opkomt, is of de premier eigenlijk weet wat er onder de bevolking leeft?
Een voor het grote publiek verborgen activiteit is het flirten met de Londense financiële sector om die naar Amsterdam te lokken. De uitslag over wel of niet Brexit was in Londen nog niet bekendgemaakt, of de premier probeerde de Britse financiële sector in te palmen door te hinten op de mazen in de bonuswetgeving. Vermoedelijk was hij vergeten dat het uitzonderlijke beloningsbeleid van de bankiers een van de belangrijkste oorzaken van de financiële crisis was. Door hun geïnstitutionaliseerde hebzucht namen ze grote risico’s en veranderden de bancaire wereld in een groot casino waar het rien ne va plus niet gold. Onderdeel van de herstructurering van de financiële sector was nu juist het beteugelen van dat bonusbeleid. Om dat spits te krijgen kostte het de samenleving veel belastinggeld en was een aantal bezuinigingsrondes noodzakelijk. De premier was bezig om het eigen kabinetsbeleid te ondergraven door Londense bankiers te wijzen op mazen in de wet om onder het bonusplafond uit te komen.
De afhandeling van het Oekraïnereferendum was voorlopig de laatste afzwaaier. Herhaaldelijk benadrukte hij “recht te doen aan de wensen van het nee-kamp…” Die wens was duidelijk “niet ratificeren van het verdrag”, niet een nietszeggend aanhangsel aan het verdrag, waarin zou worden gemeld dat het associatieverdrag geen opmaat is naar EU-lidmaatschap, geen sprake is van militaire bijstand door de EU, geen extra geld naar de Oekraïne gaat, geen vrij verkeer van werknemers tussen Oekraïne en de EU en versterking van de rechtsstaat, en in het bijzonder corruptiebestrijding, een centraal onderdeel zijn van de associatieovereenkomst met Oekraïne. Nee, niet ratificeren was wat de nee-stemmers van het referendum van de premier eisten. Die vond echter dat niet ratificeren een ongewenst geopolitiek signaal van Europese verdeeldheid richting het Kremlin zou zijn. Dus werd het een extra verklaring bij het associatieverdrag.
Wanneer de bovenstaande tekst aandachtig gelezen wordt, valt het op dat de premier doorlopend met twee maten meet en zich niet door de noden en wensen van de bevolking laat leiden. Uit zijn uitspraken en beslissingen blijkt dat het individueel- en partijbelang en het belang van de politieke elite voorrang heeft boven het landsbelang of het democratische belang. Het landsbelang is voor hem een bijkomende winst. Wat uit zijn optreden in het avondvullende programma Zomergasten van de VPRO duidelijk tot uiting kwam, is dit. Achter dat joviale lachende gezicht zit een keiharde berekenende man die maar één ding wil: uw stem.
De voortrekkers van de twee coalitiepartijen die uitmunten in onevenwichtige en vaak ondoordachte beslissingen en het plaatsen van de verkeerde mensen op knelpuntministeries, hebben ieder op de eigen manier het jachtseizoen op de argeloze kiezer geopend. De twee paginagrote advertenties schetsen hoe beiden de kiezer willen vangen in hun netten.
L.s.
En ook komende Maart, met de verkiezingen, zullen we er weer met z’n allen intrappen