Het definitieve einde van de parlementaire democratie – II

De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft zich dinsdagavond uitgesproken voor goedkeuring van het Oekraïneverdrag. Een grote meerderheid van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks steunt de oplossing van het kabinet, die is bedacht om de ‘nee’-stem van het referendum ‘een plek te geven’ in de afspraken tussen de EU en Oekraïne. Dat is definitief duidelijk geworden tijdens een debat in de Kamer met de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken.

Afb: Pixabay

Tijdens het raadgevend referendum vorig jaar april wees een ruime meerderheid van de opgekomen kiesgerechtigden het verdrag over onder meer economische samenwerking af. De premier wilde het verdrag daarna niet afschrijven – om gezichtsverlies in het EU-Kremlin in Brussel te voorkomen – maar wel met een oplossing komen voor de zorgen die er volgens hem leefden. Dat was helemaal niet nodig geweest, want het “nee” van het Nederlandse electoraat was begrijpelijk, duidelijk en niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. De oplossing van de premier werd een zogenaamde juridisch bindende verklaring bij het verdrag, waarin onder meer staat dat Oekraïne met het verdrag geen zicht krijgt op het (kandidaat-)lidmaatschap van de EU en geen veiligheidsgaranties krijgt. Afgelopen december stemden de andere EU-lidstaten daarmee in.

Op de door de premier bedachte constructie is ook binnen het parlement nog steeds kritiek. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt spreekt van een “leeg inlegvelletje” dat bovendien “niets verandert” aan het verdrag. Zijn partij zal tegenstemmen. Ook volgens Harm Beertema van de PVV wordt er geen recht gedaan aan bezwaren. Die sprak overigens de gedachte uit dat het CDA in de Tweede Kamer nog even de schijn ophoudt, maar dat de zaak in de Eerste Kamer al is beklonken. Die zal zich pas na de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart over het onderwerp buigen. Het klaarblijkelijk volkomen wereldvreemde PvdA-Kamerlid Marit Maij vindt dat het verdrag nodig is om “een kwetsbare buur” te ondersteunen: “We moeten een sterke lijn trekken tegen grote buur Poetin”. Aan een dergelijk statement wens ik nog geen greintje van mijn intellectuele bagage te verspillen en ik zal me onthouden van het maken van bedekte toespelingen naar de studie politicologie die zij gevolgd heeft.

Tot nu toe is het precies zo gelopen als ik in mijn eerdere artikel over dit onderwerp op 20 december jl. heb geschreven. De Eurokermis móet blijkbaar gewoon doorgang blijven vinden, ten koste èn op kosten van de staatsburgers van de lidstaten van de Europese Unie. Het kan best zo zijn dat een adviesgevend referendum in een representatieve democratie anders functioneert dan een bindend referendum, maar om nu direct maar het electoraat als niet deskundig genoeg te beschouwen en vervolgens de uitslag van een referendum naast je neer te leggen, getuigt van een hautaine minachting voor (het intellectuele vermogen van) de kiezer door de Haagse regentenkliek.

Iets anders dan ordinair kiezersbedrog kan dit níet genoemd worden en van een representatieve democratie is in dezen derhalve al helemaal geen sprake. De uitspraak van de fractievoorzitter van de PVV, Geert Wilders, over wat hij het “nepparlement” noemde, kan ik niet anders als volkómen gerechtvaardigd beschouwen: dat is dinsdagavond namelijk glashard bewezen door het elitaire gedrag van de politieke gevestigde orde van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks.

Het wordt dan ook werkelijk de hoogste tijd om op 15 maart aanstaande eens een flinke electorale dreun uit te delen.

 

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties