“Vluchtelingen die vakantie vieren in hun land van herkomst, worden strenger aangepakt” en “Wilders veroordeeld wegens haatzaaien en discriminatie”. Zo maar wat frasen uit de media van vandaag. Nederland en België gaan samenwerken om hun verblijfsvergunning af te kunnen pakken. Beide landen hebben te maken met de zogenoemde ’terugreizigers’. Dat zijn vluchtelingen die terugreizen naar hun land van herkomst: uitgerekend het land dus waarover ze zeggen dat ze er gevaar lopen.
Eerder dit jaar al werd onthuld dat Eritreeërs met een vluchtelingenstatus gewoon naar hun herkomstland op vakantie gaan en daar op Facebook zelfs over opscheppen. Zij blijken weinig te vrezen hebben van het heersende regime. De ’Nederlandse’ vluchtelingen vliegen via het Belgische Zaventem en andersom blijkt men voor Schiphol te kiezen. Staatssecretaris Dijkhoff (V & J) weet te melden dat het meermaals gebeurd is, onder meer bij mensen uit Irak, Iran en Soedan. Het gebeurt ook dat mensen met een asielstatus naar een buurland van hun herkomstland op vakantie gaan om daar hun gevluchte familie, vaak ondergebracht in kampen, op te zoeken. Dat is wel toegestaan.
De eerste vraag die zich opdringt is hoe deze ‘vluchtelingen’ aan het geld komen voor dergelijke snoepreisjes. Het ziet er namelijk naar uit dat de meesten geen ‘Apothekers uit Aleppo’ zijn. Dat ligt namelijk in Syrië en niet in Soedan, Irak of Iran. Verreweg de meeste van deze ‘vluchtelingen’ zijn aangewezen op uitkeringen zoals die ook aan autochtone Nederlanders worden verstrekt. Die blijken echter veelal bij de voedselbank om eten te bedelen, laat staan dat zij zich kunnen veroorloven een retourtje aan te schaffen voor dergelijke vakantiereizen. Het is des te ergerlijker, omdat het er alle schijn van heeft dat niet zozeer de status als vluchteling, maar als gelukszoeker in ons land werd gehonoreerd met voorrang in behandeling voor het vinden van woning en andere faciliteiten. Deze zaken worden vooralsnog aan bijvoorbeeld Nederlandse jongelui onthouden, die daarom veelal gedwongen zijn om tot hun dertigste of langer bij hun ouders te wonen.
Al met al is hier sprake van een grotere en grootschaliger gepraktiseerde discriminatie dan wat Wilders werd aangewreven. Die laatste liet het nog bij woorden waarvan hij op het moment van de uitspraak mocht veronderstellen dat dit niet strafbaar was. Die strafbaarheid kwam pas later, op 16 december 2014 door middel van eenzelfde uitzinnige rechtsopvatting tot stand. (zie daarvoor ook ‘Bardot, Fallaci, Houellebecq en Wilders’, Prof. dr. mr. P. Cliteur, De blauwe tijger Groningen 2016) Helaas: de rechters hebben gemeend criteria aan te moeten leggen die de wetgever niet in de betrokken wet heeft opgenomen. Daarvoor deden zij een beroep op elders tot stand gekomen recht, waarover de Nederlandse (grondwettelijke) wetgever zich niet expliciet heeft kunnen uitlaten. Wilders is dus veroordeeld op grond van een ‘wet’ die als zodanig in onze grondwet niet voorkomt.
Wie weleens naar het programma ‘Opsporing verzocht’ kijkt, weet dat de problemen met Marokkanen talrijk zijn. Overigens heeft het weekblad ‘Nieuwe Revu’ al in 2014 gewezen op de druk die op NPO en AVRO/TROS werd/wordt uitgeoefend, teneinde ‘minder Marokkanen misdaad aan de orde te stellen’. Politiefunctionarissen die aan het programma meewerkten, trokken daarover aan de bel bij het weekblad.
We zijn een buitengewoon merkwaardig land geworden en het is niet langer de vraag óf, maar veel meer wannéér dit tot een uitbarsting komt.
Zeer juist. Ooit MOET dit toch veranderen.
Maurits Campert
Kortgene