Lees HIER deel 1.
Het Westen heeft uitentreuren geprobeerd het communisme, het nazisme en de islam te appaiseren, maar kwam telkens van een kale kermis thuis, en dat kan ook niet anders gezien het kwalitatief totaal andere systeem waarmee, uit de natuur van de ideologie zelf, geen interculturaliteit mogelijk is. Men zou ooit een comparatistische studie moeten maken over de manier waarop andere culturen en beschavingen het Westen tegemoet treden. Ik meen intuïtief te mogen stellen dat nagenoeg alleen de islam er dan bekaaid vanaf komt. Vele niet-westerlingen kwamen in de negentiende eeuw aan onze universiteiten studeren omdat men inzag dat het Westen op heel wat gebieden voorlijk was. Het negentiende-eeuwse Japan bijvoorbeeld zond zijn zonen uit om van het Westen en zijn wetenschap te leren.
Wie ‘De poorten gaan open’ van Yukichi Fukuzawa (1835-1901) leest, of ‘Een pleidooi voor de studie’ (‘Gakumon no Susume’) realiseert zich onmiddellijk dat hier de libido sciendi aan het werk is die zo immens productief is en de samenleving doet vooruitgaan. Maar tegelijk constateert men dat deze leergierige houding haaks staat op die van de islam met zijn ‘Boko Haram’ (Verzet tegen westerse scholing). Toen Moslimbroeder Sayid Qutb medio twintigste eeuw van de VS terugkwam, kon hij alleen maar negatief spreken over die beschaving en pleiten voor een terugkeer naar de islamitische bronnen. De Tanzimat-beweging probeerde Turkije te moderniseren, maar moest na vier decennia weer de duimen leggen voor het obscurantisme, en het huidige Turkije keert ook weer terug naar zijn islam-roots. Omdat de islam anderhalf miljard aanhangers heeft, is deze laatste vaststelling omineus, en dat blijkt elke dag. De meeste etnische groepen passen zich min of meer aan, vaak met behoud van de eigen cultuur, maar zonder enige hinder voor de ontvangende samenleving: Italianen en Ieren in de VS, en Joden in Europa en de VS. Stel dat de Yanomami-indianen uit Brazilië in de VS terecht zouden komen zoals Japanners en Arabieren in de negentiende en twintigste eeuw: doordat ze met weinigen zijn, zouden ze zich ofwel moeten aanpassen, ofwel op een interculturele wijze omgang met de nieuwe beschaving vinden. Het is misschien een cynisch gedachte-experiment omdat dit volk de laatste decennia door avonturiers en goudzoekers allerhande op een gruwelijke wijze gekoloniseerd wordt. Maar omdat ze zoals Ieren, Italianen en Joden weinig talrijk zijn, zouden ze met het oog op hun overleving, kunnen kiezen voor de westerse manier van omgaan met de dingen.
Gedragsonderzoeker Eric Bartels formuleert het zo: “Als één procent van de hele bevolking bestaat uit mensen met een fundamenteel andere culturele achtergrond, is assimilatie een realistisch natuurlijk proces. Maar als het percentage naar vijf procent of zelfs tien procent stijgt, is dat proces vele malen moeilijker, en loop je het risico op gettovorming en dus afzondering”. Dat nu is wat moslims al te weinig doen: zich de westerser habitus aanmeten, want ook al hebben ze een academische vorming, toch blijven velen een niet-westerse houding vertonen en hanteren ze zelfs strategieën die afhankelijk zijn van hun aantal. Die methodes verhinderen hun integratie en leiden tot het soort discriminatie dat ze zelf veroorzaken en oproepen. De modus operandi van de islam is afhankelijk van de hoeveelheid moslims in een land. Eerst is er de zielige slachtoffermodus, die vooral aanslaat bij wat ik de kruidenvrouwtjes noem, dan begint zachtjesaan het vanzelfsprekende ‘eisgedrag’, waarop de immer geculpabiliseerde westerling met zijn obsolete boetedoening graag ingaat. De gutmensch haalt dan dwaze algemeenheden naar voren, die op het eerste gezicht plausibel zijn, want waarom zou je niet ingaan op die kleine eis die men stelt en die men redelijkerwijs en vanuit humanistisch standpunt toch makkelijk moet kunnen vervullen? Dan echter is het hek van de dam en begint het dwingende en tergende zeuren en eisen. Zodra men in een land met genoeg moslims is, wordt dan het ultieme stadium geoperationaliseerd, namelijk het agressieve en louter jihadistische stadium. De interculturele dialoog die al van bij de aanvang tot mislukken gedoemd was, wordt nu door de westerse ignorans zo mogelijk nog heftiger beleden. Want heeft hij niet ergens gelezen dat ‘jihad’ ook ‘innerlijke vervolmaking’ betekent?
Interculturaliteit
De (interculturele) dialoog die de westerling vanuit zijn hyperhumanisme zo koestert, wordt dan ook nog eens vertroebeld door het geloofspunt van de taqiyya, de toestemming tot liegen als men in de minderheid is. Elk gesprek met de islam wordt daardoor belast en leugenachtig, waardoor van interculturaliteit, zoals gezegd, al van bij de aanvang geen sprake kan zijn. Integratie van moslims is lastig, dat weet ondertussen iedere welwillende. De niet-integratie van zelfs doorgestudeerde moslims bleek bijvoorbeeld uit recente interviews, die blijk gaven van een zeer oppervlakkige en niet-geïncorporeerde rationaliteit. Deze ‘academici’ (die meestal een bètadiscipline volgen, net zoals hun broeders in de negentiende eeuw) moeten de rationaliteit van hun vak of discipline natuurlijk tot zich nemen, maar die is niet zomaar overdraagbaar op samenlevingsaspecten. Dan breekt de islam langs alle poriën weer buiten. Deze doorgestudeerden blijven bijvoorbeeld geobsedeerd door allerhande paranoia-theorieën met betrekking tot de VS en Israël. Het is een fenomeen dat ook bij sommige, wat simpele westerse mensen kan worden vastgesteld, maar het ligt niet in ons algemeen cultureel patroon zoals dat helaas wel in de islamitische wereld het geval is, waar de paranoia driftig gecultiveerd wordt. Wie weleens op Arabische zenders afstemt, gelooft ogen en oren niet. Die ‘cultuur’ zit bij de westerse moslim vaak tot in het diepst van zijn genen en elke rationaliteit ricocheert op het water van de islam, tot ze stilvalt en frustratie en agressiviteit het overnemen. Daarom blijft interculturaliteit met de islam een zware dobber voor de open mind van de liberale rechtsorde. Die is helaas zo open dat hij paradoxaal genoeg niet meer in staat is te ontwaren met welke politiek-religieuze cultuur hij te maken heeft – en dan wordt interculturaliteit met haar wat naïeve tolerantie in plaats van een zegening een explosieve vloek.
Wie dat allemaal zeer goed beseft, is de modale leerkracht die de laatste twintig jaar in het kader van de nieuwe Europese staatspedagogie (islam is vrede, multiculturalisme is verrijking) zowat alles heeft uitgeprobeerd om het denken van de moslim te begrijpen en deels tegemoet te komen. Hij is uit-gedialogeerd. Hij was de vleesgeworden interculturalist, een expert in het bedenken van uitstel en een meester in zelfillusie, met een gebrek aan inzicht in het fenomeen dat hij of zij elke dag op zijn boterham kreeg, met veel burn- out en depressie tot gevolg. Het heeft niet geholpen, welke methode men ook hanteerde. Bij de Chinees of de Japanner of de Viëtnamees of de Indiër of de Pool werkte het, maar niet bij de moslim, want die is doordrenkt van de islam en van een anti-wetenschappelijk wereldbeeld dat hem als actor in de samenleving de das omdoet. Is de methode van David Pinto, het driestappenplan binnen het binaire antropologische schema modern-premodern, dan misschien toch nog het proberen waard? Waarom niet? Patientia docet. Maar men mag ondertussen nooit uit het oog verliezen dat terwijl een vermoeid Europa als een gewond dier zijn zoveelste kaart inzet op het integreren van de moslim dit continent almaar meer ten prooi valt aan verkruimeling en chaos, aan multiculturalistische gekte en aan een zwakte waarop alleen hyena’s afkomen. Ik weet niet of een zoveelste methode het zal redden, hoezeer ik ook de persistentie bewonder van een meer dan goedwillend humanist. Maar we mogen ondertussen ook niet in het putje van Milete vallen, terwijl we een zoveelste interculturele strategie uitdokteren – en dat precies doet Europa vandaag met veel brille maar weinig verstand en met een multiculturele blinddoek om.
Ten overvloede: terwijl de islam ons continent uitput via allerlei jihadismen zoekt de welwillende irenische hermeneut naar een exit. Hij wil de goede vrede bewaren maar hij is in volledige verwarring terecht gekomen. Immers, zijn exotisch multiculturalisme gaat ervan uit dat elk individu zich slechts binnen de eigen cultuur kan realiseren, maar dat geldt dan beslist weer niet voor de westerling. Die moet leven volgens abstracte, rationeel gefundeerde regels, die men de universele mensenrechten noemt. Praat de do-gooder over zijn eigen volk, dan is hij via de zelf opgestelde abstracte ratiocinaties een fascist. Binnen die tweespalt organiseert de berouwvolle westerse masochist dan het gesprek met de ander. Hij noemt dat interculturele dialoog, of oecumene, of driestappenplan. Maar ondertussen zijn het de romanschrijvers die de vinger op de wonde plek leggen, met op de eerste plaats romanciers als Michel Houellebecq of Boualem Sansal of V.S.Naipaul of Jean Raspail. Alle alfawetenschappen met hun véél te decadente voluntarisme komen daar met hun utopische riedeltje wat amechtig achteraan sjokken. Eerst echter was er nog de multiculturele fanfare die door het Westen trok met zijn verlokkelijke deuntjes. Dààrachter marcheren de verdwaasde westerlingen, zich van geen kwaad bewust. Ze brengen het nihilisme met zijn kruidenvrouwtjes- en quinoa-mentaliteit ante portas. Laat echter de volgende maar binnenkomen, het spel kan beginnen.
De twintigste eeuw was er een van doorgedreven technocratie, beleidssociologie, wufte agogiek en doorgedreven therapeutisering. De psychologie verving de filosofie en de zielenknijpers namen het bewind over. De tere ziel met zijn übersentimentalisering, zijn bloemetjes, zijn beertjes en zijn kaarsjes overwon paradoxalerwijs het rationele denken, terwijl het gezond verstand gewoon buiten beeld bleef en zelfs werd verketterd. Het is de wraak van Nietzsche, zijn grote gelijk: de zwakke wint het van de sterke. De zwakke begeleidt het politiek incorrecte naar de hel. Voor alles vindt de radeloze nihilist een psychologische verklaring en die specifieke dialectiek slaagt er dan uiteindelijk in het boze onschadelijk te maken. Het kwade wordt door de gedachtepolitie van de politiek correcte inquisiteurs niet langer herkend en dus gooit men er in één grote narcistische geut wat psychoblabla tegenaan. Tot een échte afdoende maatregel komt men niet meer toe, want er wordt alleen nog wat vrolijk geanalyseerd, de pijlen worden verkeerd gericht want authentieke daadkracht is Europa vreemd. De waarden van Europa worden vandaag door regressief en kosmopolitisch links tenietgedaan, zijn identiteit totaal verkeerd begrepen of verkwanseld. De islam, de superpredator onder de ‘religies’, is slachtoffer – altijd, en op jihadisten stuurt men psychiaters af. Case closed.
De eenentwintigste eeuw blijkt ondertussen helaas méér van hetzelfde te genereren. De ‘perfect storm’ kondigt zich dus aan, en ik betwijfel of een driestappenplan of een oecumenische dialoog met de islam dat zal kunnen verhelpen. Wat immers zou de zoveelste oplossing van een onmogelijk probleem kunnen opleveren als alle voorgaande pogingen gefaald hebben omdat ze de natuur van de islam niet wilden aangeven en dus met altijd weer dezelfde oplossingen kwamen aandraven die tot niets hebben geleid. Een premoderne cultuur als de islam kan nooit aarden in de moderniteit, o.m. omdat men met miljoenen moslims in een land vertoeft en dus sterk is, én omdat de heersende Europese elites dat premoderne en dat tribalisme uit alle mogelijke overwegingen omarmen.
Net zoals de islam leefde het nazisme van de haat, beide hebben ze één boek en één Führer. Beide wilden/willen ze Lebensraum en de wereld veroveren; beide stelsels haten Joden en vernederen vrouwen. Beide criminele systemen verachten het vrije woord (en het Westen heeft zich daar vlug aan aangepast). En of men het nu graag hoort of niet: vele moslims zijn met die ‘geestesgesteldheid’ geïnfecteerd. De islam houdt een monoloog en fêteert de terreur, net zoals het nazisme. De oemma toentertijd was de Germaanse ruimte met de Germaanse mens en die laatste had niet veel scrupules. Menen we echt het systeem ‘islam’ te kunnen integreren in onze conceptuele kaders, die bestaan uit veel goede wil en een driestappenmethode?
Ik wou het hopen.