De waarschuwing van Brexit heeft de ‘gewenste’ eenwording van Europa versneld: pak ieder land alles af wat autonomie mogelijk maakt. Buitenlands beleid, financiën, belastingen, (pensioen)reserves, grenzen, milieubeleid, referendumrecht, asielrecht en nu ook defensie. Straks blijven alleen de ‘nationale’ koningshuizen over voor de naïevelingen. Gelukkig zijn de Oost-Europese lidstaten nog niet in slaap gesukkeld.
Gouden koets
Naar verluidt gaat de ‘restauratie’ van de Gouden koets 7 (zeven !) jaar duren en kost 1,2 miljoen. D.w.z. dat de gemiddelde kosten € 170.000 per jaar bedragen. Hoeveel mensen werken er dan aan? Dit riekt naar dezelfde corruptie en leugens – pardon: miscalculaties – als de kosten van de Groene draek, de (vakantie)reizen van het koningspaar, de restauratie van het Paleis op de Dam, de verbouwingen van Paleis Noordeinde en Huis ten Bosch, de aanpassingen van De Horsten en van de beveiliging van het zomerverblijf met aanlegsteiger. Een onderzoek door de Algemene Rekenkamer naar de betrokken ambtenaren van de Rijksgebouwendienst, de aannemers, de calculaties/offertes en de systematische overschrijdingen met (tientallen) miljoenen zou zich ook moeten uitstrekken tot de verbouwing van het Rijksmuseum, de nieuwe paleizen van Justitie, de voorziene verbouwing van de Tweede Kamer en de ‘ideetjes’ met Het Loo. Zodat duidelijk wordt waarom er slechts een fooi beschikbaar is voor defensie.
Integratie op z’n Duits
Niet de straffen en het politietoezicht moeten voorkomen dat in Keulen opnieuw vrouwen worden aangerand dan wel verkracht of bestolen op Oudejaarsavond, maar schuttingen. Natuurlijk, het lag helemaal niet aan de halfzachte uitvluchten van de burgemeester over haar politie en de bendevorming onder asielzoekers, en zeker niet aan hun gebrek aan integratie met de normen en waarden van het gastland alsmede het strafsysteem. De incompetentie van de Keulse autoriteiten bestaat slechts uit een gebrek aan schuttingen. Wellicht een idee voor de burgemeester van Pekela of van Almere en Ede waar geen ophef wordt gemaakt over verkrachtingen, want de achtergrond van de dader(s) doet er niet toe?
No-go area’s (brief van een verontwaardigde wijkbewoonster)
Was de politie ooit ‘Uw beste vriend’, agenten lijken nu niet veel meer te doen aan de overlastklachten die dagelijks binnenstromen vanuit bepaalde wijken. Dana* uit Zuid-Holland schreef daarom een open brief aan de politie.
Beste politie,
Deze week heb ik meerdere malen met een mond vol tanden gestaan, verbijsterd door hoe slecht er wordt opgetreden. Inmiddels hebben verschillende buren laten blijken dat zij het vertrouwen in jullie kwijt zijn. Zij vragen zich af hoe lang het nog duurt voordat we worden weggejaagd uit onze eigen buurt. Is het niet ontzettend triest dat bewoners zich zo onveilig voelen in hun eigen huis? Ik vind dat namelijk wel!
De keren dat jullie geweest zijn kan ik op één hand tellen. En het enige wat ik heb zien gebeuren is dat er werd gelachen, handjes werden geschud en af en toe zelfs een boks werd gegeven. Zodra jullie weg waren, begonnen de streken opnieuw. Maar uiteindelijk vind ik het kwalijker dat jullie niet zijn gekomen op momenten dat het nodig was.
Iemand belde omdat er jonge meisjes werden lastiggevallen. Die meisjes waren zo bang dat zij zijn weggerend, uit angst dat het meer werd dan ‘enkel’ woorden plus een achtervolging tot het einde van de straat. En jullie reactie?
De beller moest niet overdrijven, want ‘Was hij nooit jong geweest?’. Na een boze reactie beloofden jullie dat er iemand zou langskomen om de situatie te bespreken. Maar tot op het moment van schrijven is er niemand komen opdagen.
Andere bewoners belden omdat de groep in kwestie met scooters hard over de stoep reden, waar ook (hun) kleine kinderen aan het spelen waren. Het was schijnbaar niet nodig om op te treden, want jullie waren opnieuw nergens te bekennen.
Nog iemand uit de buurt probeerde de confrontatie rustig aan te gaan, maar kreeg te horen dat zij de ziekte met de letter ‘k’ kon krijgen. Zij en andere buren belden omdat dit uit de hand dreigde te lopen, maar opnieuw bleek het voor jullie niet urgent. De ene persoon kreeg de horen dat er iemand zou komen zodra er een auto vrij was, de ander werd verteld dat als er ‘echt’ wat zou gebeuren, hij maar 112 moest bellen.
Ook hebben jullie tig telefoontjes ontvangen over geluidsoverlast. Er wonen hier gezinnen, velen met jonge kinderen, die niet kunnen slapen door het geschreeuw en de piepende banden van auto’s, motoren en scooters. Dat jullie hier zelf geen last van ondervinden is overduidelijk, want ook op deze telefoontjes wordt nauwelijks gereageerd.
* Niet nader vermeld.