Het PvdA kamerlid Ahmed Marcouch (vermoedelijk 2 mei 1969, Beni-Boughafer, Marokko) heeft zich voorgenomen Kamervragen te stellen over de ‘Soldiers of Odin’. Deze van oorsprong Finse club houdt zich, naar eigen zeggen, bezig met het ‘veilig houden van de straten’. De groep maakt zich herkenbaar door het dragen van zwarte jacks, met daarop een afbeelding van een Viking. De groep heeft het ogenschijnlijk met name op vluchtelingen voorzien.
Dat over de groep Kamervragen worden gesteld, wekt natuurlijk allerminst verbijstering op. Handhavingsbeleid namelijk, is een overheidstaak die daarvoor kan beschikken over diverse overheidsdiensten. Wanneer willekeurige clubjes die taken ongevraagd op zich gaan nemen, dan wordt de straat daar een stuk onveiliger van. Maar dat de Kamervragen juist door Marcouch worden aangekondigd is op zichzelf wel bijzonder. Dergelijke Kamervragen kwamen kennelijk niet spontaan bij Marcouch op toen in Den Haag toestemming werd verleend aan vrijwilligers van de As Soennah moskee om gedurende nieuwjaarsnacht te gaan patrouilleren in de stad. Voor de duidelijkheid: de As-Soennah moskee is van het Salafistische genre die zich wereldwijd doet kennen als een agressieve ideologie die ‘jihad’ en dus terrorisme aanwakkert en verheerlijkt. En eveneens voor de duidelijkheid: PvdA Kamerlid Marcouch is moslim.
Dat plaatst de aangekondigde Kamervragen van hem in een bijzonder daglicht. Eerder al sprak Prof. Dr. David Pinto op deze website zijn verwondering uit over de Rotterdamse Burgemeester Aboutaleb, eveneens van islamitische huize. Die Burgemeester riep ‘Turkse Nederlanders’ op kalm te blijven na de machtsgreep van Erdogan in Turkije, maar vermeed uitdrukkelijk diezelfde groep terecht te wijzen voor het organiseren van illegale demonstraties en het molesteren van een NOS cameraploeg in Rotterdam. Kennelijk hebben extremistische islamieten in de steden Den Haag en Rotterdam vrij spel.
Het eenzijdige optreden van beide Marokkaanse heren is natuurlijk niet bevorderlijk voor de integratie, maar roept verhuld nog meer expressie van de islam op. Dat zich daarop een tegenbeweging ontwikkeld is vrij logisch, ook al lijkt het erop dat groepen als de Soldiers of Odin daarvoor een minder gewenste partij zijn. Naast deze beide –prominente- Marokkanen, doen ook andere allochtonen in onze politiek zich kennen als politici met een sterke moslimse voorkeur. De samenhang echter van de toename van het aantal islamieten (door gezinshereniging, importbruiden, etc.) in onze westerse samenleving en de toename van de onveiligheid is ook evident. En dat deze politici daarvan willen wegkijken, maakt hen op een bepaalde manier verdacht.
Zolang islamitische gelederen geen strobreed in de weg wordt gelegd in het manifesteren van hun veelal bedenkelijke gedachtengoed, is er geen enkele reden om andere (autochtone!) groepen dat wel te verbieden. Ook het aantal aanslagen waarmee ons continent zich inmiddels geconfronteerd ziet, maakt dat niemand nog kan ontkennen dat de islam hierin de sterkst motiverende factor is.
Als er al Kamervragen gesteld moeten worden, dan maar beter over de uitermate negatieve ontwikkelingen onder de islamieten in ons land.