Afgelopen week werd Nederland – althans, in ieder geval het gedeelte dat veel waarde hecht aan onze krijgsmacht – opgeschrikt door een ernstig ongeval tijdens een mortierschietoefening in Mali, waar helaas twee doden en één zwaargewonde bij te betreuren vielen. Alledrie waren ze afkomstig van een luchtmobiele eenheid die in Assen gelegerd is.
Zoals dat gebruikelijk is na een dergelijk incident vond er ’s avonds een persconferentie plaats waard ditmaal de plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten, viceadmiraal Rob Bauer, het treurige nieuws naar buiten bracht. Commandant 11 Luchtmobiele Brigade, brigadegeneraal Cees Matthijssen, stond in Assen onder meer RTV Noord en RTV Drenthe te woord. Ook zoals eveneens gebruikelijk is, lieten ook de politici zich niet onbetuigd; onder meer de premier en de minister van Defensie betuigden hun grootste respect. Zelfs koning Willem-Alexander en koningin Maxima hebben inmiddels hun medeleven betuigd aan de nabestaanden van de omgekomen militairen.
Onnodig te zeggen dat het slechte nieuws ook veel militairen in Nederland zelf diep heeft geraakt, al dan niet door eigen ervaringen. Het verlies van collega’s, zeker als dat tijdens een missie gebeurt, is iets wat een diepe indruk maakt – en achterlaat – binnen een eenheid en bij de militairen die daar deel van uitmaken. Helaas spreek ik uit eigen ervaring. En ja, het is inderdaad het risico van het vak – en ergens in het achterhoofd wordt er ook terdege rekening mee gehouden – maar niemand hoopt dat het gaat gebeuren en iedereen wil graag met zijn eigen eenheid compleet weer terugkeren na Nederland als de missie erop zit.
De tragische dood van twee jonge kerels in de bloei van hun leven, op een missie in het buitenland, was natuurlijk ook meteen voor veel lieden die niet veel met Defensie op hebben een mooie gelegenheid om op de diverse fora op de sociale media en internet politieke overtuigingen te ventileren. Dat veel van die politieke overtuigingen worden onderbouwd met argumenten van financiële aard moge ook duidelijk zijn, maar zolang de zorg met al zijn grootgraaiers meer dan het tienvoudige kost dan Defensie, kan ik voor die financiële argumenten niet echt gevoelig zijn.
Het meest tenenkrommend was echter de mailing van de VVD. Op hun zgn. ‘Thorbeckeweb’ betuigde de VVD haar grootste respect voor de omgekomen militairen: “Onze militairen knokken dagelijks voor onze veiligheid en twee van hen hebben daar de hoogste prijs voor betaald. Wij leven intens mee met de nabestaanden. Ons medeleven gaat daarnaast uit naar de derde betrokken militair die momenteel vecht voor zijn leven. Hem wensen wij alle kracht”. Dat zijn fraaie bewoordingen, maar de praktijk is anders.
Toen ik zelf uitgezonden was – ik heb in Afghanistan gediend – kreeg ik namelijk een uitnodiging via e-mail van de VVD om mee te doen aan hun zgn. ‘Canvasdag’- flyeren en stickers uitdelen om stemmen te winnen in de aanloop naar de verkiezingen van 2010. Nadat ik als antwoord had laten weten dat ik daartoe niet bij machte was vanwege mijn uitzending, heb ik taal noch teken van de VVD vernomen. Ik had het charmant gevonden als de VVD in ieder geval een kennisgeving van ontvangst had teruggestuurd en nog charmanter als de partij mij en de andere leden van mijn eenheid een veilige missie en een behouden thuiskomst had toegewenst.
Dus, VVD, houd alsjeblieft op met die krokodillentranen, want het interesseert u werkelijk geen lor.