Inleiding.
Nadat onze grote roerganger kort na de aanslagen in Parijs voor de TV dapper verklaarde dat “wij in oorlog zijn met IS”, niet de moed had om uit te leggen wat hij daarmee bedoelde en vervolgens spoorslags naar Zuid Afrika vertrok, ben ik begonnen met het schrijven van het concept van het artikel “Een tevreden Kalief in Raqqa” (Carré 1, 2016). In de definitieve versie van dat artikel heb ik o.m. geadviseerd om “….het kwaad op twee fronten aan te grijpen. Vier dimensionaal (grondtroepen, maritieme en luchtplatformen en de virtuele dimensie) ver van huis in het Midden-Oosten tegen IS als staat actor en dicht bij huis met beschikbare grensoverschrijdende en nauw samenwerkende veiligheidsstructuren (justitie, veiligheid- en inlichtingendiensten en ja, speciale krijgsmachteenheden) tegen de tentakels van een niet-staat actor, vooruitgeschoven (deels slapende) terroristische cellen”. Het realiseren van een strategische diepte om (inter) nationale grensoverschrijdende veiligheidsstructuren de noodzakelijke reactie tijd te geven voor een effectieve terrorisme bestrijding, lag ten grondslag aan die tekst.
Ik heb in dat artikel ook benadrukt welke hindernissen uit de weg geruimd moeten worden om een dergelijke aanpak doeltreffend te kunnen materialiseren. Eigenlijk stelde ik vast dat door praktische problemen een doeltreffende bestrijding op korte termijn onmogelijk zal zijn, omdat politici in westerse democratieën hoofdzakelijk reactiepolitiek bedrijven die doorspekt is met korte termijn denken, opportunisme en een agressieve inmenging van de zieligheidindustrie. Die democratieën huisvesten een samenleving waarin de linkse Gutmensch pamperen en het negeren van de noden van de eigen samenleving als vertrekpunten voor het vaststellen van beleid hanteert. Een dergelijk georiënteerd beleid werkt voordelig voor IS geweldinstrumenten en transparante samenlevingen zullen dientengevolge regelmatig geconfronteerd worden met hun eigen zwakheden.
Strategische Diepte.
Zoals gesteld had mijn advies het beginsel van de strategische diepte als uitgangspunt. Door ruil van territoir tegen (reactie) tijd, heeft de term in het verleden onterecht een puur militair etiket gekregen. Tijdens de Koude Oorlog hadden de twee Verdragsstructuren een verschillende interpretatie van die strategische diepte. Het WP zocht dat in het creëren van satelliet staten waardoor een bedreiging van het kernland – Rusland – zo ver mogelijk van Moskou bestreden kon worden en de beslissing gezocht werd op het territoir van de opponent. Merkwaardig genoeg fungeerde de continentale Europese lidstaten van NATO als strategische diepte voor het kernland – USA – en moest de beslissing daardoor op het eigen territoir worden bevochten. Beschouwd vanuit die invalshoek was het WP een offensieve en NATO een defensief georiënteerde Verdragsorganisatie.
In het huidige millennium heeft NATO het beginsel van de strategische diepte middels het onsplitsbare veiligheid principe in een nieuwe jas proberen te steken. Door de inherente gevoelens van compassie en empathie met bedreigde en kansarme etnische entiteiten verpakt in de uitspraak “do something” hebben westerse democratieën dat beginsel uitgehold. Om niet te stellen ten grave gedragen. Het gevolg is dat de bedreiging van een westerse samenleving uitgedrukt in termen van terrorisme en ontwrichting, op het nationale grondgebied moet worden bestreden.
Militair probeert NATO de bedreigingen van de westerse samenleving ver buiten de grenzen van het gebied van de Verdragsorganisatie te bestrijden, maar politici halen die bedreiging door hun open deur politiek voor bedreigde etnische entiteiten juist binnen. Chinezer kan het dus niet. De veel gehoorde uitspraak dat tussen migrantenstromen uit het Midden Oosten en Noord Afrika geen Jihadisten zitten, is door de realiteit ingehaald en bevestigt opnieuw de tenenkrommende naïviteit van de huidige generatie westerse politici. In het huidige millennium is het streven naar strategische diepte een achterhaalde inspanning geworden. Er is geen marge meer voor reactieve activiteiten.
NATO zal opnieuw zijn Strategisch Concept moeten aanpassen en geënt op het beginsel van de onsplitsbare veiligheid (een beginsel uit de eigen koker) een assertief en agressief beleid tegen het islamitisch extremisme binnen de invloedssfeer en het gebied van interesse van de Verdragsorganisatie moeten opstellen en uitvoeren. Dat betekent vechten in de geïdentificeerde brandhaarden waar IS de boventoon voert en (samen met binnenlandse veiligheidsdiensten en speciale militaire eenheden) neutraliseren van potentiële brandhaarden waar aan IS gelieerde individuen en groepen een vorm van sharia hebben ingevoerd en de Jihad als de ultieme verlossing zien. In het verlengde daarvan zullen westerse samenlevingen moeten leren leven met en zich wapenen tegen ontwrichting door frequente terroristische aanslagen. Herkenbaar door slachtoffers en materiële verwoestingen.
Degeneratie van het Westelijke samenlevingsmodel.
2015 is het jaar van het islamitisch extremisme geworden. Als de aanslagen in Europa en Afrika opgelijnd worden, krijg je pas een beeld van de ellende die hedendaagse westerse politici met hun non-beslissingen en verbale daadkracht samenlevingen van Algerije tot en met Afghanistan hebben aangedaan. In de stoet van falende politici lopen politieke kopstukken als Obama en Merkel voorop, gevolgd door o.m. Nederlandse politici schuilend in de steeds smaller wordende schaduw van deze twee wereld lijders. Zij zijn door hun politiek correcte instelling mede de oorzaak van die tientallen slachtoffers in steden van Europa en Noord Afrika en de honderden soms duizenden doden op de steppen van de Maghreb en Sahel.
We hebben de laatste jaren te vaak moeten aanhoren dat het wel meevalt met het islamitisch extremisme en die politiek correct denkende instelling heeft geresulteerd in diverse broeinesten van home grown extremisten die te pas en te onpas hun stem op een gewelddadige manier verheffen. Het valt wel mee? Hoe verklaren politici dan dat extremistische krachten het reilen en zeilen in de Brusselse wijk Molenbeek bepalen. Hoe verklaren die politici dat de 2015 aanslagen in Parijs vanuit deze wijk zijn gelanceerd en een van de hoofddaders geholpen door familie en vrienden vier weken lang “rustig” over de straten van Molenbeek kon lopen? Hoe verklaren ze dat in wijken van Europese steden een aangepaste vorm van de sharia is ingevoerd en islamitische ordediensten toezien op de navolging van de beginselen van de Koran? Het valt dus wel mee?
De vraag is of het in Nederland niet dezelfde weg op is gegaan als in België? In veel steden vormen moskeeën en islamitisch georiënteerde scholen (zie de walgelijke reacties van islamitische scholieren in de reportage van POWNED op de dag van de aanslagen) het middelpunt van haatzaaierij tegen het westerse samenlevingsmodel. Een model waar ze gretig de financiële en politieke vruchten van plukken door de kaart van racisme en discriminatie te pas en te onpas uit te spelen. Den Haag heeft een burgemeester die het presteert om tijdens de jaarwisseling de politie samen met een Salafistische ordedienst te laten patrouilleren om op die manier orde en rust in Schilderswijk en Transvaal kwartier te bewaren. Diezelfde burgemeester verklaart in zijn onbegrensde domheid dat Salafisten geen bedreiging vormen voor de Haagse samenleving. Ook onze BN-ers en TV presentatoren doen een duit in het zakje. Herhaaldelijk wordt de samenleving geconfronteerd met uitspraken die onderstrepen dat er ook goede islamieten en moslims zijn; dat de goeden niet onder de slechten mogen lijden. Waarom die vlieger niet opgaat voor autochtone burgers is een vraag die deze boodschappers bewust ontwijken. Het is diep triest.
Een Nederlander die volgens onze politieke correct denkende politici en Justitieel apparaat onwelvoeglijke uitspraken tegen een Arabische entiteit in Nederland uitspreekt, komt voor het gerecht. Daarentegen worden haat sprekende imams nauwelijks een strobreed in de weg gelegd en mogen ze binnen en buiten de muren van de moskee hun islamitisch extremistisch vuur spuwen. Ook leraren op islamitisch georiënteerde scholen weten van wanten en laten geen mogelijkheid onbenut om de westerse samenlevingsvorm te beschimpen en belachelijk te maken. Het resultaat van die moderne vorm van hersenspoeling is terug te zien in de reacties van Arabische jongeren op de ellende die de aanslagen in bijvoorbeeld New York, Madrid, Parijs en Brussel hebben veroorzaakt. Maar dat mag allemaal.
Het is vijf over twaalf.
Het Westen stond bij de start van het huidige millennium voor de keuze: veiligheid of vrijheid. Gelet op de ontwikkelingen vanaf de aanslagen in New York hebben westerse politici gekozen voor vrijheid en hebben daardoor de veiligheid van het individu in de samenleving bewust in gevaar gebracht. In de achterliggende jaren hebben onze politici ons willen doen geloven dat zij in staat waren om het evenwicht tussen vrijheid en veiligheid te kunnen bewaren. De aanslagen bevestigen dat zij daarin schromelijk te kort zijn geschoten en nu gedwongen worden om te kiezen voor veiligheid. Eten van twee walletjes is geen optie meer.
De manier waarop het westen aanslagen altijd hebben benoemd als daden van terrorisme kan niet meer worden gehandhaafd. Tot nu toe wordt terrorisme beschouwd als het systematische gebruik of het dreigen met het gebruik van extreem geweld om een samenleving te intimideren, frustreren of ontwrichten met het doel een politieke, religieuze of ideologische omwenteling te realiseren. Omdat experts altijd van mening zijn geweest dat terrorisme het fundament van een samenleving niet kan aantasten, werd deze bedreiging in de nationale omgeving in brede kring beschouwd als een Home Office probleem en werd daarom niet als een nationaal of internationaal veiligheidsprobleem benaderd. Volgens die experts was en is terrorisme de verantwoordelijkheid van nationale inlichtingendiensten, politie, justitie, rechtspraak en speciaal opgeleide(para) militaire eenheden. Die stelling is vanuit het beginsel van de onsplitsbare veiligheid niet meer houdbaar en NATO zal zijn verantwoordelijkheden moeten nemen.
Er zal in het westen serieus werk gemaakt moeten worden van de in de Inleiding van dit artikel ruim verwoord bestrijdingsmodel. Binnen het raamwerk van de onsplitsbare veiligheid heeft het westen wat de bestrijding van het islamitisch extremisme betreft, geen strategische ruimte meer en daardoor zijn de marges voor een adequate reactie verdwenen. ‘Anticiperen’ heeft ‘Reageren’ vervangen. ‘Pro-activiteit in plaats van reactie’ is het motto. De praktijk van de laatste twee jaar heeft bevestigd dat IS het verlies op het gevechtsveld compenseert door tijdelijke en plaatselijke ontwrichting binnen westerse samenlevingen. Daarom is een gelijktijdige effectieve bestrijding van het kwaad binnen de invloedsfeer en het gebied van interesse van de Verdragsorganisatie onontkoombaar geworden.
Het is vijf over twaalf, maar de grote wijzer is al bezig naar de 10 te verplaatsen.