Een deel van de aangiften die tegen Geert Wilders zijn gedaan om zijn ’minder Marokkanen’-uitspraak rammelt en dat is niet minder dan een schokkende onthulling. Dat blijkt uit een steekproef van de verdediging onder de 6400 meldingen. De Telegraaf heeft inzage gehad in getuigenverklaringen die naar aanleiding van de aangiften zijn afgelegd.
Uit een deel van de dertien inmiddels afgenomen verhoren rijst een ontluisterend beeld van misleiding, beïnvloeding, intimidatie en onkunde bij de massale aangifte richting Wilders. „Toen ik het invulde, wist ik niet precies waar het om ging”, zegt een aangever. Anderen dachten dat er verkiezingen waren en dat er via de aangifte gestemd kon worden.
Eén van hen verklaarde dat de Haagse As Soennah-moskee aangifteformulieren verspreidde en dat hij veronderstelde dat Wilders president was. Een andere getuige vermeldde geen idee te hebben wat een aangifte zou betekenen, omdat hij niet kan lezen. „Zelfs die handtekening is niet van mij, in ieder geval herken ik hem niet.”
De aangiften werden vaak gedaan door onwetende, niet-Nederlands sprekende en soms zelfs analfabete seniore allochtonen, die geen idee hadden waar ze mee bezig waren. De Telegraaf heeft inzage in de documenten gehad.
De afgelopen maanden werden er getuigenverhoren afgenomen, waarin de verdediging, de officier van justitie en de rechter-commissaris mensen bevroegen die aangifte hebben gedaan. Aanvankelijk probeerde Knoops om inzage te krijgen in de beweegredenen van alle 6400 aangevers. Dat werd door de rechter-commissaris geweigerd. Na lang soebatten kreeg de verdediging uiteindelijk de kans om vijftien mensen die aangifte hadden gedaan onder ede te horen, die ze mocht uitkiezen uit 6400 namen. Deze krant heeft de geanonimiseerde getuigen de titel B, C, D, F, G gegeven.
„Wij zijn moslims en vertellen de waarheid”, stelt getuige ’B’ vast aan het begin van zijn verhoor. Hij verklaart dat hij dacht dat er verkiezingen waren uitgeschreven en hij zo voor of tegen Wilders kon stemmen. „Er zijn verschillende plekken geweest waar je kon stemmen, en één van deze plekken was de moskee op de Fruitweg, de As Soennah-moskee”, vertelt hij, verwijzend naar het islamitische gebedshuis in de Haagse Schilderswijk. „Mij is gevraagd om mijn stem uit te brengen in verband met Wilders, tenminste als hij zo heet.”
Het werd hem in de moskee gevraagd door mensen ’die van buiten kwamen’, samen met moskeegangers. Hij wil liever geen namen vertellen. „Misschien dat ze later nog ruzie willen maken omdat ze vragen aan mij: waarom heb je dit gedaan, waarom heb je onze namen genoemd?” Dat zijn aangifte er mede toe heeft geleid dat Wilders voor de rechter moet komen verbaast ’B’ : „Waarvoor? Waarom zou hij voor de rechter moeten komen? Ik weet het niet.”
Getuige ’C’ vulde op zijn aangifte in dat hij zich gediscrimineerd voelde. In het verhoor blijkt daar niets van te kloppen. „Ik voelde mij niet gediscrimineerd, ik wilde alleen geen fitna, geen oproer. Ik vind wel dat hij mag zeggen wat hij wil, maar wij mogen ook zeggen wat wij willen.”
Op de markt, waar hij het aangifteformulier in handen kreeg gedrukt, zei een hem onbekend persoon: „Dit formulier, dit is tegen Wilders en dat moet ingevuld worden.” Dat was nog een hele opgave, want ’C’ kan niet lezen.
Getuige ’D’ kreeg in de As Soennah-moskee een aangifteformulier aangeboden. Iemand anders vulde het document voor hem in, verklaart hij. „Als je aangifte wilde doen, hielp hij met invullen. Meerdere mensen deden dit.”
Het gesprek krijgt een opmerkelijke wending als zich ineens een advocaat namens ’D’ meldt. Die is vermoedelijk door de As Soennah-moskee gestuurd, zonder dat de getuige begrijpt wat de raadsvrouw precies komt doen. De advocaat wordt daarom weggestuurd. Enige bijstand had ’D’ overigens niet misstaan: hij vertelt de rechter-commissaris dat Wilders ’natuurlijk een president is’. Het enige wat hij zelf aan zijn aangifte heeft bijgedragen, is het zetten van zijn handtekening.
’D’ verklaart te hebben gehoord dat er via de As Soennah-moskee maar liefst 1200 mensen aangifte hebben gedaan tegen Wilders. „Op een vrijdag komen er meer dan 2000 mensen in de moskee bidden”, legt hij uit. „Ik heb het beschouwd als zijnde een verkiezing, dat er een telling plaatsvindt en dat ze kijken wie er omhoog gaat of naar beneden gaat.”
Geruchten over bijzondere betrokkenheid van enkele overheidsfunctionarissen bij het organiseren van de aangiften lijken in een verklaring bewaarheid te worden. Getuige ’F’ vertelt met ongeveer 40 man naar de politie in Delft te zijn getogen, om ’te protesteren’ tegen Wilders, niet om aangifte te doen. „Er is tegen ons gezegd dat zij dat ook niet prettig vonden dat hij dat gezegd had.”
De politie zou het aangifteformulier hebben ingevuld. Wat de agent erop vermeldde, weet de aangever niet; hij kan niet lezen en het is hem ook niet door een agent voorgelezen. „Er is gezegd dat ik een handtekening moest plaatsen.” Een tolk was er niet, het vertaalwerk werd volgens ’F’ onder meer gedaan door een gemeenteraadslid van de PvdA.
Ook in Tilburg heeft de politie zich actief bemoeid met aangiften, stelt getuige ’G’. „De politieagenten hebben geholpen bij het invullen.” Dat deed men bij de Al Fatah-moskee in de Brabantse stad, waar „iedereen” een aangifte zou hebben ingediend. „Het bestuur heeft tegen ons gezegd dat de politie langskwam en dat het de bedoeling was een formulier in te vullen.”
Het is niet duidelijk of gronden voor vervolging onderuitgaan als er met een flink deel van de aangiften wat mis blijkt. Een strafbaar feit is immers een strafbaar feit, als dat van Wilders’ uitlatingen om ’minder Marokkanen’ geconstateerd wordt. De verdediging wil in een reactie tegen deze krant niet op dit specifieke punt reageren.
Wilders zegt wel dat hij de getuigenverklaringen ’ongelooflijk schokkend’ vindt. „Met de aangiften van meer dan de helft van de aangevers die gehoord zijn is wat mis. Mensen wisten niet eens dat ze aangifte deden of dachten dat ze gewoon gingen stemmen. Het zijn gewoon nepaangiften.”
Bron: De Telegraaf, 12 maart 2016
Klik hier om het artikel te lezen op de website van de Telegraaf.
Naschrift redactie:
Dit nieuws is ronduit schokkend. Het toont aan dat moslimse elites naast het Internationaal Socialisme, in het voetspoor van hun voorgangers in het Nationaal Socialisme, voor niets terug deinzen. Het is daarnaast duidelijk dat de groepen die hierin acteerden leiding ontvingen vanuit de gemeentelijke en landelijke politiek. Dat maakt, na de moord op Pim Fortuyn, deze kwestie bijzonder pregnant. Zeker nu de moordenaar van Fortuyn al vanaf zijn detentie geen strobreed in de weg wordt gelegd. Ook hierin is de hand van -onbekende- ‘hogere’ echelons in politiek en rechtspraak goed merkbaar. Het wordt tijd dat de bevolking zich organiseert in een tegenbeweging, teneinde de dictatuur van deze gebundelde minderheden een halt toe te roepen. Het is nu wel mooi geweest.