Rawagedeh deel 2: Tegenover rampokkers

Het onderstaande relaas van de inmiddels bijna 91-jarige F.H. Dijkstra is te belangrijk om als ongelezen te verdwijnen in de mist van de tijd. Dijkstra is v.m. dienstplichtig sergeant Inlichtingen Dienst geweest in het bataljon 3-9 R.I. en diende o.a. in 1947 in het v.m. Nederlands-Indië. Wij publiceren zijn relaas in 4 delen en vertrouwen onze lezers, waaronder veel veteranen, daarmee een dienst te bewijzen. Maar ook de vele politici onder ons lezerspubliek, willen wij wijzen op de eenzijdige manier waarop naar het optreden van de toenmalige dienstplichtigen, die net een gewelddadige bezetting van 5 jaar achter de kiezen hadden, nu wordt gekeken. Waar sommigen menen dat de uitkomst van 3 x 3 ongetwijfeld 9 moet zijn, denken andere dat die uitkomst 6 moet zijn. De beoordelaars Anno nu komen vervolgens tot de conclusie dat ‘de waarheid wel in het midden zal liggen’. Dat is natuurlijk nonsens, maar juristen komen kennelijk eenvoudig tot die conclusie en serveren vervolgens een grote groep veteranen af die als jongemannen, amper volwassen, verplicht op pad werden gestuurd voor een kansloze missie. Voor meer informatie over deze kwestie verwijzen wij graag naar de WEBSITE van Dijkstra c.s.

Vandaag: Deel 2: tegenover rampokkers

Lees hier deel 1

Wie waren wij precies? 3-9 R.I. was een onderdeel van de 7 december Divisie. Een divisie is een legereenheid van ca. 28.000 man. Wij hoorden bij de eerste groepering die als dienstplichtigen naar Nederlands Indië werden gezonden Om deze toch al zo lange inleiding niet nog langer te maken adviseer ik u op internet op te zoeken: 3-9 R.I. U maakt dan kennis met ons bataljon en leest waar wij in Indië hebben geopereerd. Daarin is ook nog een interview opgenomen, dat ik eens heb gehad met Check Point. (Het blad dat elke veteraan gratis ontvangt.)

Besprekingen en ondertekening wapenstilstandsovereenkomst; Linggadjati conferentie met van links naar rechts: Schermerhorn, Lord Killearn en Sutan Sjahrir. Afb: Nationaal Archief, Den Haag; NIGIS

Besprekingen en ondertekening wapenstilstandsovereenkomst; Linggadjati conferentie met van links naar rechts: Schermerhorn, Lord Killearn en Sutan Sjahrir. Afb: Nationaal Archief, Den Haag; NIGIS

Overeenkomst van Linggadjati
Nederland onderhandelde met de republiek over de toekomstige verhouding en stuurde intussen dienstplichtigen als aanvulling op het inmiddels op Java gelegerde contingent OVW-ers. Hierover zijn legio boeken verschenen. Wij wisten bij aankomst op Java dat in Linggadjati (bergdorpje op Java) onderhandelingen werden gevoerd. Ook dat Nederland aanvankelijk niet met Soekarno wilde onderhandelen omdat deze met de Japanners had geheuld. Hoe deze onderhandelingen verliepen was ons onbekend. Wel werden we ervan op de hoogte gesteld dat de republiek de guerrilla oorlog had uitgeroepen. De onderhandelingen liepen dus niet erg vlot. Wat dit allemaal zou inhouden hadden we geen idee over.

Guerrilla oorlog
De leiders van de republiek hadden voor het voeren van een guerrilla een simpele oplossing. Ze gaven het gajes van de samenleving vrij mandaat om de bevolking te pressen voor ‘Merdeka’ te zijn. Merdeka (Vrijheid) was de leus die op alle openbare gebouwen was te lezen. Rampokkers (rovers) en moordenaars die in 1942 in de gevangenis van Tanggerang (30 km van Batavia, het tegenwoordige Jakarta) waren opgesloten en door de Japanners waren losgelaten, vormden bendes onder het mom van vrijheidsstrijders. Zij konden stelen en roven onder republikeinse vlag. Deels ten behoeve van de bevoorrading van de z.g. TRI (Tentara [leger] Republiek Indonesia) dat zich schuil hield in de bergen. Deze bendes zorgden echter allereerst voor eigen gewin. Zij dwongen de kampongbewoners bruggen en wegen te vernielen waarmee dan werd aangetoond dat de bevolking massaal deelnam aan de guerrilla en zich achter de republiek had geschaard. Het Republikeinse leger is – heel tactisch – een echte grote confrontatie uit de weg gegaan, ook bij de twee z.g. politionele acties. Zij wisten dat zij de internationale politiek aan hun zijde hadden en uiteindelijk aan het langste eind zouden trekken.

In hoeverre het een leger was zijn de meningen verdeeld. Mijn ervaring is dat het bendewezen de hoofdmoot vormde. Klik HIER voor het lezen van mijn notitie “Hoezo geregeld leger”.

Misser
Zoals ik eerder al vermeldde wil ik met mijn website aantonen , dat de aantijging van het “Commitee Ereschulden Rawah Gedeh” over 9 december 1947 een plan is geweest om een miljard gulden te kunnen eisen. Dat door Nederland vanaf de eerste dag, aan de hand van het rapport de Commissie van Goede Diensten, deze aantijging niet is bestreden, was een ”misser” van de eerste orde. In dat rapport staat duidelijk dat er op 9 december 1947 geen sprake was van 431 mannen, vrouwen en kinderen als slachtoffer. Dit is een lang rapport, HIER kun u lezen wat er over staat. Het complete rapport heb ik ook, maar dat is te lang om in zijn geheel in deze website op te nemen. Wie het wil lezen kan ik het bezorgen.

Onze opdracht
Wij, als het Nederlandse leger (KL) namen het uitroepen van de guerrilla oorlog voor kennisgeving aan. Onze opdracht was het brengen van ”ORDE EN VREDE”. Wij hadden niets tegen de bevolking, dat waren vriendelijke en lieve mensen waarmee we een goede verstandhouding hadden. Lees in dit verband wat een zoon van het kamponghoofd, die vlakbij Rawagedeh woonde, een half jaar na de dag van de z.g. Rawagedeh moorden aan me schreef. Klik daarvoor HIER.

Aantijging
De beschuldigingen van het “Commitee“ eind 1994 viel ons, als 3-9 R.I. (3e bataljon, 9e regiment Infanterie) rauw op het dak. Terugreizend van een herdenking in Roermond of Schaarsbergen heb ik menigmaal als ik tegen een medeveteraan zei dat ik van 3-9 R.I. was, gehoord: “niet zo best wel” of dergelijke opmerkingen. Als ik dan vertelde hoe dat werkelijk was geweest en wat er achter de aantijging zat werd het anders. Ik noemde dan ook dat in de uitzending van de VARA door Herman Wigbold in 1969 over oorlogsmisdaden met geen woord werd gerept over Rawagedeh en dat juist hij dat zeker niet zou hebben laten liggen als het werkelijk gebeurd was. Dan pas ging bij hen een licht op. Ik vroeg dan: “Heb je een computer dan stuur ik je de feiten”. Deze website wil ik gebruiken om op een eenvoudige manier informatie te geven met: www.rawahgedeh-feiten.nl

Hoe kwam deze beschuldiging in de wereld?
In 1994 werd in het plaatsje Wamel een pamflet verspreid waarin een militair van 3-9 R.I. wroeging zou betonen over wat er op 9 december 1947 zou zijn gebeurd in de kampong Rawagedeh in het Krawangse op West-Java. Nergens is uit gebleken dat de schrijver van het pamflet inderdaad een man van 3-9 R.I. is geweest.

Dit pamflet van Wamel kunt u lezen door HIER te klikken. Mijn reactie daarop volgde in “DE AANKLACHT”, die ik schreef na contacten met dienstkameraden. Dit kunt u lezen als u HIER klikt.

———————————————

Morgen deel 3: Persmanipulatie

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties