Eerder verschenen deel 1 en deel 2 in deze serie van drie delen door Sid Lukkassen: ‘Het failliet van de media en het einde van de moderniteit’. Dit is het onderwerp van zijn nieuwe boek en ook het onderwerp van een uitgebreide wetenschappelijke analyse vervat in een proefschrift, op grond waarvan hij in april is gepromoveerd tot doctor. Vandaag deel 3.
Geert Wilders en de ‘Minder Marokkanen’ rechtszaak
Op 10/12/2016 gaf de rechter vonnis in de strafzaak tegen Geert Wilders vanwege zijn ‘Minder Marokkanen’ uitspraak. Steeds vaker wordt de rechtspraak opgesteld als politiek neutraal instituut dat boven alle politieke geschillen verheven staat en daar als onaantastbare scheidsrechter bovenuit zweeft. Op deze wijze poogt men politieke kwesties in de rechtszaal te beslechten – denk aan het proces tegen Marine le Pen die een islamitische gebedsmassa een ‘bezettingsmacht’ noemde, en nu aan deze tweede rechtszaak tegen Wilders.
In het vonnis uitte de rechter zich verontwaardigd over het feit dat Wilders als volksvertegenwoordiger en wetgever – hij is immers Tweede Kamerlid – via tweets zijn wantrouwen over de rechtbank uitte. Terwijl Montesquieu in zijn Over de geest van de wetten (1748) nu juist stelt dat de rechtsprekende, wetgevende en uitvoerende macht voortdurend met elkaar wedijveren en met elkaar in balans moeten zijn. Hij zegt nergens dat ze elkaar niet mogen bekritiseren en zelfs niet dat ze strikt gescheiden moeten zijn. In de visie van Montesquieu zijn de drie machten voortdurend in strijd met elkaar en boksen ze tegen elkaar op – dit is juist om een machtsmonopolie van juristen en strafrechtelijke instituties te voorkomen. De machtstrijd tussen deze instituties is inherent aan het concept ‘rechtstaat’.
De heersende gedachte dat gekozen volksvertegenwoordigers geen kritiek op rechters mogen hebben, hangt samen met de post Tweede Wereldoorlog stemming. Omdat de nazi’s bij het vervolgen van Joden in overeenstemming handelden met hun eigen wetgeving, ontstond bij het Neurenbergtribunaal (1945-6) het idee dat de rechters een universeel humanitair uitgangspunt vertegenwoordigen en daarom boven het politieke gewoel verheven zijn.
Gevolgen van het vonnis
De rechter verwees in het vonnis naar Europees recht: daar wordt gesteld dat indien er sprake is van een pressing social need, dat de vrijheid van spreken van politici dan kan worden ingeperkt. Maar is dat hier nu het geval? Want wat Wilders van Marokkanen vindt is al 10 jaar bekend, en dus kunnen hier geen nieuwe schadegevallen aan worden ontleend. Sociaal-democraat Samsom zei in 2011 dat Marokkanen “een etnisch monopolie op overlast hebben” terwijl zijn partijgenoot Spekman in 2008 beweerde dat Marokkanen “moeten worden vernederd.” Zij werden echter niet vervolgd en nu is men verontwaardigd dat Wilders spreekt van een politiek proces. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de opiniehegemonie.
In het vonnis nam de rechter mee dat “de uitspraak van Wilders niets toevoegt aan het publieke debat.” Maar dan heeft de rechtbank blijkbaar de macht om te bepalen wat binnen het publiek debat valt? En om te definiëren wat precies een publiek debat is, met alle politieke consequenties die dat heeft? Ook verweet de rechter aan Wilders dat hij polariseert: wel polarisering is een kwestie van het politiek discours, niet van het juridische. Hierbij werd het begrip “Marokkanen” opgerekt tot ras, om zo Wilders’ uitspraak als strafbaar racisme te kunnen veroordelen. Wat hierbij meespeelt is dat de rechter in het vonnis de 5.000 euro boete niet oplegde, met als argument dat Wilders als politicus door het vonnis al genoeg werd beïnvloed. Door de politieke context expliciet mee te nemen bij de totstandkoming van het vonnis, is bewezen dat dit strafproces toch deels een politiek karakter heeft.
De politieke polarisatie van de samenleving gaat nu lopen via juridische instituties. Dit is net als bij beren: als ze eenmaal een mens hebben gegeten krijgen ze de smaak te pakken en moeten ze worden afgemaakt. Liberalen in Nederland waren enkele jaren terug zeer principieel: bij de zaak rond cartoonist Gregorius Nekschot richtten zij een vrijdenkersruimte op in de Tweede Kamer. Zelfs Holocaustontkenning moest niet strafbaar zijn omdat bij een open debat de feiten en de waarheid altijd boven tafel komen. Bij dit proces Wilders stellen liberalen zich terughoudend op – maar het gevaar is hier dat als een PVV’er eenmaal veroordeeld is, dat liberalen of polemische academici dan wellicht de volgenden zijn. In Canada heeft een rechter bijvoorbeeld vastgesteld dat het uiten van feiten strafbaar kan zijn, als deze feiten kunnen kwetsen, en in het Verenigd Koninkrijk geeft de snoopers charter de overheid sindskort een enorme macht om inbreuk te maken op de privacy van burgers.
De conclusie is dat Blumenberg gelijk had: de moderniteit was een legitieme breuk met de Middeleeuwen en een legitiem nieuw begin. Maar dit laat onverlet dat ook de moderniteit zichzelf kan uithollen, en dat haar instituties en procedures hun verheven aura nu verloren hebben. De tijd is rijp voor een politieke revolutie. Dit wil absoluut niet zeggen dat Wilders overal gelijk in heeft, maar evenmin heeft een dagtaak maken van kritiek op Wilders – zoals Alexander Pechtold van D66 doet – een betere diagnose opgeleverd. Onze bevinding is dat de spanningen zich blijven opbouwen, en dat we in een Brave New World belandden waarin we bereid zijn onze vrijheid van spreken steeds meer te laten inperken, uit angst dat bij polarisering de vlam in de pan slaat. In ieder geval heeft Wilders al aangekondigd in hoger beroep te gaan.
Wilders wordt veroordeeld omdat de politiek correcte elite het opdraagt.
Het is een farce en niets meer dan een politiek proces.
De bewijsvoering is tamelijk dun, men moet de Marokkanen zelfs als ras bestempelen om enig gewicht in de schaal te leggen.
Het is waanzin dat een stel rechters zich zo voor het karretje van de politiek laat spannen.
@ Cornelia : u zegt het zelf al: “een politiek proces”.
Is het dan niet hoogst aannemelijk dat die rechters zich niet alleen “voor het karretje laten spannen” maar evident zèlf een politieke agenda voeren?
Kortom, rechters die lak hebben aan hun ambtseed!? Kijkt u nog maar eens naar de dubieuze argumenten waarmee het wrakingsverzoek werd geweigerd.
Laten we ook een ander aspect niet vergeten: de pers! De uitspraak van Wilders – waar hij het volste recht toe heeft op grond van de vrijheid van meningsuiting- had door het journaille in de kiem kunnen worden gesmoord door twee vragen te stellen. “Hoeveel minder? Wanneer hebt u dat doel bereikt?” Als Wilders zou hebben geantwoord dat hij dat wil, maar dat er geen meerderheid is, zou de terechte opmerking zijn: “U bazelt dus!” In plaats daarvan vulden de media hun zendtijd met over elkaar buitelende stadia van toenemende verontwaardiging. Opmerkingen van mensen met uitschuiftenen complimenteerden de avondvullende sessies over duidelijk onzinnige, niet-haalbare doelstellingen en losse flodders. De vrijheid van meningsuiting verdient geen straf. Acceptatie van andersdenkenden moet het kenmerk blijven van onze democratie.
Het “anti-Wilders vonnis” wijst naar een politiek correcte context waar een rechter buiten dient te blijven. De enige juridische vraag is of Wilders de wet heeft overtreden en of zijn recht op vrije meningsuiting gerespecteerd is, à fortiori dat van Wilders de politicus.
De Amerikaande Constitution kent een systeem van checks & balances ter voorkoming van het ontstaan van een “gedachtenpolitie”, zo ook moet ons systeem van de scheiding der machten voorkomen dat een rechter bepaalt wat al dan niet in het publiek debat valt.
Er zijn wellicht ruimere grenzen aan de vrije meningsuiting in de USA – waar het ‘progressieve’ deel van de rechterlijke macht echter openlijk politieke agenda’s voert en de Grondwet het liefst aan de laars lapt – maar in Nederland is de ‘progressieve’ infiltratie van D’66 en PvdA in zowel staande als zittende magistratuur, al sinds de jaren ’60 volledig ingekankerd.
Zozeer zelfs, dat het volstrekt hypocriet is om te pretenderen dat een “kromme” rechter in de Wilders affaire, die al eerder op TV haar mening over Wilders met haar linkse sleutelwoorden als “onderbuikgevoelens” had geventileerd, nog steeds het voordeel van de twijfel krijgt……. Het hoger beroep zou ook het incorrecte afwijzen van haar wraking moeten bestrijken.
De extremistische Democratische “antifa” gangs in de USA zijn niet meer of minder dan Hitler’s bruinhemden anno 2017 in Berkeley die te vuur en te zwaard proberen om andersdenkenden het recht op een vrije meningsuiting te ontzeggen. Naar analogie hiervan was wat wij in het Wilders proces zagen, een aanzet naar een ordinaire greep naar de macht van linkse staande en zittende magistratuur en daarmee een poging tot introductie van George Orwell’s gedachtenpolitie : Weg met het recht op een vrije meningsuiting van alle andersdenkenden dan “Pechtold’s linkse Nederlanders”.
Laten wij hopen dat er in hoger beroep ook nog nettere rechters zijn.