In het mediageweld rond de wereldpolitiek, zoals de Amerikaanse presidentsverkiezingen of de coup in Turkije, dreigen andere onderwerpen dichter bij huis die er ook toe doen volledig onder te sneeuwen. Zo heeft de milieumafia al een aantal keren van zich laten horen, om te beginnen met een opiniestuk in Trouw van het hoofd Energie van Natuur & Milieu, Geertje van Hooijdonk. De tekst van haar betoog is hieronder integraal overgenomen.
“Het gaat niet lukken zonder windmolens
De argumenten tegen windmolenparken houden geen stand, betoogt Geertje van Hooijdonk, hoofd Energie bij Natuur & Milieu.
Van de Nederlandse bevolking is 70 procent voor duurzame energie. Tweederde vindt dat er meer windmolens in Nederland moeten komen. Toch roepen deze windmolens weerstand op. De recreatiesector is bang dat toeristen weg zullen blijven en protesteren ertegen. Zelfs burgemeesters van kustgemeenten protesteren mee. Daar staat tegenover dat duurzame energie populair is onder de Nederlandse bevolking: een betere bron dan onze eigen, krachtige Noordzeewind is niet denkbaar om energie op te wekken. Een bron die uitstraalt: wij Nederlanders rooien het zelf. Zonder uitstoot, zonder Poetin.
De argumenten die worden ingezet tegen de geplande windparken, houden inhoudelijk geen stand. Graag ontkracht ik de meest gehoorde:
Strandtoeristen blijven massaal weg
Het ene na het andere onderzoek toont aan dat windmolens geen invloed hebben op het toerisme. Een overgrote meerderheid laat zich niet weerhouden door windmolens. Sterker nog, er ontstaan nieuwe kansen: in het Engelse dorpje Whitelee is na de komst van een windmolenpark een nieuwe toeristische sector ontstaan. Het strand van Egmond/Bergen aan Zee, met windmolens zichtbaar in zee, staat in bijna elke topvijf van mooiste stranden.
Windmolens draaien op subsidie
Natuurlijk moet de overheid, als er geen markt is, deze creëren. Vandaar dat de exploitatie van windmolens op dit moment wordt gesubsidieerd. Zodat de markt het daarna kan oppakken.
Hoe meer windmolens er komen, hoe sneller de kosten dalen, tonen praktijk en diverse rapporten aan. De subsidie voor windmolens valt in het niet in vergelijking met de subsidie op fossiele energieverbruik: jaarlijks 10 miljard euro, blijkt uit berekeningen van het Internationaal Monetair Fonds vorig jaar. De werkelijke kosten van fossiele energie liggen twee keer zo hoog, vanwege de schade aan gezondheid en klimaat.
Naar windenergie gaat jaarlijks momenteel iets meer dan een half miljard euro subsidie. Windenergie is in vergelijking met fossiele energie dus de goedkoopste optie voor de belastingbetaler én levert veel nieuwe banen op.
We hebben geen windenergie nodig, we doen het met zonnepanelen
We hebben alle vormen van duurzame energie nodig om klimaatverandering te voorkomen: wind, zon, duurzame warmte en andere bronnen. De opbrengst van één windmolen op zee staat gelijk aan de opbrengst van ruim 124 duizend zonnepanelen. Als we de doelstellingen uit het Energieakkoord willen behalen – 430 windmolens op zee – dan hebben we ruim 53 miljoen zonnepanelen op het land nodig, een oppervlakte van 27 duizend voetbalvelden. Daar heeft Nederland simpelweg de ruimte niet voor. Zonne-energie is een uitstekende vorm van duurzame energie, maar als we snel en efficiënt duurzame energie op willen wekken, zijn windmolens noodzakelijk.
We kunnen de molens beter verder weg plaatsen
Windmolens dichtbij de kust zijn 3 miljard goedkoper dan windmolens verder weg in zee. Vanuit deze windmolens trekken we kabels verder door in zee om daar nieuwe windmolens te plaatsen. Zeer kosteneffectief. Windmolens dichterbij de kust hebben we dus hard nodig om onzichtbare windmolens ver weg te plaatsen.
Er komt een hekwerk van windmolens
De horrorbeelden die de kustgemeentes schetsen zijn op een aantal punten fors overtrokken en vaak onjuist. Vrijwel iedereen die reële beelden ziet van windmolens in zee, laat zich er niet van weerhouden om minder vaak naar zee te komen. Alleen tijdens zeer heldere dagen – een paar dagen per jaar – zijn windmolens in de verte redelijk zichtbaar.
Alle reden dus haast te maken met het plaatsen van windmolens. De Nederlandse overheid moet zich niet in de luren laten leggen door kleine protestgroepen maar luisteren naar een grote meerderheid. Alleen zo kunnen we klimaatverandering een halt toeroepen.”
Dit hele artikel is natuurlijk één groot lobbystuk van belanghebbenden, dat staat als een paal boven water. Het begint er al mee, dat hoofdzakelijk de kustprovincies worden genoemd als meest voor de hand liggende locatie om die lelijke ondingen neer te zetten. Echter, een mooier voorbeeld van NIMBY – ‘Not In My Back Yard’- kunnen we niet bedenken: een aantal andere artikelen van de afgelopen weken spreken niet over de kustprovincies, maar van buitengebieden bij Enschede (Tubantia, 20 juli), aan de A16 in Noord-Brabant (BN De Stem, 13 en 16 juli), Roermond (Dichtbij.nl, 19 juli), Zeewolde (nu.nl, 12 juli), de Drentse Monden (DVHN, 29 juni) en Emmen (RTV Drenthe, 29 juni). Want ja, we willen die lelijke horizonvervuilers natuurlijk niet bij Den Haag zien. Stel je veur, zeg… als het dan toch moet, zet ze dan maar mooi neer bij die domme boeren op het platteland.
Dan de subsidie. Op basis van die subsidies is een hele bedrijfstak ontstaan. Logisch, want die subsidies zijn niet gering. Zo krijgen de exploitanten van het windpark bij Urk ruim 1 miljard euro toegeschoven. Boven Schiermonnikoog is ook een park aangelegd, Gemini geheten, waarvan de 100ste windturbine op 9 juli jl. is geplaatst. Daar gaat 4,5 miljard euro naartoe. Dat is ruim 600 euro per huishouden van Nederland. Het is maar al te begrijpelijk dat veel partijen, zoals banken, projectontwikkelaars, adviesinstanties en energiemaatschappijen, op die subsidiepotten azen. In het energieakkoord is men van plan om in totaal 6000 megawatt op het land (nu 2500 megawatt) en 4500 megawatt op zee (nu 228 MW) te bouwen. Stel dat dit alles zo rond het jaar 2025 draaiende is, dan zal de transitie naar duurzame energieopwekking voor 1,9 procent zijn bewerkstelligd. Voor dat kleine stukje moeten wij wel zwaar betalen. In totaal valt dat te becijferen op ongeveer 60 miljard euro. De bedragen die hier genoemd worden, lijken in de verste verte niet op die ‘iets meer dan een half miljard euro’ waar in het artikel over gesproken wordt.
Dan nog de wijze waarop men in Den Haag klaarblijkelijk meent hoe windmolenparken tot stand dienen te komen. Een treffend voorbeeld hiervan vinden we op de site van het Financieele Dagblad (19 juli): “Het kabinet zet zijn plannen voor de aanleg van grote windmolenparken in Groningen door ondanks bezwaren van de Raad van State. Het gebruik van de Crisis- en herstelwet om de benodigde bestemmingsplannen voor dertig jaar vast te leggen stuit bij het College van Staat op zware kritiek, maar de minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen weigert het besluit terug te draaien. Dat bleek uit het vorige week donderdag bekendgemaakte advies van de Raad van State en de reactie daarop van het departement. Schultz krijgt een flinke tik op de vingers wegens oneigenlijk gebruik van de Crisis- en herstelwet (CHW), die oorspronkelijk bedoeld is om vernieuwende infrastructurele projecten versneld te ontwikkelen om de economische neergang sinds 2008 om te buigen. Met een beroep hierop kan worden afgeweken van de Wet ruimtelijke ordening (WRO)”. Je reinste dictatuur.
En tot slot de grootste dooddoener van het hele artikel: de klimaatverandering. Natuurlijk moet politiek Den Haag uitleggen waarom er zo veel gemeenschapsgeld naar de windindustrie moet. Om die uitgaven te verantwoorden zegt men dat windenergie moet, om de uitstoot van het broeikasgas CO2 te verminderen. Dat gas zorgt voor de gevreesde klimaatverandering. Verder zou windenergie nodig zijn omdat ze een besparing geeft op het verbruik van fossiele brandstoffen. Daardoor raken die minder snel uitgeput.Windenergie blijkt echter in het geheel geen besparing van de CO2-uitstoot op te leveren. Omdat windenergie géén CO2 bespaart, doet ze ook niets met klimaatverandering en stelt ze ook het moment waarop de fossiele brandstoffen zullen zijn uitgeput niet uit.
De belangrijkste argumenten om turbines te bouwen zijn daarmee vervallen. Heel snel stoppen met die onzin, dus.