Op 24 januari werd een temperatuur gemeten van rond de 15 graden in Nederland. ‘WARMTERECORD!’ volgens de kranten, die braaf overtikten wat het KNMI de wereld in slingerde. Een prachtig staaltje ‘nepnieuws’ want het record geldt natuurlijk alléén voor 24 januari.
Zo werd op 13 januari 1993 een temperatuur gemeten van 15,1 graden. Het kan nog gekker: op 16 januari 1947 werd het in Maastricht maar liefst 17,2 graden. In 1918 overigens, was het ook al niet bijster koud op 24 januari. De temperatuur kwam toen niet lager dan 8,8 graden gemiddeld. En neem 1960 toen de gemiddelde temperatuur in ons land op 24 januari maar liefst 10,4 graden bedroeg. We mogen blij zijn dat Al Gore toen nog maar 11 jaren oud was, want in het andere geval waren wij al veel eerder opgezadeld geweest met deze vreselijke vorm van paniekvoetbal door de KNMI.
In dat laatst genoemde jaar, 1960 dus, reed de Nederlander Jan Pesman overigens een hele beste tijd op de tien kilometer schaatsen tijdens het WK in Davos. Zijn tijd was 16.53,7 waarmee hij de enige was die erin slaagde beneden de 17 minuten uit te komen. Wanneer we dat vergelijken met de tijden die Sven Kramer tegenwoordig in de boeken schrijft op die afstand (binnen 13 minuten) dan weten wij genoeg: naarmate het aandeel CO2 in de atmosfeer toeneemt, worden wereldrecords scherper gesteld in het langebaan schaatsen.
Om de Nederlandse hegemonie in dat langebaanschaatsen te doorbreken is het noodzakelijk de milieudoelstellingen van Parijs te halen… Volstrekt logisch.