Wanneer goed naar de juiste personen geluisterd wordt, is het niet zo moeilijk om de Nederlandse politieke wereld in steekwoorden neer te zetten. Die staan in een aantal artikelen en uit het AD-interview met Mat Herben kan men er ook een aantal zinvolle uithalen.
De Europese beschaving berust op de waarden rationalisme, humanisme en christendom (uitspraak van Jacques Delors), die een aantal fundamentele politieke beginselen als scheiding van kerk en staat, vrijheid van meningsuiting, verdraagzaamheid en non-discriminatie hebben voortgebracht. Die omschrijving is te breed. Het moet worden beperkt tot het westerse democratische model en dan nog kan men er kanttekeningen bij plaatsen. Het tribale democratische model dat in het westen geïdentificeerd wordt als autocratie, despotenrijk of rijkje, onderschrijft die beginselen niet. Erdogan heeft dat in de achterliggende dagen nog eens duidelijk bevestigd.
Bovendien blijken niet alle westerse politici de strekking van de bovenstaande beschrijving begrepen te hebben. Er zijn ook politici die er een hele bizarre interpretatie op na te houden; die denken dat migratie dè oplossing is voor een groot aantal problemen. Problemen die nu al decennialang vooruit geschoven zijn. Die politici hebben nog steeds niet begrepen dat migratie en verzorgingsstaat niet samengaan en een multiculturele samenleving slechts een droom is van wegkijkende politici. Hoewel migratie een agenda punt was bij discussies en debatten, is het electoraat niet wijzer geworden hoe de lijsttrekkers de spanning tussen democratie en islam denken te neutraliseren.
Wat de politieke speerpunten betreffen is het overduidelijk dat veiligheid en in het verlengde daarvan krijgsmacht, politie en justitie niet hoog op het politieke verlanglijstje staan als de prijzen verdeeld worden. Sterker nog, krijgsmacht en politie zijn diep in de orkestbak weggestopt en moeten lijdzaam toezien dat Europa, klimaat, energie en migratie de belangrijkste rollen op de politieke bühne hebben ingepikt. Het is triest te moeten constateren dat de lijsttrekkers door het negeren van de inbreuken op de veiligheid, in feite hoogverraad plegen t.o.v. de Nederlandse bevolking. Dat heb je als de problemen door beleidsbepalers worden weggelachen en vertrouwen in het ‘kopje thee’ als diplomatieke kalmeringspil nog steeds leeft.
Wat de migratie betreft kunnen of willen politici nog steeds geen onderscheid maken tussen migranten en vluchtelingen. Vooral het feit dat jihadveteranen en islamitische extremisten zijn ondergedoken in oncontroleerbare migrantenstromen, wordt door veel politici ontkend. Die hebben nog steeds niet door dat in de donkere wijken van de Nederlandse steden de pijlers voor een minikalifaat allang geslagen zijn. No go-zones, kledingvoorschriften, madrassa´s geïntegreerd in moskeeën, uiterlijkheden, salafistenpatrouilles, eerwraak, kindhuwelijken en ondergrondse shariarechtbanken zijn een realiteit. Door wegkijken en negeren gaan die herkenbare aspecten van een groeiende islamisering echt niet weg. In Nederland zijn er dus minikalifaten die wel zijn doorweven van westerse verworvenheden. Vrouwen mogen en moeten alleen protesteren als het de doeleinden van de mannen dient. Het opmerkelijke is dat het vrouwelijke segment van de Nederlandse moslimgemeenschap zelfs de straat opgaat tegen maatregelen die bij het gros van de naar een kalifaat hunkerende aanhangsters niet geaccepteerd wordt.
De sluipende islamisering van de Nederlandse samenleving reflecteert ook de cultuurvervlakking en het cultuurrelativisme waar Fortuyn een decennium geleden voor gewaarschuwd heeft. Die ontkenning van de eigen cultuur, of beter gezegd het niet bestrijden van de vervaging van de eigen culturele normen en waarden, resulteert uiteindelijk in het verlies van de nationale culturele identiteit. Veel politici malen daar blijkbaar niet om. Ministers Bussemaker en Koenders vinden dat Nederlandse studenten kennis moeten maken met een gematigde vorm van de islam. In Marokko. Daardoor bevestigen de twee bewindslieden dat gelet op de wil tot gettovorming en de agressieve methodes die worden gebruikt om de invloed van de islam binnen de Nederlandse samenleving uit te breiden, een gematigde islam in Nederland niet voorkomt. Overigens lijkt het er sterk op dat de bewindslieden het niet benutten van geweldsinstrumenten en terroristische activiteiten om politieke doelen te bereiken, identificeren als gematigd.
In de aanloop naar de verkiezingen is helder geworden dat verkiezingsprogramma´s niets meer zijn dan reclamefolders waarin het product overtrokken mooier gemaakt wordt dan het in werkelijkheid is. Bovendien zijn de teksten verpakt in wollige bewoordingen die een groot deel van het electoraat nauwelijks begrijpt. Misschien is dat ook wel de bedoeling. Het schimmige karakter van die reclamefolders wordt versterkt door de opinie sturende peilingen waarmee de argeloze kiezer wekelijks en de laatste weken bijna dagelijks wordt overspoeld. Opmerkelijk is wel dat die peilingen grote verliezen aangeven voor de rechtse vleugel en een opmerkelijke opmars signaleren voor de linkse vleugel van het politieke spectrum. Bij delen van het electoraat is het onbekend dat die peilingen slechts een klein deel van het electoraat bestrijken en het overgrote deel er nog steeds niet uit is waarop en op wie ze hun keuze laten vallen. Dat lang wordt gewacht met het maken van een keuze is een terugkerend verschijnsel en accentueert het gebrek aan herkenbare overredingskracht van politieke opportunisten die door populair gedrag en woordgebruik in het gevlei van delen van het electoraat proberen te komen. Die zelf dus ontkennen dat populair willen zijn ook een vorm van populisme is.
Debatten en discussies blijken opnieuw gestuurde bijeenkomsten te zijn. Wanneer een rechtse politicus de ballen heeft om bij een sterk links georiënteerd televisieprogramma aan te zitten, blijkt al wekenlang een plan de campagne gereed te zijn om de betrokken politicus verbaal af te slachten. Hoe sterk linkse politici in hun schoenen staan is bewezen door Klaver en Pechtold die zelfs door ROC-leerlingen en boeren het grote dierenbos ingestuurd werden. Uit die debatten en discussies werd een aantal zaken duidelijk. Een politicus denkt aan de volgende verkiezingen en hoewel hij zich wellicht een staatsman voelt, is hij er geen. Partijvoorkeuren spelen een grotere rol dan het welzijn van de samenleving. Herhaaldelijk vluchtten discussiërende en debatterende lijsttrekkers in de platitudes van hun verkiezingsprogramma´s en de oneliners uit de politieke reclameboodschappen op radio en TV. Bij de discussies over migratie en de effecten daarvan voor de Nederlandse samenleving werd herhaaldelijk bevestigd dat voor het relativeringscircuit van de linkse Gutmensch niet feiten maar “goed zijn“ en “goed voelen” relevante criteria zijn.
Natuurlijk werd uitbundig gesproken over nepnieuws en werden strontkarladingen uitgegooid over de niet-linksgeoriënteerde politici. Verrassend dat de betrokken politici niet eens door hadden dat hun beloftes, proefballonnetjes en onhaalbare voorstellen alle kenmerken van nepnieuws en demagogie vertoonden. De lijsttrekkers waren ook niet vies van het gebruik van romantische semantiek zoals diversiteit in plaats van positieve discriminatie, om de ernst van een bepaalde problematiek in een mooi jasje te verpakken. In de achterliggende jaren is het voor de doorsnee kiezer allang duidelijk geworden dat overheden door het verkopen van halve waarheden en hele leugens de grootste leugenaars en dus de grootste leveranciers van nepnieuws zijn. Daarnaast werd in publicaties over de graaipolitiek van de overheid duidelijk zoals de greep in de ABP-kas in de jaren ´90 daar een treffend voorbeeld van is, dat er ook nu nog sprake is van een gelegaliseerde diefstal. Dat werd in de aanloop periode frequent bewezen en de neutrale waarnemer zou kunnen stellen dat het amateurisme nergens zo welig tiert als in de politiek.
Hoogverraad, gelegaliseerde diefstal, nepnieuws, wegkijken voor de sluipende islamisering. Het zijn begrippen en termen die de kwaliteit van de huidige generatie politici karakteriseren en een bevestiging zijn van de strekking van Fontaines oneliner “politiek is de kunst om zich anders voor te doen dan men is”. Zodra de verkiezingsuitslag op tafel ligt en de betekenis daarvan bij alle betrokkenen is doorgedrongen, start de alles is anders-show en vormt de mening van de kiezer geen enkel beletsel om driftig te gaan kwartetten. De uitwisseling van politiek hebbedingetjes zal opnieuw ten koste gaan van de belangen van bepaalde segmenten van de Nederlandse samenleving. Die kunnen binnenskamers weer gaan mokken en wachten op een nieuwe kans om de verwerkelijking van hun belangen na te streven. Weer vier jaar wachten.
Welkom in het parallelle universum van Haagse politici. Roze brillen worden bij binnenkomst aan de deur uitgereikt.