Opnieuw een begrip met een negatieve betekenis dat door een positief woord een positieve toonzetting en strekking krijgt. Dit keer draait het om gelegaliseerde diefstal in Nederland. De overheid die een greep in de spaarpot van de samenleving doet om gemaakte schulden door de overheid te betalen.
Het gerucht dat het kabinet-Lubbers III een greep in de spaarpot van de samenleving had gedaan, deed al jaren de ronde. Tot voor kort bleek niemand geïnteresseerd te zijn, dan wel kon niemand door het politieke bastion breken om uit te leggen wat er daadwerkelijk was gebeurd. De samenleving moest wachten totdat Hennie Kemner er eindelijk in slaagde om via de WOB de noodzakelijke informatie boven tafel te krijgen. Gecombineerd met de nadere uitleg van Ad Broere en een artikel op de website www.geennieuws.com met de titel “Ruud Lubbers, de premier van de verdwenen 30 miljard” is het mogelijk om in Jip en Janneketaal op te lijnen wat er allemaal in de jaren ´90 is gebeurd en waar die verdwenen miljarden zijn heen gegaan. Voor de duidelijkheid. Wat Lubbers III betreft gaat het om guldens; in alle andere gevallen om euro´s.
Waar gaat het om? Gaat het om fraude of verduistering of om beide? De regering en de Tweede Kamer spelen in dit treurspel de hoofdrollen en de samenleving is het lijdend voorwerp.
Uit het onderzoek van Kemner blijkt dat de kabinetten-Lubbers III en Kok I met behulp van de Uitnamewet tientallen miljarden guldens achter gehouden heeft. Lubbers III verlaagde jaar in jaar uit de werkgeversbijdrage aan de pensioenen en in 1992 was de achterstand op de premiebetalingen opgelopen tot f 32,86 miljard; m.a.w. de ABP-pensioenkas[1] vertoonde een tekort van f 32,8 miljard. Geld dat aan de pensioengerechtigden is onthouden. Bovendien eigende de overheid zich later onder Kok I nog eens 3 miljard gulden van het vermogen voor het bovenwettelijke deel van de invaliditeitspensioenen toe.
Door de grepen uit de kas van het ABP is op termijn veel potentieel rendement misgelopen, waardoor de dekkingsgraadproblematiek voorkomen had kunnen worden. Kort na het begin van de kredietcrisis stond het ABP onder grote druk, omdat de dekkingsgraad[2] kelderde en in 2009 het dieptepunt werd bereikt. De dekkingsgraad kwam niet hoger dan 83%. Door de verbeterde economische omstandigheden is de dekkingsgraad inmiddels weer omhoog gekropen tot 106,4% in 2014. Hoogleraar van de Poel bevestigde in 2010 dat politici het ABP als veilige haven hebben gebruikt om de schuld van hun eigen handelingen – veroorzaken resp. verergeren van het begrotingstekort – op anderen af te schuiven. Niet alleen speelde de regering een uiterst discutabele rol in deze onfrisse zaak, ook de Tweede Kamer behandelde de acties van de Regering als een hamerstuk. De Overheid vond dat het terugdringen van het overheidstekort de hoogste prioriteit moest hebben.
Omdat de overheid van mening is dat ook het ABP net als de andere pensioenfondsen onder de pensioenwet moest vallen, werd het ABP in 1996 geprivatiseerd. Vanaf dat jaar draagt het ABP bestuur – vertegenwoordigers van vakorganisaties – de verantwoordelijkheid voor de pensioenuitvoering. De Overheid doet mee in de rol van werkgever. Door het besluit wordt het innen van premies, beleggen en pensioen uitkering gescheiden van de pensioen regelingen. In 1996 maakt de Overheid een bedrag van f 194,9 of € 88,4 miljard over en dat is ruim f 35 of € 15 miljard te weinig. Een bedrag dat dus aan de financiële reserves van het pensioenfonds onttrokken is.
De bedragen zijn bevestigd door de heer Frijns die in de jaren ´90 directeur Beleggingen van het ABP was. Bovendien verklaarde deze voormalige directeur dat tot 1996 niet genoeg geld binnen is gekomen om de VUT regeling[3] te financieren. Die regeling werd deels betaald uit het benodigde beleggingsrendement voor de pensioenen. Volgens zijn schatting gaat het om een bedrag van rond € 10 miljard en een deel kan worden geteld bij de eerder genoemde € 15 miljard. Kortom het misdrijf wordt nog erger.
Volgens Ad Broere gaan de roofpraktijken van de overheid via het ABP nog steeds door. Daarvoor wordt de wettelijke bepaalde rekenrente gebruikt, die ontleend is aan staatsobligaties. Het ABP heeft een rendement op zijn investeringen van ongeveer 6%, maar moet voor de kapitaalgroei de wettelijke 2% gebruiken. In feite groeit het kapitaal van het ABP veel meer dan is toegestaan en het geld dat “over “ is (die 4%) valt volgens Broere in de reserves waarmee de regering leuke dingen kan doen. Een van die leuke dingen is de bijdrage aan de EU Stabiliteitsmechanisme ad € 40 miljard en dat bedrag kan uit het pensioenfonds betaald worden.
Door de vasthoudendheid van Hennie Kemner wordt de samenleving geconfronteerd met twee zaken: zonder overleg, instemming en toestemming van de eigenaren van het pensioenvermogen (de inleggers of deelnemers) wordt de pensioenspaarpot geleegd door de overheid. De eigenaren worden doelbewust daarover niet geïnformeerd en ook niet over de consequenties op de langere en lange termijn. Men zou dat onder de noemer verduistering kunnen plaatsen. Een misdrijf. De toezichthouder op de regering, de Tweede Kamer, heeft ondanks de bezwaren van het ABP, vakcentrales en zelfs de Raad van State, ingestemd met de malafide overheidspraktijken onder het mom dat het overheidstekort teruggedrongen moest worden. Het zijn praktijken die worden toegedicht aan ontwikkelingslanden of autocratisch bestuurde staten in Europa. In ieder geval niet in Nederland.
Een andere vorm van gelegaliseerde diefstal lijkt in de USA plaats te hebben gehad. Twee dagen geleden schreeuwde de president moord en brand, omdat hij via de media[4] geïnformeerd was over wire taps door de Obama regering. Een of meerdere functionarissen van de Obama Regering had(den) in 2016 twee verzoeken ingediend bij de FISA[5] rechtbank om de communicatie van de presidentskandidaat Trump en specifiek een van de servers in Trump Tower te mogen monitoren. Het doel was om vast te stellen in hoeverre functionarissen van een of meerdere Russische banken in verbinding stond (en) met functionarissen van het Trump campagne team en/of Trump zelf. De marges om Amerikaanse staatsburgers te mogen intercepteren zijn heel beperkt i.t.t. het intercepteren van berichten door buitenlanders naar Amerikaanse staatsburgers. Vandaar het verzoek aan de FISA rechtbank.
Het eerste verzoek is door de FISA rechtbank afgewezen. De tweede in oktober voor de presidentsverkiezing werd gefiatteerd. Mark Levin die een radio programma heeft, citeerde op de zender Fox teksten uit artikelen die in de NY Times, Washington Post en the Guardian waren gepubliceerd. In die drie liberale kranten werd melding gemaakt van twee verzoeken door of namens de Obama regering aan de FISA om telefoongesprekken, internet mails etc. te mogen intercepteren. Het past in het beeld dat is geschetst in het artikel “FSB Filiaal Washington” waarin wordt onderstreept op welke manier de Inlichtingen gemeenschap met de verkiezingsuitslag omgaat. Ook in de USA lijkt het erop dat niet zo nauw wordt gekeken als ondermaatse activiteiten het bereiken van eigen politieke doelen eenvoudiger maakt.
Beide voorbeelden geven een inzicht in de betrouwbaarheid en integriteit van politici als de zaken niet lopen zoals ze die gepland hadden. Dan komen ineens mafia- en voormalige Sovjetpraktijken bovendrijven. Activiteiten waardoor individuen of zelfs segmenten van de samenleving een rad voor de ogen wordt gedraaid en worden benadeeld. De verkiezingen komen er aan en als ik onze lijsttrekkers weer eens een belofte hoor uitspreken, moet ik helaas aan deze voorbeelden denken.
———————————————
[1] Het vermogen bedroeg in 2012 €235 miljard en verzorgt de pensioenen van de ambtenaren bij de overheid en werknemers in het Onderwijs.
[2] De verhouding tussen het vermogen van een pensioenfonds en de pensioenen die moeten worden uitgekeerd
[3] Regeling waarmee werknemers destijds met vervroegd pensioen konden gaan met behoud van salaris en pensioen opbouw.
[4] NY Times, Guardian, BBC, Heat Street en Washington Post
[5] Foreign Intelligence Surveillance Court