Volgens de peilingen zou de Franse kandidate voor het ambt van president Marine Le Pen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen, die plaatsvindt op 23 april, tenminste 25% van de stemmen krijgen. Dat maakt haar deelname aan de tweede verkiezingsronde op 7 mei zeer waarschijnlijk.
Enkele maanden voor de Franse presidentsverkiezingen heeft de directe concurrent van Le Pen, partijleider Fillon van de rechtse partij Les Républicains een groot probleem. Fillon zakt steeds verder weg in het schandaal over het betalen van zijn vrouw als parlementair medewerker. Een satirisch weekblad onthulde in januari dat hij zijn vrouw Penelope jarenlang betaalde als zijn parlementair assistent, terwijl medewerkers zeggen dat ze haar nooit hebben gezien in het parlement. Zij zou zeker 800.000 euro hebben verdiend. Deze week is het onderzoek door de Franse justitie naar de nepbaan uitgebreid, omdat Fillon mogelijk ook twee van zijn kinderen heeft betaald voor werk dat zij nooit hebben gedaan.
De kansen van Le Pen nemen dus flink toe en de daarmee dreigende uittreding van Frankrijk uit de EU eveneens. In een interview met het dagblad ‘Le Monde’ zegt Marine Le Pen dat ze na een mogelijke verkiezingsoverwinning in mei direct naar Brussel zou gaan om de soevereiniteit over de munt, de wetgeving, de begroting en het nationale territorium terug te krijgen. Mocht dit lukken, dan zou ze de Fransen nog willen adviseren om in de EU te blijven. “In het andere geval zal ik hen adviseren de EU te verlaten”. Ook zegt ze toe dat vanaf het moment dat het Franse volk zegt dat het niet meer in de EU wil blijven, zij dan alle noodzakelijke maatregelen zal uitvoeren “net zoals premier Theresa May dat in Groot-Brittannië doet”.
Intentieverklaring
De Franse affaire valt samen met de op Malta geformuleerde intentie van de Europese leiders, die binnen zes weken plechtig willen vastleggen dat ze beslist door willen met de EU. Eind maart zal in Rome daartoe een speciale verklaring worden ondertekend. Dat moet gebeuren tijdens de viering van 60 jaar Verdrag van Rome, het verdrag waarmee in 1957 de EEG werd opgericht. Die verklaring doet nog het meest denken aan de Verklaring van Berlijn van tien jaar geleden. Ook toen zat de EU in een crisis, na het wegstemmen van de Europese grondwet door Nederland en Frankrijk. Zo werd die gezamenlijke verklaring de start van een nieuwe periode, waaruit in 2009 het Verdrag van Lissabon voortkwam en waarmee het ‘nee’ van de Franse en Nederlandse burgers tegen de Europese grondwet in de prullenbak werd gegooid.
Het ligt voor de hand dat de Eurocommissarissen in het licht van de ontwikkelingen in Frankrijk, Nederland en Duitsland na de Brexit, wat meer steun willen van de regeringsleiders. Door daar op in te gaan zoals kennelijk is gebeurd, nemen de regeringsleiders het risico electoraal te verliezen. Een dergelijke intentieverklaring is immers koren op de molen van EU critici. Zolang Europa niet in staat is de interne veiligheid te garanderen of de economie een ‘boost’ te geven, is het dweilen met de kraan open. Ons continent wordt geteisterd door een golf van geïmporteerde misdaad waartegen veiligheidsdiensten en politie totaal niet zijn opgewassen en onze economie maakt nog slechts iets meer dan 16% uit van de wereldeconomie. Dat was aan het begin van de Europese exercitie nog 30%.
Enfin: de Nederlandse parlementsverkiezingen en de Franse presidentsverkiezingen zullen veel duidelijk maken.