Het is al langer bekend dat het Nederlandse lerarenkorps van origine tot de linkse troepenmacht behoort. Partijen als de SP, PvdA en GroenLinks danken alleen aan die groep al een behoorlijk deel van hun succes.
Dat deel van de achterban ziet zich inmiddels in de praktijk geplaatst voor een compleet falende integratie, die zij eerder nog dachten te ‘schaffen’: op de veelal door hen geleide scholen is sprake van een ‘clash of civilizations’. Onderwerpen als homoseksualiteit, seksuele voorlichting, religie, Zwarte Piet, IS en Turkije worden in een van de zeven basis- en middelbare scholen in de steden al niet eens meer besproken uit angst voor de minderheden. Daarnaast doen veel islamitische leerlingen niet mee aan Kerstvieringen, vaders geven geen hand aan juffen en allochtone en autochtone leerlingen spelen niet met elkaar. Op de in het onderzoek door ‘DUO’ gestelde vraag “Ja, ik herken het beeld van ‘de mislukte integratie en de toenemende segregatie in de samenleving’ (helemaal of een beetje) bij leerlingen van mijn eigen school” worden onder andere de volgende antwoorden genoteerd:
“Bij ons is duidelijk te zien dat ondanks een hoge graad van tolerantie t.o.v. elkaar, leerlingen van bepaalde afkomst steeds meer bij elkaar “klitten”. Marokkaanse leerlingen die dit niet doen en die vooral met autochtone leerlingen omgaan, krijgen problemen in hun eigen wijk.”
“Buiten de klas, thuis bij de leerlingen, merk je dat ouders zich weleens afkeren tegen de Nederlandse samenleving.”
“De school waar ik nu werk is een overwegend witte school. Voorheen heb ik op een zwarte school gewerkt. Hier is de segregatie duidelijk. De leerlingen voelen zich geen Nederlander, hoe vaak je ook zegt ‘je leeft in Nederland, je gaat naar school in Nederland, je bent geboren in Nederland, dus je bent voor een groot deel Nederlander’ blijven ze zich beroepen op de nationaliteit van het vaderland van de ouders en soms zelf grootouders. Zo vormen ze groepen binnen de school.”
“Leerlingen die erg vaderlandslievend zijn en daarin soms ook een vorm van radicaliserend gedrag kunnen vertonen. Ouders die niet meer weten hoe ze hun kinderen moeten opvoeden, omdat de culturele verschillen erg groot zijn. Leerlingen die niet luisteren naar ouderen die ze niet op dezelfde manier aanspreken als hun familie. Ouders die niet met een vrouwelijke docent om de tafel willen omdat ze een vrouw is.”
“Vaak is er groepsvorming. Leerlingen met dezelfde etniciteit nemen het vaak voor elkaar op, ook al is de leerling verkeerd bezig. Elkaar op een correctie manier aanspreken kan niet. Hierbij speelt bij veel leerlingen de opvoeding en de manier van denken van ouders, vanwege geloofsovertuiging een heel belangrijke rol.”
“Vooral moslima meisjes zijn buitengesloten van activiteiten zoals uitwisselingen. Niet door de school zelf, maar de ouders verbieden ze om mee te gaan.”
In de grote steden vindt een meerderheid van het personeel dat het integratiebeleid in ons land totaal is mislukt. In het basisonderwijs in de grote steden zegt meer dan 50% dat culturen steeds verder van elkaar afzonderen. In het voortgezet onderwijs is dat al 70%. Leerkrachten merken op dat veel allochtone ouders het Nederlands niet beheersen en vasthouden aan hun eigen cultuur. 60% in Rotterdam denkt dat het om pure onwil om te integreren gaat.
Er doemt een ranzig beeld op van minderheden die het verdommen om onze Nederlandse waarden te erkennen en ook de oproep van onze premier om in dat geval dan maar “op te sodemieteren” naast zich neerleggen. Klaarblijkelijk gaan zij ervan uit dat dit land zich maar aan moet passen aan de zandstorm uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten en dat de koran daarin een leidende rol moet spelen. Het komt ons voor dat dit geleidelijk aan de autochtone burgers zodanig ver de keel uitkomt, dat er op 15 maart aanstaande inderdaad nog wel eens sprake kon zijn van een compleet omgeslagen stemming.
Laten we de degenen die immigranten rondpompen een lesje bijbelse geschiedenis geven, Mattheus 22, de verzen 8 t.m. 13: Deze gelijkenis gaat over de heidenen. Zij werden ook geroepen door de boodschap van het evangelie en velen kwamen tot geloof (de bruiloftszaal was immers vol, net als Nederland nu). Toch was er één persoon die het bruiloftskleed wat hem bij de ingang werd aangeboden niet wilde aandoen maar wel met de meute wilde mee drinken en eten. Hij wilde dus uitsluitend op zijn eigen voorwaarden naar binnen en daarom werd hij eruit gesmeten.
“Velen zijn geroepen, maar weinigen zijn uitverkoren”. Dat blijkt op de scholen dus al zo te zijn…