Volgens de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) moet de Nederlandse krijgsmacht alleen in en rond Europa worden ingezet. Gelet op de huidige status van het nationale Militaire Vermogen (MV) kan de AIV gelijk hebben, maar afgezet tegen de NAVO-ambitie (mondiaal door o.m. een verbond te sluiten met Japan en de ASEAN -alliantie[1]) is een dergelijke nationale richtlijn niet houdbaar.
De Adviesraad oordeelde ook dat voortdurend gezocht moet worden naar de juiste balans tussen demonstratie van militaire kracht en bewandelen van de diplomatieke weg, maar negeert twee invloedsfactoren: de karakteristieken en intenties van instabiliteit(f)actoren en de terughoudendheid van politiek correct denkende en hobbyende politici om gevechtskracht daadwerkelijk in te zetten.
De gordel van instabiliteit kroop in het achterliggende decennium, mede door de verschuiving van de Alliantie-invloedsfeer naar het oosten, steeds dichter naar het Europese continent toe. In het vorige decennium lag de grens van die gordel nog in de regio Afghanistan-Irak-Iran-Jemen-Soedan (islamitisch extremisme) aangevuld met Somalische kustwateren- Golf van Aden- Golf van Hormuz (maritiem extremisme). Na de Arabische wervelwinden, intensivering en verspreiding van het islamitisch extremisme en invloed van autocratische leiders als Poetin, Erdogan en Iraanse theocratie, schuurt die gordel van instabiliteit inmiddels tegen de grenzen van het Alliantieterritoir aan en wordt de roep steeds luider om de decennialang verwaarloosde krijgsmacht a.s.a.p. op te poetsen.
Status Nederlandse krijgsmacht

Sinds de Val van de Berlijnse Muur zijn westerse politici druk bezig geweest met het opsouperen van het vredesdividend en was het voorspelbaar dat de krijgsmacht in de loop van dit millennium zijn grondwettelijke taken niet meer zou kunnen vervullen. Dat had de toenmalige MinDef al in 2016 vastgesteld en schreef in het Rijksjaarverslag: Defensie voldoet niet volledig aan de meest fundamentele inzetbaarheiddoelstelling: de verdediging van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied”. De Algemene Rekenkamer (AR) bevestigde die vaststelling in haar Verantwoordingsonderzoek waarin stond te lezen dat “Defensie voor het eerst niet meer volledig kan voldoen aan de doelstelling om het Nederlandse en het NAVO-grondgebied te verdedigen …..verscheidene jaren is het onderhoudsproces [van materieel] vooral door het gebrek aan reserveonderdelen niet op orde….heeft zeer negatieve directe gevolgen voor de operationele gereedheid”.
De Adviesraad constateerde in 2020 dat de regering in de achterliggende drie decennia zijn ambitieniveau voortdurend naar beneden had bijgesteld om geld te kunnen vrijmaken voor het financieren van vooral buitenlandse hobby´s. De Raad stelde vast dat opvolgende regeringen bewust de behoeften van de krijgsmacht hadden genegeerd, waardoor bij de start van het huidige decennium mission creep[2] steeds meer vat kreeg op (delen van) de krijgsmacht en de kwaliteit van de gevechtskracht in een neerwaartse spiraal terecht was gekomen.
Dat bleek bij de regelmatig gehouden NAVO-evaluaties. Ieder krijgsmachtdeel werd en wordt door NAVO-keurmeesters op drie gebieden beoordeeld: capaciteit/volume; capability [3]en readiness/graad gereedheid. Het is onduidelijk waarom die krijgsmachtdelen niet worden beoordeeld op het voldoen aan de vastgestelde closure rate normen om een beeld te kunnen krijgen van het power projectie vermogen van componenten en krijgsmacht in zijn totaliteit. Juist die closure rate is relevant voor het tijdig vuur- en slagkracht in de gevechtsruimte brengen. Die is niet alleen afhankelijk van de readines status, maar ook van de geoefendheid en zeker wat de grondcomponent betreft, het beschikbare strategische, operatieve en tactische transportvermogen om slagkracht in een gevechtsruimte te kunnen ontplooien.
Uit de laatste “Defence Planning Capability Review; NATO ’s biennial report on the Defense of the Netherlands” die op 5 augustus 2024 werd gepubliceerd, kwam de Nederlandse krijgsmacht er magertjes uit. De resultaten van die evaluatie presenteerde een krijgsmacht die zijn drie gevechtskrachtcomponenten (grond-, lucht- en maritieme component) qua slagkracht en vooral op logistiek gebied niet op orde heeft. Niet verrassend dat de autoriteiten in Brussel en Mons zich zullen afvragen welke bijdrage de Nederlandse krijgsmacht feitelijk zou kunnen leveren aan internationale missies en opdrachten.
De karakteristieken van instabiliteit(f)actoren onderstrepen dat de nationale gevechtskracht geloofwaardig moet zijn om afschrikkend te kunnen zijn. Dat betekent herkenbare, beschikbare en inzetbare gevechtskracht die middels een korte closure rate[4] kan worden ontplooid om extremisme en traditionele operaties in een vier dimensionaal raamwerk[5] gedurende langere tijd in de hoogste geweldsintensiteit te kunnen uitvoeren. Doof gebleven voor waarschuwingen en blind voor de ontwikkelingen in de veiligheidsomgeving kon en kan de krijgsmacht aan die wensen/eisen tot nu toe niet voldoen: zij is niet geloofwaardig en bezit daardoor een geringe afschrikkingwaarde. Er was een wake up call nodig om bewindslieden en politici in Den Haag wakker te schudden: de Russische inval in de Oekraïne.
Op 12 maart 2024 verkondigde de zittende demissionaire Minister van Defensie In het praatprogramma OP 1 op de vraag van Wouter de Winter, parlementaire journalist van de Telegraaf, dat Nederland de 2% BBP NAVO-ondernorm in 2024 net niet en in 2025 op weg zou zijn om die wel te bereiken. De Winter en gespreksleider Kockelman lieten zich met een kluitje in het riet sturen. Twee dagen later op 14 maart, stond de volgende tekst in de Telegraaf`:
Uit het jaarverslag van het bondgenootschap blijkt dat Nederland in 2023 bleef steken op 1,63% BBP. In het vorige jaarverslag was het nog 1,64%. Een minimaal verschil, maar het pijnlijke is vooral dat er geen groei in zit. Nederland is wel fors meer gaan spenderen aan Defensie, maar tegelijkertijd groeide ook de omvang van onze economie.
De gebrekkige inzetbaarheid en de geopolitieke situatie noopte de huidige Defensie-leiding tot verhoogde investeringen in de krijgsmacht. Het defensiebudget steeg van € 15,3 in 2023 naar € 21,4 miljard dit jaar. Op papier ziet het er veelbelovend en doortastend uit, maar het zal jaren duren voordat de huidige magere gevechtskracht enigszins is aangedikt. Als inderdaad – zoals politici en kenners voortdurend beweren – de Russen er aan komen (persoonlijk geloof ik dit niet gelet op de terreinwinsten in de Oekraïne in 3 jaar tijd en de problemen die hen oost en west van de Dnjepr nog te wachten staan), vrees ik dat het veel te laat zal zijn.
Ferme taal uit het Brusselse

Op 2 mei 2025 heeft de voormalige minister-president die tijdens zijn decennium-plus regeerperiode de krijgsmacht[6] naar de vaantjes heeft geholpen, “geëist” dat het nationale Defensiebudget moet worden opgeschroefd naar 5%BBP: te splitsen in 3,5% voor Defensie en 1,5% aan zaken waar Defensie van meeprofiteert. Hij noemde als voorbeelden: cyberveiligheid en het verbeteren van (inter-) nationale infrastructuur om de verplaatsing en ontplooiing problematiek op en over het Europese continent te minimaliseren. Opvallend dat hij sprak over defensie en niet over de krijgsmacht waar het zwaartepunt van het bestrijdingsvermogen huist.
Bruto of netto?
Wanneer het defensiebudget aan de orde komt doen verantwoordelijke politici het altijd voorkomen alsof het totale budget wordt besteed aan opwaardering en in standhouding van de gevechtskracht van de krijgsmacht en die opwaardering start zodra goede voornemens verpakt in getallen op papier verschijnen. Noch het één (opwaardering gevechtskracht) noch het ander (direct) is juist.
De omvang van het defensiebudget is gebonden aan de politieke prioriteitstelling en die bepaalt de marges voor het defensieapparaat om zijn grondwettelijke takenpakket te kunnen uitvoeren. Wanneer die marges door de financiële problematiek te beperkt zijn geworden om dat binnen de nationale en NAVO-context (geheel of gedeeltelijk) te kunnen uitvoeren, moet worden vastgesteld en uitgelegd wat dat betekent voor de (inter)nationale veiligheid. Die uitleg hebben verantwoordelijke bewindslieden sinds de val van de Berlijnse Muur niet gegeven en vermoedelijk zal die uitleg ook nooit uit die monden komen.
Een deel van het budget moet ook besteed worden aan pensioenen, de bestuurstaf (het politieke deel in Den Haag) en diverse ondersteuningdiensten die geen directe bijdrage aan de gevechtskracht leveren. Over de duim gemeten kan in Nederland – afhankelijk van de benadering – slechts 70% tot 80% van het budgetvolume besteed worden aan een gewenste verbetering van de krijgsmacht[7]. Dat is niet de enige vervuiling waarmee rekening gehouden moet worden.
“Vervuilingen”
Voorshands kunnen zes vervuilingen genoteerd worden zoals:
- Voor het vaststellen van het normbedrag voor defensie worden diverse vertrekpunten gebruikt: rijksuitgaven, BBP[8]; BNP[9] , BNI[10] etc. zoals uit de tekst van het betreffende artikel – Rijksuitgaven – en de ondersteunende tabel – BBP – al te lezen is. Er moet een constant vertrekpunt worden genomen en gehandhaafd om de financiële ruimte voor defensie vast te stellen en voor de samenleving helder op de bühne te brengen. Men moet weten of het belastinggeld nuttig besteed wordt.
- Verwarring over het feit of het defensiebudget wordt uitgedrukt in een bruto of netto percentage van het GNP/BBP. Politici maken dat onderscheid niet en wekken daardoor de indruk dat het wel meevalt met de financiering van de krijgsmacht. Bovendien wordt de vraag of sprake is van “bbp in kkp” (koopkracht pariteit) door verantwoordelijke bewindslieden nooit beantwoord[11]. Reden? In het algemeen weten die niet wat het verschil is en welk effect dat heeft op kwantiteit (volume) en kwaliteit (wat kun je ermee doen) van het defensiebudget.
- Het door elkaar gebruiken van BNP en lagere BBP. NAVO drukt het percentage uit in GNP dat overeenkomt met BBP. Overigens stimuleerden leden van het Kabinet Rutte die spraakverwarring, omdat de minister-president het BNP gebruikte, verantwoordelijke MinDef beide en vaak door elkaar haalde en AIV en CBP zich wel van het BBP bedienden en bedienen. Veel defensievolgers maken soortgelijke fouten in hun artikelen.
- Het negeren van het feit dat NAVO en m.n. de VS spreekt over een ondernorm, het laagste percentage dat moet worden besteed aan opwaardering en in standhouding van afschrikking. Dus van de gevechtskracht van de krijgsmacht en niet aan de hele defensie organisatie.
- Uitdrukken van de norm in euro´s en/of dollars en/of nationale munt. NAVO drukt de bijdrage merkwaardig genoeg alleen uit in percentages van het GNP en zet daar geen valutateken bij. In Nederland en wellicht in alle staten die lid zijn van de EU en de euro als monetaire munt hebben, zullen die budgetten in euro uitdrukken; niet-leden van de EU en een aantal EU lidstaten die hun eigen valuta bij de invoering van de EU hebben gehouden, zullen dat in dollars uitdrukken of in de eigen munteenheid. Als dat zo is kunnen verschillen in kwaliteit ontstaan afhankelijk van de dollar-euro-nationale munt koers.
- Financiële duurzaamheid van defensie; die stond/staat onder druk van exogene factoren. Defensie is een uitvoeringsdepartement en heeft nagenoeg geen budgetflexibiliteit of financiële instrumenten om de gevolgen van dergelijke exogene factoren op te vangen. Met andere woorden: uitgaven die worden veroorzaakt door factoren, als fluctuaties in valutakoersen, gevolgen van een te voorzien AOW-gat en verschillende gerechtelijke uitspraken met soms vergaande financiële gevolgen gaan vroeg of laat ten koste van de operationele capaciteiten van Defensie. Uit de ‘Antwoorden op feitelijke vragen van de Vaste Commissie voor Defensie over de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie blijkt overduidelijk dat bij gelijkblijvend beleid het defensie-aandeel in het BBP daalt.
Door die vervuilingen kunnen discussies over deze materie al bij de start verzanden.
Effect
Het Nederlandse BBP bedraagt in 2025 € 1.154.000.000.000 of $ 1.015.460.697.094,00. Volgens de verantwoordelijke bewindslieden (Defensie, Buitenlandse Zaken en Financiën) is de status van het Defensiebudget in 2025 € 21,4 miljard of 1,8% BBP bruto resp. 1,44 % netto of € 16,6 miljard dat kan worden gebruikt (investeringen en exploitatie) om vuur -, slag- en gevechtskracht van de krijgsmacht op de drie traditionele militaire niveaus op niveau te brengen. Wanneer moet worden voldaan aan een 3,5% resp. 5% BBP ondernorm zal dat betekenen dat het Defensie budget bruto moet worden opgeschroefd naar € 40 miljard resp. € 58 miljard. Kortom: in die beide gevallen moet er nog een zak geld bij van € 19 miljard (bij 3,5% BBP) resp. € 36 miljard (bij 5%BBP). Dat lijkt gezien de verdeling van het BBP voor veiligheid, welvaart en welzijn een brug te ver.
Wat betekent dat voor Europese staten zoals Nederland? Dat de verzorgingstaat zoals we die nu nog in Nederland kennen, moet worden afgebouwd en vervangen wordt door een oorlogsstaat. Dat betekent een afruil van sociale en medische voorzieningen voor wapens; van pensioenen voor wapens; van onderwijs voor wapens; van zorg voor kinderen voor wapens etc. Dat geld gaat dan o.m. in de zakken vloeien van Amerikaanse wapenindustrieën als Lockheed Martin, Northrop Grumman en Raytheon. Willen we dat?
Wie zelfstandig in staat is tot nadenken en de effecten van de Brusselse eis oplijnt, beseft de absurditeit voor de Nederlandse samenleving.
[1] Indonesië, Filippijnen, Thailand, Vietnam, , Laos, Cambodja, Myanmar, Maleisië, Singapore en Brunei.
[2] Delen van de krijgsmacht moeten op last van de regering taken uitvoeren waarvoor zij niet bedoeld zijn en ook niet opgeleid/getraind zijn en op de duur de gevechtskracht van de krijgsmacht doen eroderen.
[3] Afhankelijk van het militaire niveau op vuurkracht (tactisch), slagkracht (operatieve) en gevechtskracht (op strategisch).
[4] De tijd tussen de opdracht en het moment dat de ingezette slag resp. gevechtskracht daadwerkelijk effectief kan ingrijpen in een conflict en in het verlengde de benodigde kwaliteit en kwantiteit transportplatformen, overslaglocaties en infrastructuur (wegen en bruggen)
[5] Grond, Maritiem, lucht en virtuele dimensie. Het grondoptreden kan driedimensionaal zijn nl. grond, lucht en virtueel; het maritieme optreden kan vijf (sub) dimensies bestrijken nl. in onderwater, oppervlakte, lucht, land en virtuele dimensie en het luchtoptreden kan worden gesplitst in air/luchtruim en aerospace.
[6] Een bezuiniging van 1 miljard en het schrappen van ruim 14.000 functies gekoppeld aan minder bezuinigingen benoemd als verruiming van het Defensie budget.
[7] € 1,3 miljard voor pensioenen, uitkeringen en wachtgelden, M€400 miljoen euro voor de Koninklijke marechaussee, ca. M€600 miljoen jaarlijkse Btw afdrachten aan het Ministerie van Financiën, M€180 miljoen afgeroomd als fiscale eindheffing over de Uitkering Gewezen Militairen (UGM), M€100 miljoen bijdrage aan de Rijksbrede ruilvoettegenvaller en M€60 afdracht aan het Budget Internationale Veiligheid (status 2015).
[8] Bruto Binnenlands Product bestaat uit alle inkomens voortgebracht binnen de staatsgrenzen van een land.
[9] Bruto Nationaal Product is de waarde van alle goederen en diensten die in een bepaalde periode (meestal een jaar) door een bepaald land worden geproduceerd.
[10] Bruto Nationale Inkomen is het BBP aangevuld met et saldo van uit het buitenland ontvangen primaire inkomens (loon, rente, pacht, huur en winst).
[11] Het bbp in koopkrachtpariteit (kkp) of ‘purchasing power parity (ppp)’ houdt rekening met koopkrachtverschillen tussen verschillende landen. Wanneer het kkp per capita kleiner is dan het bbp per capita, is er een overschatting van het bbp. De rijkdom van de inwoners wordt in dat geval overschat.
Charles, voor jouw gedegen artikel wederom ‘petje af’, maar sta mij toe de sombere conclusie enigszins te nuanceren. Het lijkt mij dat er een valide alternatief is voor de malafide ‘woke’ afbouw van de verzorgingsstaat, los van het veel te lang uitgestelde, broodnodige herstel van het militaire apparaat.
De bewuste sloop van onze verzorgingsstaat loopt feitelijk al heel lang simultaan met de afbouw van onze gevechtskracht, grotendeels als gevolg van de ideologische verspilling van fortuinen aan linksextremistische ‘natte dromen’. Neem alleen al de posten voor het illusoire klimaatextremisme, de bodemloze put van de puur financiële (i.p.v. specifiek projectgerelateerde) steun aan oercorrupte bananenlanden èn de peperdure open migratiedeur voor onze openlijk grootste vijand, niet Poetin maar de islam.
Die drie posten alleen al zijn een ’triple whammy’ van formaat waar voor zorg èn defensie (héél) veel ‘funding’ te halen valt. Zij het dat beiden uiteraard minstens één generatie gaan vergen om weer de oude te worden, maar dan zijn wij tenminste ook die corrupte linkse ‘idéefixes’ kwijt.
Daarbij vraag ik mij als leek af of defensie met dat geld niet op een geheel nieuwe leest geschoeid zou kunnen worden, want een oorlog zou waarschijnlijk beginnen met een verwoestende en efficiënte cyber-aanval op onze infrastructuur. Die kan het land in een paar uur totaal verlammen, i.p.v. een ouderwetse,slopende grondoorlog waarvoor de vijand nog door ‘woke’ gevonden moet worden. Als de kiezers ook maar eens gaan inzien dat na Rutte ook nog de rest van zijn vijfde colonne moet worden weggestemd in dit nog steeds véél te politiek correcte landje…