In een groot aantal artikelen op Sta-Pal is het ongenoegen beschreven over de manier waarop de politieke elite met probleemdossiers omgaat. Nadat de Koning het volk vertelde hoe goed het met zijn onderdanen zou gaan, zouden de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) het instrument moeten zijn om inhoudelijk op hoofdpijndossiers (migratie, milieu, vrede en veiligheid, dividendbelasting) in te gaan en het electoraat nader in te lichten in het waarom en hoe verder.
In mijn optiek heeft een debat drie belangrijke functies: verspreiden van informatie, bereiken van consensus en slaan van een brug tussen algemene gegevens/data en concrete situatie. Daß war einmal. In de afgelopen decennia is herhaaldelijk bevestigd dat het politieke debat niet echt heeft bijgedragen aan het bereiken van die doelstellingen en te vaak is verzand in het tonen van politieke correctheid[1].
Tegen beter weten in handhaven Status Quo
Tegenwoordig worden de onderdanen van de Koning verblijd met een soap waarin moddergooien met de gestrekte arm, de rode draad vormt. Net zoals in de diverse soaps die op het scherm verschijnen volgt ook deze politieke soap op de Haagse bühne een vastgesteld scenario met ongeloofwaardige acteurs die niet echt tekstvast zijn. Wat is er gebeurd met de kritische stem die op basis van argumenten aantoont dat het huidige politieke beleid op diverse hoofdpijndossiers een verkeerde route volgt. Het electoraat zou zich een keer voor een volgende verkiezing moeten afvragen hoe het zover is gekomen. Welnu, Henk Jan Prosman heeft dat op de website politiek.tpo.nl voor ons uitgelegd:
“Wanneer de consensus doorbroken dreigt te worden, is de eerste reactie: ‘Dat mag je niet zeggen!’ Wanneer de dissident aanhoudt en overtuigende argumenten levert, breekt fase twee aan: ‘Je mag het wel zeggen, maar de toon is verkeerd. Als de revolutionaire theorie uiteindelijk onontkoombaar is, luidt de respons: ‘Wij hebben dit eigenlijk altijd al gezegd, maar alleen met andere woorden!’ De moraal van het verhaal? In een gevestigde orde staan bepaalde belangen en reputaties op het spel. Men probeert zo lang mogelijk een bepaalde status quo te handhaven en achteraf wordt zelden toegegeven dat een ander het toch beter gezien heeft…. Je moet het maar durven. Al die jaren dat het ongenoegen in de samenleving groeide meenden de hoeders van het goede geweten hieraan voorbij te kunnen gaan. En wanneer de maatschappelijke werkelijkheid zich niet langer laat manipuleren, wordt het nieuwe discours als vanzelfsprekend voorgesteld…”
Status Quo betekent voor de hedendaagse politieke elite dat gedurende vier jaar er alles aangedaan moet worden om de politieke verhoudingen die na een verkiezing zijn ontstaan, niet te laten verbreken door tussentijdse gedwongen verkiezingen. Het is wel zo lekker om op het pluche te zitten en in vier jaar aan de toekomst na die vier jaar te werken. Een toekomst waarin de eigen beurs gevuld kan worden. Daar zorgt het mannencircuit van de politieke elite wel voor. Dat betekent dan ook dat de betreffende hoofdpijndossiers voortdurend vooruitgeschoven moeten worden onder het motto “tijd heelt alle wonden”.
Wanneer tijd er niet in geslaagd is om de wonden te helen, is het instellen van een commissie onder leiding van een van de voormalige Tweede of Eerste Kamerleden de eerste politieke storingsreactie. Vervolgens gaat zo´n commissie zijn tijd vullen met het uitvoeren van een gestuurd onderzoek om argumenten te vinden teneinde de vooraf vastgelegde doelstelling te onderbouwen. Dat beeld vertonen de APB ook. Vooraf staat al vast wat het eindresultaat moet zijn en daarop wordt een scenario ontwikkeld en uitgevoerd. De Minister-president onthulde het doel van de lopende ABP in zijn eerste termijn “ik ben niet van plan om de begroting aan te passen” en vervolgens ging hij vrolijk verder met het wegzetten van Kamerleden.
Verzorgingsstaat
Wanneer de discussie draait om gevaren die de verzorgingsstaat bedreigen, komt als eerste en ernstigste bedreiging de immigratie van islam-belijdende personen op tafel. Overigens moeten er wel verfijningen aangebracht worden in het begrip verzorgingsstaat. Gøsta Esping-Andersen[2] (1947) beschrijft in zijn boek “The three Worlds of Welfare Capitalism” (1990) samenlevingsmodellen, die zijn ontstaan door de beginselen van drie dominante politieke bewegingen in West Europa en Noord Amerika – Sociaal Democratie, Conservatisme en Liberalisme – te vertalen in een stelsel van regelingen. In die typologie valt het Nederlandse model onder de Sociaal Democratische beweging. Andere wetenschappers ondersteunen een deels afwijkende indeling in Sociaal Democratisch. Corporatistisch, Liberaal, Mediterraan en Nieuwe lidstaten (Oost Europees) en in deze indeling wordt Nederland als een mengvorm van het Sociaaldemocratische en Corporatistisch[3] model beschouwd. Het boek wordt van harte aanbevolen, wellicht dat politici daar ook wijzer van worden.
Onderzoek, waarom weer een onderzoek?
Een ander licht in de politieke duisternis die het normatieve peil van het debat tijdens de APB behoorlijk laag vond en opriep tot het inbouwen van meer beschaving in het politieke vraag en antwoord spel, kwam bij de nabeschouwing van de ABP op NPO 1 met de volgende oproep: “Het CBS berekende dat de bevolkingsgroei sneller groeit dan verwacht…de vervolgvraag die dan komt, vind ik heel belangrijk moeten we immigratie op een andere manier sturen?”. Hij wil dan ook een groot onderzoek naar de demografische gevolgen van massa immigratie. Jan Latten (wie kent hem niet? Ik in ieder geval niet) Hoogleraar sociale demografie, noemt het hoog tijd dat er een nieuw onderzoek komt en is blij dat de Kamer de handschoen oppakt: “de saamhorigheid in de Nederlandse samenleving staat op het spel. we staan voor een belangrijk punt: kunnen we de solidariteit handhaven?”. Jan van de Beek heeft zich geworpen op de economische effecten van migratie en constateert in zijn promotie boodschap dat massa-immigratie een bedreiging vormt voor de welvaarstaat. Zijn vertrekpunt voor zijn analyse was “krijgt een migrant werk en levert hij een economische bijdrage aan de samenleving? De linkse Goedmensch kon de vaststellingen van Van de Beek absoluut niet appreciëren en verweet hem de rechtse boodschap uit te dragen. Realiteit en feit zijn dus nu plotseling rechtse boodschappen? Waarom worden de betrokken personen geciteerd? Omdat het in dit geval oude wijn in nieuwe zakken is. Diverse rapporten hebben in het verleden duidelijk gemaakt aan welke gevaren een verzorgingsstaat als die van Nederland wordt blootgesteld als de emotie het wint van de ratio. Ook de doorsnee burger weet al decennia het antwoord op de door de hooggeleerde heren gestelde vragen.
De Laat beweert dat er sinds de jaren ´70 geen onderzoek naar de gevolgen van immigratie is gedaan en dat is m.i. onjuist. Een bloemlezing van onderzoeken en nota´s waarop beleid gebaseerd zou moeten zijn, leert dat die uitspraak onjuist is.
- Nota “Buitenlandse Werknemer uit 1970, waarin o.m. de volgende aspecten werd benadrukt: groepsgewijze aanpak om isolement te voorkomen; aanpassing noodzakelijk; druk uitoefenen op terugkeer; twee sporen beleid: snel integreren en streven naar remigratie en behoud eigen identiteit/cultuur voor remigratie.
- WRR Rapport “Etnische Minderheden” uit 1980. In dit rapport werden de volgende aanbevelingen gedaan: Afschaffen tijdelijkheid; integraal i.p.v. categoriaal.; termen buitenlander/gastarbeider vervangen door etnische minderheid; concipieren en implementeren minderheden beleid.
- Nota Minderheden uit 1983 waarin o.m. werd geaccentueerd: minderheden als groep en individu gelijkwaardig plaats in de samenleving en volwaardige ontplooiingskansen geven; verminderen sociaaleconomische achterstand; scheppen voorwaarden voor emancipatie in en deelname aan de samenleving; voorkomen en bestrijden van discriminatie en in voorkomend geval verbeteren rechtspositie; integratiemodel (bevorderen collectieve en individuele aanpassing) vs. emancipatie model (bestrijding achterstand); benadrukken beheersing Nederlandse taal en inpassing in Nederlandse samenleving wordt als politiek incorrect beschouwd.
- Contouren Nota Burgerschap uit 1994: Omdoping minderhedenbeleid in Integratie beleid, omdat integratie een twee zijdig proces van acceptatie is. Door minderheden en Nederlandse samenleving; nadruk op individuele verantwoordelijkheden met bijbehorende rechten en plichten.[4]; versmalling tot sociaaleconomische integratie waardoor het culturele aspect ondergeschikt is.
- Rapport Commissie Blok “Bruggen bouwen stelde o.m. vast boodschap: integratie onvoldoende geslaagd[5]; integratiesucces is niet tot stand gekomen door het overheidsbeleid, maar door inspanningen van nieuwkomers en Nederlanders. Dit is niet wat de politiek wilde horen en daarom wordt het rapport (zelfs zonder kennis te nemen van de inhoud) in het parlement negatief ontvangen!
Negeren van waarschuwingen
Wanneer de waarschuwingen van mensen als Bolkestein, Fortuyn en Sarrazin gevoegd worden bij de criteria en vaststellingen van beleidsnota’s en onderzoeken, dan is een nieuw onderzoek absoluut onnodig. Bolkestein constateerde aan de hand van een aantal vraagstellingen welke kant het immigratie beleid op zou moeten gaan en is gegaan. Hoe moeten gelet op de verschillende benaderingen van de in westerse samenlevingen doorgevoerde politieke waarden en beginselen een islamitische minderheid en een niet-islamitische meerderheid met elkaar omgaan?. Waarden en beginselen die volgens hem de begrenzingen van een multiculturele samenleving markeren waarmee niet gemarchandeerd kan en mag worden. Vertrekpunt van de integratie is dan ook acceptatie van die politieke waarden en beginselen. Moet integratie op basis van de logica van de gelijkheid (conform Belgie en Duitsland) of op basis van de logica van minderheden (Nederland en UK) worden gerealiseerd? Het eerste impliceert gelijkheid voor de wet; het tweede institutionaliseert erkenning van minderheden als zodanig. In het verlengde daarvan stelde hij de vraag wordt integratie het meest bevorderd door emancipatie door verzuiling of gescheiden ontwikkeling of emancipatie door gezamenlijke ontwikkeling? Verzuiling resulteert in gescheiden samenlevingen, waarbij het voor de niet-islamitische omgeving verborgen blijft of islamitische leerinstellingen de ruimdenkende of fundamentalistische stroming onderwijzen. Tenslotte stelde hij zich de vraag: is integratie met behoud van eigen identiteit mogelijk en wenselijk. Hij schetste een voorbeeld van de poging van Amsterdamse beleidsbepalers om de integratie van jonge moslims te stimuleren. In de jaren ’90 hoopten de betrokken bestuurders de integratie via bijeenkomsten van moeders te kunnen bewerkstelligen. Op zich gezien de positie van de vrouw in een islamitische gemeenschap, een merkwaardige benadering. Deelname – zo stelden die bestuurders – moet op vrijwillige basis gebeuren. Dat bleek geen gelukkige greep te zijn, maar de andere optie nl. verplichte deelname druiste tegen hun politieke beginselen in en was derhalve niet opportuun. Niet verrassend dat het experiment mislukte.
Fortuyn verklaarde in zijn twee boeken uit 2002 waarom het integratie proces van moslim migranten tot mislukken gedoemd is. Op blz. 184 e.v.[6]. legt hij uit dat cultuurvervlakking en cultuurrelativisme daaraan ten grondslag liggen. In de achter ons liggende decennia is de cultuurbeleving van de Nederlandse samenleving aan een hardnekkige erosie onderhevig geweest wat heeft geresulteerd in het (deels) wegvallen van het culturele fundament van de Nederlandse samenleving door een verlies aan coherentie, ontbreken van een normatief raamwerk en dientengevolge het gebrek aan handvatten om ijkpunten voor een integratieproces te kunnen bepalen. Bovendien hebben de jaren ‘60 en ‘70 geleid tot het loslaten van traditionele normen en waarden waardoor de noodzakelijke cultuur overdracht van generatie op generatie in het slop is geraakt. De elkaar snel opvolgende regeringen en parlementen zijn in gebreke gebleven om de gewenste coherente antwoorden te geven en die te vertalen in heldere wetgeving die is getoetst op haalbaarheid en uitvoerbaarheid. Gevolg: iedereen gaat zijn eigen gang, handelt naar eigen inzicht en maskeert het ontbreken van een normatief wetgevend raamwerk door het gebruik van termen als multiraciale en multiculturele samenleving zonder daaraan substantieel inhoud te willen en/of kunnen geven. Daartegenover staat de moslim met zijn islamitische cultuur, gekarakteriseerd door cultuur fundamentalisme, ondersteund door grensoverschrijdende statelijke, economische, normatieve en militaire structuren, die uitbreiding van de eigen invloedsfeer als een natuurlijke proces beschouwen. Volgens hem bestaat een liberale, geseculariseerde versie van de islam niet, wel een fundamentalistische zeer invloedrijke versie, ook wel als politieke islam betiteld”[7]. Een cultuurbeweging die absoluut niet door een deur kan met de karakteristieken van moderniteit[8]. cultuurvervlakking en cultuur relativisme versus cultuurversterking en cultuur expansie. Het antwoord op de vraag wie meer winst zal boeken is snel gevonden.
Tenslotte Sarazin. in zijn boek “Deutschland schafft sich ab. Wie wir unser Land aufs Spiel setzen” constateert hij op blz. 266 dat door een groeiende migratie uit voormalig Joegoslavië, Turkije en Arabische gebieden Duitsland een aan kwaliteit inboetende samenleving is, Afrikanen en economische vluchtelingen dragen amper bij aan de handhaving van de Duitse welvaartsstaat, zoeken en vinden daarentegen een plaats in de informele economie. De Arabische criminele organisaties in Berlijn en Hamburg zijn daarvan de bevestigingen. Op basis daarvan stelt hij zich de vraag of armoede een politieke, niet op feiten gebaseerd begrip is. Of onderscheid gemaakt kan worden tussen materiele en geestelijke armoede? en in het licht daarvan een materiele arme beter kan worden gevoed dan een geestelijke arme? Is echte gelijkheid alleen mogelijk in een welvaartsdictatuur, een deugdenregime met staatsterreur? Net als in Nederland bij Janmaat en Wilders het geval is geweest, vielen ook in Duitsland politici en media direct na het openbaren van zijn visie over hem heen. Ook in Duitsland bleek al snel dat het overgrote deel van zijn criticasters net als bij Fortuyn het geval was, niet eens de moeite had genomen om de inhoud van het boek te lezen en dan pas hun kritiek te spuien en termen te gebruiken als racist, fascist of cynicus “ Wanneer ze dat wel hadden gedaan dan hadden ze een antwoord kunnen geven op zijn verwoording van de Duitse burger die constateert
„Hoffnungslos ist die Lage, denn den Muslims ist es untersagt, sich zu assimilieren (Koransure 3:28, 4:89, 5:51), oder die Deutschen zu respektieren, denn sie sehen uns Ungläubigen sogar als Verbrecher (Koransura 3:82). und sich selbst als das Herrenvolk mit der Mission, ihre Religion in die ganze Welt zu verbreiten (Koransure 2:218, 3:195, 4:97–100, 9:20), während “unsere” Politiker Proteste dagegen tadeln. Ich habe alte Menschen hören sagen: “Wir wurden missbraucht, um Deutschlands Kriege auszufechten. Nun sind wir alt, krank und arm – die Einwanderer kriegen unser Geld. Wir sind den Politikern egal”
Vaststelling
Uit het bovenstaande blijkt dat het gros van de constateringen en waarschuwingen nog steeds valide is en daarom kan men zich afvragen waarom een nieuw onderzoek dan noodzakelijk is. De tijd kan weliswaar veranderd zijn, de vaststellingen niet. Volgens Prosman: “voor wie het echt wil weten zijn er genoeg rapporten en statistieken beschikbaar…het aankondigen van een onderzoek een kleine prijs voor een goed geweten en een opgeruimd gemoed”. Zo wordt nadenkend Nederland weliswaar voor de gek gehouden, maar krijgen politieke vriendjes en vriendinnetjes weer een goedbetaalde zij het tijdelijke baan. Om een onderzoek te doen waarvan de politieke resultaten van te voren al zijn geformuleerd. Ach waarom ook niet.
——————————————-
[1] Voorzichtig en omzichtig, verhuld praten over onderwerpen die politiek gevoelig liggen. Politieke correctheid is dan een aanduiding voor een vorm van genormeerd taalgebruik of een aanduiding voor een vorm van genormeerd handelen in het algemeen. Aanvankelijk gerelateerd aan het linkse ideaal van gelijke kansen. In het huidige politieke klimaat spreekt men ook van rechts georiënteerd politieke correctheid nl. tegen gelijke kansen voor allerlei minderheden of het demoniseren van de islam.
[2] Deense socioloog die zich concentreert op de verzorgingsstaat en diens plaats/rol in kapitalistisch georiënteerde economische stelsels.
[3] Onder het Sociaal Democratische model moet worden verstaan: uitgebreid sociaal zekerheidsstelsel met relatief hoge vrij algemeen toegankelijke uitkeringen; burgers vullen de pot door belastingen en premies voor goede regelingen als ouderschapsverlof en een hoge arbeidsparticipatie (ook vrouwen). Ook Zweden heeft zo´n model en haar ruimhartig ongecontroleerd migratiebeleid heeft geresulteerd in de instorting van de welvaartstaat. Het Corporatistisch model bezit de volgende kenmerken: hoog voorzieningsniveau met selectieve toekenning van rechten; grotere rol werkgevers/werknemers middels vakbonden en sociaaleconomische structuren en mechanismen; beperkte rol overheid op de arbeidsmarkt; relatief weinig vrouwen en ouderen met een baan. Dat model vindt men in o.m. Frankrijk, België, Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk.
[4] Tegenwoordig wordt onevenredig veel aandacht aan de rechten besteed en te weinig de plichten benadrukt.
[5] Een merkwaardige zinsopbouw, immers iets slaagt of mislukt, wat Marijnissen met het woord onvoldoende wil uitdrukken, ontgaat mij.
[6] Boek” De verweesde samenleving “(2002)
[7] Boek “De Puinhopen van 8 jaar Paars” (2002) blz. 153.
[8] Individuele verantwoordelijkheid staat centraal en boven collectieve verantwoordelijkheid van familie, clan en/of stamverband en in morele kwesties zelfs die van de natiestaat; handhaving van strikte scheiding van Kerk en Staat. Uit de scheiding vloeien voort de parlementaire democratie, vrijheid van meningsuiting, vrije pers, mensenrechten en meer algemeen bescherming van de burger tegen overmatig en willekeurig optreden van de Staat door een onafhankelijke rechterlijke macht. Gelijkwaardigheid van seksen en seksuele geaardheid. Kinderen hebben een erkende en beschermde rechtspositie tegenover volwassenen. Mensenrechten zijn universeel, worden beleefd en behandeld.