Sinds enige tijd wordt een veteraan omschreven als “een voormalige militair of een voormalig gemilitariseerde burger met de Nederlandse nationaliteit die het Koninkrijk heeft gediend onder oorlogsomstandigheden of tijdens vredesoperaties” en blijkbaar voldoe ik aan die beschrijving. Waarom heb ik nooit op een Veteranendag acte de presence gegeven?
Het verhaal van voormalige onderzeebootmatrozen op de website van het Algemeen Dagblad bevestigde dat de Krijgsmacht dapper meedoet aan discriminatie. De veteranen of degenen die zich veteraan noemen vinden dat militairen die in de Koude Oorlog hun taken moesten vervullen, geen veteranen kunnen zijn omdat ze die taken niet onder oorlogsomstandigheden hebben uitgevoerd. Maanden onder water in een benauwde cocon de Sovjet tegenstander observeren waren en zijn nog steeds missies die onder strenge geheimhouding werden en worden uitgevoerd. Er is geen verschil tussen toen en nu. Tijdens de Koude Oorlog waren er nog meer militaire segmenten die onderdeel waren van soortgelijke missies. De vraag waarom je nu wel en toen niet mag deelnemen aan Veteranendag, is voor mij onduidelijk. Oh, wacht, het argument is Koude Oorlog en niet de omstandigheden waaronder taken moesten worden uitgevoerd. Een merkwaardig argument.
Wanneer we de vredesmissies gaan ontleden, kan men zich niet aan de indruk onttrekken dat het grootste deel hun tijd onder minder stressvolle omstandigheden in den vreemde hebben ingevuld dan de bewuste marinemensen. Ooit wel eens de omstandigheden in Split, Pleso, Zagreb gezien? Niet echt oorlogsomstandigheden en die verschillen zijn ook in andere vredesmissies herkenbaar. Ik kan me bij mijn debriefing in Ossendrecht nog het verhaal herinneren van een militair die gepassioneerd zat te vertellen welke gevaren hij in Zagreb in de ogen had moeten kijken. Op de vraag een voorbeeld te geven, kwam de raket die zich 15 kilometer verder in de grond boorde aan de orde. Het is maar hoe je het voelt.
Het verhaal van de marine mensen bevestigt dat binnen de Krijgsmacht ook op een andere manier discriminerend te werk wordt gegaan. De veteranen die in Den Haag terecht om respect vragen, wellicht eisen, kunnen het persoonlijk niet opbrengen om Koude Oorlog militairen met datzelfde respect te behandelen. Persoonlijk heb ik dat moeten ervaren tijdens een symposium in Soesterberg, waar een paar militairen die vier maanden in Uruzgan goed werk hadden gedaan, het wenselijk achtten om militairen in de zaal die tijdens de Koude Oorlog hun carrières en loopbaan hadden opgebouwd (en een aantal als UNMO in het Midden Oosten hadden gediend) met dedain, gebrek aan respect te behandelen. Ik werd toen door mijn voormalige bevelhebber tegengehouden om op te stappen en de zaal uit te lopen. Jeugdige onbezonnenheid noemde hij de manier waarop de militairen op het podium zich opstelden en wellicht had hij gelijk.
Persoonlijk distantieer ik me van dergelijke geborneerde opvattingen. Vredesmissies; oorlogsomstandigheden en Koude Oorlog militairen. Ik ben een Koude Oorlog militair en een officier die vredesmissies heeft opgetuigd, begeleid, uitgevoerd en beëindigd. Heb nooit de behoefte gehad om middels medailles en baret me te onderscheiden van een ander. Ik heb die medailles alleen bij het doodsbed van mijn vader opgeprikt en nadat mijn Amerikaanse drie sterren admiraal me vroeg of ik niet een keer, met alle plaatjes en medailles op mijn uniform, de deactivatie van Striking Fleet Atlantic wilde bijwonen. Toen heb ik ze weer opgedaan.
De belangrijkste reden op niet op Veteranendag te verschijnen, is dat ik op mijn leeftijd niet echt gemotiveerd ben om in de bekende veteranen uitrusting met en zonder grootmodel medailles en blauwe baret als deel van een groep mensen te gaan defileren. Het stuit me bovendien tegen de borst om leuk te gaan praten met mensen die mij na mijn uitzending bijna 10 jaar lang hebben lopen verketteren, mijn naam en prestaties te grabbel hebben gegooid en geprobeerd hebben mij mijn Amerikaanse medailles te ontzeggen. Drie jaar geleden presteerden een aantal dappere vredesmissie militairen mij in het openbaar en in de media te kapittelen na het publiceren van mijn boek dat hoofdzakelijk was gebaseerd op feiten en eigen ervaringen. Waarom zou ik?
In de USA wordt een militair als veteraan beschouwd die conform Title 38 van de Code of Federal Regulations voldoet aan de beschrijving “a person who served in the active military, naval, or air service and who was discharged or released under conditions other than dishonorable.”. Ik lees daarin niets over Koude Oorlog, vredesmissies of oorlogsomstandigheden. U wel? Waar halen we in Nederland dan het lef vandaan om te gaan splitsen? Om Koude Oorlog militairen als mindere militairen te beschouwen en te behandelen. Militairen die het handwerk van het Grootschalige conflict beter beheersen dan de huidige generatie?
Zolang segmenten van de militaire samenleving in Den Haag niet die door hen zelf getrokken kunstmatige grens tussen de militaire populatie voor en na de val van de Berlijnse Muur willen weghalen, blijf ik weg. Niet alleen uit persoonlijke motieven, maar vooral uit respect voor de omstandigheden waaronder militairen tijdens de Koude Oorlog hun werk moesten doen. Mij zullen ze daar niet missen en ik wens de zich veteranen noemende militairen een mooie en vooral vruchtbare dag toe. Maar ook de wijsheid om Koude Oorlog veteranen het respect te geven dat ze verdienen.
Na 15 jaar in Duitsland bij de Geleide Wapens moet ik schrijver gelijk geven. Onze status was binnen 5 minuten kunnen vuren welk later werd veranderd in 20 minuten. Van de 4 Squadrons moest altijd 1 Squadron binnen 20 minuten sovjet vliegtuigen kunnen onderscheppen. 24 uur per dag 7 dagen in de week. Alarm oefeningen waren een veel voorkomend fenomeen waarbij alarm combi’s met loeiende sirenes door de Duitse woonwijken reden. Dit was gewoon (koude) oorlog. Overigens heb ik daarna nog 6 missies gedaan. Bosnië Afghanistan etc. Ook ik heb geen behoefte aan parades etc daar heb ik er al zo veel van gehad, uren in een betonplaat staan voor commando overdrachten etc. Zeker als deze periode in Duisland net als Korea vergeten wordt. Inmiddels UKW’r.