Poetin beschouwt de Russische inmenging in de burgeroorlog in Syrië als een strijd tegen terroristische structuren. Daarmee bedoelt hij alle bewapende groeperingen die het Assad al jaren moeilijk maken en volgens Moskou proberen een legitieme regering met geweld naar huis te sturen.
Tijdens de medailleuitreiking op 17 maart 2016 in de grote St. Georgievsky zaal van het Kremlin sprak hij kort over de strijd in Syrië: “We immediately identified the goals of the operation is to support the legitimate struggle of the Syrian army to terrorist groups”. Een strijd die volgens hem in het verlengde ligt van zijn antiterrorismebeleid en daarom moeten Russische grondtroepen in Syrië in zijn ogen worden beschouwd als antiterrorisme eenheden.
Niet alle zogenaamde Russische antiterrorisme- eenheden in Syrië blijken deel uit te maken van de reguliere gelederen van de Russische grondcomponent. Op 7 februari 2018 verscheen de naam van de Vagner PMC (Private Military Compagnie) prominent op de voorpagina´s. Niet vanwege successen op het gevechtsveld, maar door de honderd slachtoffers die in hun gelederen te betreuren waren na een aanval op een door Koerdische anti-Assadstrijders en hun Amerikaanse adviseurs bezette versterkte constructie in de Deir Al-Zour-regio bij de Eufraat. Amerikaanse luchtaanvallen zaaiden dood en verderf. De vraag waarom een stelletje militanten de strijd met ervaren, geharde en uitermate goed bewapende strijders wilden aangaan, is vooralsnog onbeantwoord.
Private Military en Security Companies (PMSC)
Hoewel privélegertjes in diverse soorten en configuraties sinds mensenheugenis hebben bestaan, is de Private Military and Security Company/Contractor/Entity (een verzameling van PMC, PME en PVO) een hedendaags fenomeen dat bij de reparatie van ontwrichte samenlevingen zijn plaats heeft opgeëist. Dat fenomeen heeft het beheersen van de veiligheidssituatie in een instabiele regio aan de ene kant vereenvoudigd en aan de andere kant gecompliceerder gemaakt.
Voorheen leken PMSCs een westers fenomeen te zijn, maar door het verschijnen van Vagner PMC op de voorpagina´s blijkt ook Rusland naar dat instrument gegrepen te hebben[1]. Aanvankelijk hadden westerse staten andere redenen om een PMC, PME of PVO op het gevechtsveld toe te laten. Die strekten zich uit van de westerse terughoudendheid om verwikkeld te raken in langdurige conflicten die het nationale belang niet rechtstreeks raken via krimp van defensiebudgetten tot veranderingen in de veiligheidsomgeving die vooral westerse staten hebben gedwongen hun militaire en civiele veiligheidstructuren te herstructureren[2] Vooral de voortdurende krimp van defensiebudgetten dwongen defensieorganisaties ertoe om mandaatperiodes, volume en samenstelling van nationale contingenten te begrenzen. Bovendien waren veel westerse krijgsmachten niet of nauwelijks meer in staat om te voldoen aan certificatie- en validatienormen; readiness en closure rate criteria.
PMSC´s (vaak opgericht door voormalige militairen van allerlei specialismen) hebben dat gat in de veiligheidsmarkt onderkend en zijn er in gestapt. Door de groei van brandhaarden, uitbreiding van het extremisme, selectieve westerse terughoudendheid en ineenstorting van veiligheidsstructuren in mankerende staten is de vraag naar PMSC´s geëxplodeerd. In de 21ste eeuw varieert de klantenkring van internationale organisaties als UN en CSVE; multinationals, humanitaire hulpverlening organisaties tot legitieme staatstructuren. Hoewel de splitsing in een militaire en civiel georiënteerde structuur formeel nog niet van de grond is gekomen, kan men op basis van behoefte en klantenkring die scheiding wel maken. Zo zal de civiele component zich vooral concentreren op het bewaken en eventueel beveiligen van objecten zoals (delen van) commerciële productie- installaties, ambassades, bezittingen en individuen die deel uitmaken van IO´s, PVO´s en NGO´s. De militaire component zal zich moeten toespitsen op het uitvoeren en ondersteunen van stabilisatieoperaties, post conflict reparatie en reconstructie/hervorming van inheemse veiligheidstructuren.
De Russische tegenhanger
Het is bekend dat individuele Russen zich tijdens de Bosnische burgeroorlog als huurlingen hebben aangeboden om aan de zijde van Mladic en Milosevic voor het grote Slavische ideaal te vechten. Tot 2015 zijn berichten dat Russische huurlingen georganiseerd in echte militaire eenheden in buitenlandse missiegebieden ontplooid waren, nooit boven tafel gekomen. Dat is begin 2015 nadrukkelijk veranderd.
President Poetin vaardigde op 12 januari 2015 een decreet uit om het voor buitenlanders eenvoudiger te maken in Russische krijgsdienst te treden. Aanvankelijk leek het erop dat de inhuur van buitenlandse vrijwilligers primair een binnenlands doel diende nl. het oplossen van toekomstige personele tekorten binnen de Russische krijgsmacht. Dat bleek achteraf niet de werkelijke reden te zijn. Frankrijk en Spanje hebben in het verleden onderstreept dat delen van een vreemdelingenlegioen buiten de nationale grenzen in brandhaarden kunnen worden ontplooid zonder dat eigen bloed te betreuren was. In het Franse Vreemdelingenlegioen dienen soldaten uit 136 landen en geen enkele Fransman, tenzij legionair, hoeft in een ongewenste oorlog te sterven. Uit de ontdekking van de Vagner PMC lijkt Poetin zich te spiegelen aan het Franse en Spaanse voorbeeld. Wanneer lastige vragen worden gesteld, kan hij het antwoord van de ultranationalistische parlementariër Choedjakov uit de kast trekken: de USA stuurt particuliere bedrijven naar plaatsen waarheen ze hun eigen militairen niet willen sturen.
Potentiële huurlingen kunnen alleen in aanmerking komen als zij de Russische taal beheersen. Daarom wilde het Kremlin aanvankelijk alleen vissen in de vijver met 25 miljoen etnische Russen die sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in omringende landen wonen, zoals Tadzjikistan, Kazachstan, Oekraïne, Belarus, Armenië, Azerbeidzjan en de Baltische staten. Dat voornemen heeft Moskou door het gebrek aan enthousiasme (deels) laten vallen. Hoe het proces van rekrutering naar uitzending verder verloopt is duister, omdat daarvan in het westen weinig bekend is geworden. Wel is duidelijk geworden dat Poetin lering heeft getrokken uit de ervaringen van de Amerikanen in Irak, waar particuliere organisaties taken van de reguliere strijdmacht overnamen en beleidsbepalers in het Pentagon werden geconfronteerd met ongewenste uitspattingen die hen in grote problemen hebben gebracht. Hij heeft opdracht gegeven een vangnet te creëren om te voorkomen dat avonturiers uit financieel winstbejag of louter machtswellust eigen oorlogjes gaan voeren. Hoe dat vangnet eruit ziet is onbekend.
Motorola midden[3]
Dat de Russische versie van een vreemdelingenlegioen in de loop van 2015 al geen groenetafelidee meer was, bevestigde de aanwezigheid van Arsene Pavlov alias Motorola in Damascus. Een Oekraïense oorlogsmisdadiger die tijdens het gewapende conflict in het oosten van de Oekraïne eigenhandig tientallen krijgsgevangen genomen Oekraïense militairen en sympathisanten heeft vermoord, was prominent aanwezig. Ook werd in 2015 bekend dat honderden etnische Russische vrijwilligers voorbereid werden op een ‘missie in den vreemde’. Voor dat doel werden bestaande opleidingskampen in de omgeving van Rostov uitgebreid en 760 Tsjetsjeense vrijwilligers gingen eind 2015 als de eerste opgeleide legionairs op weg naar een onbekend gebleven missiegebied[4].
Russische huurling in Syrië
In de Huffington Post is een februari 2018 artikel gepubliceerd die onder de titel “The Insane Story of Russian Mercenaries Fighting for the Syrian Regime”[5] beschrijft onder welke omstandigheden huurlingen van het Slavonic Corps[6] in Syrië hun taken hebben moeten uitvoeren. Volgens James Miller, managing editor bij Interpreter Magazine, had het veel weg van een slechte Chinese actiefilm.
In september en oktober 2013 werden ongeveer 270 huurlingen in Syrië gedropt[7] om tussen Homs en Deir Ez Zor een missie uit te voeren. Hun Russische opdrachtgever informeerde hen dat zij ingehuurd waren door Assad en een deel van zijn olie-infrastructuur moesten beveiligen. Hen werd ook verteld dat de missie voorbereid zou zijn door de FSB en daardoor nauwelijks op enige hindernissen zou stuiten. Na aankomst in Latakia bleek al snel dat de Syrische overheid en FSB part noch deel hadden in de operatie en zij door particulieren waren ingehuurd. De wapens en wapensystemen die hen ter beschikking stonden, waren niet de modernere T-72 tanks en diens generatiegenoten, maar bepantserde oude bussen. De geavanceerde wapensystemen bleken door lokale strijdheren te zijn geconfisceerd. Tot overmaat van ramp was niet de beveiliging van olie infrastructuur, maar de herovering van die infrastructuur op IS-jihadisten de opdracht. De missie afbreken en terugkeer naar Rusland was door geldgebrek – zij moesten hun eigen terugkeer betalen – geen optie en dus moesten ze de missie voortzetten. Op weg naar de olie-infrastructuur bij Deir ez-Zor vloog een van de begeleidende helikopters van Assad tegen een hoogspanningslijn en stortte in de colonne, enkele slachtoffers makend.
Hun opdracht werd gewijzigd en in plaats van een beveiligingsopdracht uit te voeren, moest het korps Assads eenheden in Al-Sukhnnah versterken. Op weg naar hun nieuwe opdracht liep het konvooi in een hinderlaag van een door Saoedi-Arabië gesponsorde extremistische groepering, Jaysh al-Islam. Ondersteund door een enkel Syrisch vliegtuig en een houwitser ging het korps over in een defensieve positie. Volgens eigen zeggen probeerden tussen de 2000 en 6000 jihadisten hun opstelling te omtrekken. Ze werden gered door een plotseling opstekende storm en in de bussen ontvluchtten ze het gebied. Omdat een van de militanten zijn ID verloor en een ander werd gedood, werd duidelijk dat de Russen zich al in 2013 in de Syrische burgeroorlog hadden gemengd. Bij terugkeer op luchthaven Vnukovo bij Moskou werden ze door de FSB, die stellig beweerde niets van de missie te hebben geweten, gearresteerd en in staat van beschuldiging gesteld, omdat ze artikel 359 van de Russische wetgeving hadden overtreden. Ook de twee zakenmensen die verantwoordelijk waren voor de inhuur van de militanten werden opgepakt. Het lot van alle betrokkenen is onbekend.
Hoewel het verhaal een vermakelijke kant heeft, zitten er elementen in die tot nadenken moeten stemmen. De FSB moet inderdaad PSMC-missies buiten Russische grenzen fiatteren en in dit geval staat Syrië op de lijst van goedgekeurde operaties door particuliere structuren. Wanneer dat zo is, dan heeft Moskou de handen van de missie af getrokken toen het duidelijk werd dat de missie in een fiasco zou uitdraaien. Het Kremlin wilde een schandaal vermijden en de ruimte hebben om te ontkennen dat Russische militairen op het gevechtsveld zouden zijn gestorven
Het was te hopen dat de missie van de Vagner PMC[8] (met een volume van 1000-5000 man) beter voorbereid zou zijn dan die van het Slavonic Corps. Aan diens gevechtswaarde kon nauwelijks getwijfeld worden: ervaring en hardheid genoeg. Volgens Amerikaanse inlichtingenbronnen:“PMC has recruited and sent soldiers to fight alongside separatists in eastern Ukraine”. Die bronnen beweren dat de Vagner PMC in maart 2014 ook heeft gestreden op de Krim en in het oosten van Oekraïne. In Syrië zouden zij de eersten zijn geweest die Palmyra binnen trokken, gevolgd door reguliere Russische militairen, Arabieren en dan de media. Vagner PMC zou in 2016 inmiddels een volume hebben van ruim 2500 man. Hoe de wervingsprocedure verloopt is net als bij het Slavonic Corps duister, wel is bekend geworden dat potentiële militanten worden getraind op een oefeningsgebied bij Molkino, in de regio Krasnodar in Zuid-Rusland, niet ver van de CL in Oost-Oekraïne. Gelet op de operaties waaraan Vagner PMC heeft deelgenomen, mochten Moskou en Damascus verwachten dat die organisatie de zaak in het oosten van Syrië wel zou kunnen klaren. Het tegendeel blijkt het geval te zijn. Na de mislukte actie is de PMC teruggekeerd naar de regio Luhansk [9]. Door hun deelname aan het gewapende conflict in Oost-Oekraïne staan Vagner PMC, diens stichter en eigenaar Dmitry Utkin[10] en zijn financier Yevgeny Prigozhin[11] op de Amerikaanse zwarte lijst.
Vaststelling
Doordat reguliere militaire structuren hun geweldsmonopolie in een missiegebied verloren hebben en nu moeten delen met een of meerdere PMSCs en inheemse veiligheidsstructuren, wordt het beheersen van gewapend geweld d.m.v. door alle partijen geaccepteerde Rules of Engagement (ROE) en International Humanitarian Law (IHL) een uitdaging die niet altijd adequaat wordt ingevuld. De vraag is of bij het opmaken van de rekening de voordelen groter zijn dan de nadelen.
Wegens kostenbesparing, hogere kwaliteit, langere ontplooiing in risicogebieden, brugvorming tussen militaire en civiele structuren in het risicogebied en lenigheid van die structuren op tegen een frequente schending van mensenrechten door disproportioneel geweld, bijkomende schade, selectieve moordaanslagen; criminele activiteiten zoals drugs- en mensenhandel, afpersing, fraude, omkoping en zwarte marktactiviteiten en anti-coalitieacties?
Ook mag niet uit het oog verloren worden dat commerciële structuren waaronder een PMSC moet worden geschaard, gedwongen kunnen worden om tot kostenbesparing over te gaan, waardoor kwaliteitsvermindering van de diensten en in het verlengde daarvan de geconstateerde negatieve effecten van de inhuur van een PMSC versterkt worden. In Irak is duidelijk geworden dat overtreders van ROE en/of IHL niet vervolgd worden, omdat enerzijds nationale rechtsstructuren geen jurisprudentie hebben in andere staten en anderzijds een betrokken PMSC zijn imago wil beschermen en regelmatig cover up-operaties op touw zal zetten. Het Kremlin schijnt daarentegen veel minder problemen te hebben met het uitbannen van de genoemde uitwassen. Het laat zich niet als het Westen sturen door juridische beperkingen of mensenrechten.
——————————————
[1] Zie artikel “Nieuwe Instrumenten in de Russische Gereedschapskist?” Carré #8, 2015.
[2] Takenpakket, samenstelling en volume.
[3] Pavlov was een van de belangrijkste commandanten (Sparta-eenheid) van de pro-Russische separatisten in Oekraïne. Hij kwam in oktober 2016 door een aanslag om het leven. Hij werd opgeblazen in de lift van zijn huis in Donetsk. Volgens de leider van de rebellen republiek Donuts Aleksandr Zachartsjenko, zat de Oekraïense regering in Kiëv achter de aanslag.
[4] Als leden van het Russische vreemdelingenlegioen onverhoopt in de kraag gegrepen worden, kunnen ze – net als in het oosten van Oekraïne – Poetin ernstig in verlegenheid brengen. Van maskeren is dan geen sprake
[5] Zie www.huffingtonpost.com
[6] De werving is gebeurd via een firma in Hong Kong die op een aantal Russische militaire websites advertenties plaatste om militanten te werven voor de strijd in Syrië. Kandidaten werd een bedrag van $ 5000 per maand beloofd. Voormalige leden van de OMON (een speciale politie eenheid), Spetsnaz, SOBR (speciale eenheid binnen de Nationale Garde) en VDV (Speciale Luchtlandingseenheid) hebben zich aangemeld. Het gros van hen had gevechtservaring opgedaan tijdens de strijd in Tadzjikistan en in Tsjetsjenië.
[7] De reis liep van Rusland via Beiroet en Damascus naar een basis van Assads strijdmacht in Latakia.
[8] Volgens onbevestigde informatie zou de groep militanten een onderdeel zijn van de reguliere Russische strijdmacht, die illegale klussen voor Moskou moet opknappen. PMSC´s zijn bij de Russische wet niet toegestaan; het is overigens bekend dat Poetin zelf de PMSC-gedachte onderschrijft. Volgens officiële Oekraïense bronnen is Vagner PMC het privélegertje van Poetin c.s. Andere bronnen stellen dat de groep vergelijkbaar is met het Amerikaanse Blackwater aka Aacademi. Vagner PMC heeft vermoedelijk ook een afsplitsing in Servië onder commando van Davor Savicic, een Bosnische Serviër die tijdens de Bosnische burgeroorlog lid is geweest van de Arkan-tijgers. Utkin schijnt via Yevgeny Viktorovich Prigozhin, een oligarch uit de inner circle van Poetin, rechtstreekse banden met het Kremlin te hebben..
[9] Andere bronnen beweren dat delen van Vagner PMC in Libië, Zuid Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek zijn ontplooid.
[10] De groep is vernoemd naar de roepnaam van Utkin nl. Vagner door zijn passie voor het Derde Rijk van Hitler. Volgens Russische bronnen diende hij in de special forces van de Russische militaire inlichtingendienst (GRU) en maakte in 2013 deel uit van het Slavonic Corps in Syrië.
[11] Hij is een van de 13 Russische staatsburgers die door Special Counsel Mueller onlangs is aangeklaagd.