Pieter Lakeman laat in zijn uitstekende immigratiestudie ‘Binnen zonder kloppen’ zien dat sinds de Tweede Wereldoorlog een vrij constante meerderheid van de Nederlanders tegen immigratie is of die wil beperken. Politici hebben dat ook met wisselende succes geprobeerd. Maar bijna altijd wonnen politieke voorstanders van immigratie binnen de ‘middenpartijen’ het pleit. Was het niet aangejaagd door de industrie om goedkope arbeiders binnen te halen, dan wel omdat culturele diversiteit Nederland zou verrijken.
Multicultuur, een heikel experiment zonder weerga. De import van immigranten met hele andere culturele achtergronden gaat met brede steun van de ‘politiek’ maar door: 60.000 mensen vorig jaar, dit jaar 30.000. Dat is een stad van de omvang van Leeuwarden erbij. Tegen de wil van een ruime meerderheid van de Nederlanders; dat ook nog. Het is niet de eerste keer dat Nederland moet zien om te gaan met een grote stroom asielzoekers. Van de asielmigranten die in de jaren negentig naar Nederland kwamen, vond slechts een derde na vijftien jaar (!) een betaalde baan van dertig uur of meer per week. De rest doet wat u en ik gewoon op straat kunnen zien en waar politici al veertig jaar lang van wegkijken: optredens verzorgen in programma’s als ‘opsporing verzocht’. De statistieken liegen er niet om en het aandeel in de criminaliteit van allochtonen is immens.
Verreweg het grootste deel van de nieuwkomers zal ook nu geen werk vinden, zo waarschuwde de Sociaal Economische Raad (SER) onze regering al in 2016. Nog maar een jaar daarvoor werden andere verhalen verteld. Toen waren onder meer werkgeversorganisaties nog zeer positief gestemd over de potentiële baanmogelijkheden voor de immigranten, die hoogopgeleid zouden zijn en vacatures in lastige sectoren als ICT en techniek moesten gaan vullen. Van dat beeld is niets meer over en we blijven aan de nieuwe PvdA-leider vragen waar toch al die ‘Apothekers uit Aleppo’ blijven. Volgens de SER is het merendeel van de migranten lager of middelbaar opgeleid. Gemeenten melden dat slechts 10% gemakkelijk een baan vindt: de andere 90% is aangewezen op de bijstand. Taalproblemen blijken een van de grootste barrières bij het vinden van een baan volgens de SER. Dat is uiteraard kletskoek. Onder anderstaligen als Polen, Roemen of Tsjechen is de werkloosheid immers ook geen 75%, bij lange na niet zelfs. Nee: de problemen liggen dieper.
Religie en integratie
Het grootste probleem voor de integratie (want daar hebben we het hier in feite over en niet over arbeidsgeschiktheid) is de culturele en religieuze achtergrond. Hierbij moeten we inzien dat religies, naarmate zij meer bepaald worden door een strikt genomen religieuze wetgeving, een vaster en meer ingebakken onderdeel vormen van premoderne culturen. Dat zijn culturen die als onderlaag een structuur hebben die overwegend gekenmerkt wordt door een uniek en uitgebreid stelsel van regels en gedragingen. Waar wij in ons land werkelijk geen bal te maken hebben met de kerkorde van de Gereformeerden of het Katholieke canoniek recht, daar hebben met name moslims te maken met de sharia. De sharia is het wetboek van de islam en er is geen moslim die zich daaraan kan onttrekken zonder dat dit opvalt binnen de moslimse gemeenschap.
Het niet opvolgen van de opdrachten die de sharia aan de moslims oplegt, wordt beschouwd als apostasie. Dit uittreden levert in de islamitische wereld meteen de doodstraf op. Moslims die in Europa zijn, hebben die straf niet altijd te vrezen, want zij kunnen immers beroep doen op de wetten van hun nieuwe land. Bovendien hebben moslims min of meer vrijstelling van de islamitische plichten op grond van het document van Al-Qaradawi uit 1990. Moslims in ‘Dar al Harb’ (het ‘Huis van oorlog’ of het ‘Huis van de ongelovigen’) hebben weliswaar hun rituele plichten, namelijk 5 maal per dag bidden, maar hebben toch vaak de mogelijkheid niet om zich te onttrekken aan ‘verderfelijke invloeden’ (althans verderfelijk naar islamitisch oordeel). De gehoofddoekte caissière in uw supermarkt bijvoorbeeld heeft vrijstelling om varkensvlees houdende producten met u af te rekenen, net als de ober dat heeft bij het afrekenen van alcoholische versnaperingen. Maar wel worden zij bij het openlijk en definitief afwijzen van hun religie buiten hun gemeenschap gesloten, veelal ook buiten hun families, terwijl het altijd oppassen blijft of wellicht niet toch deze of gene meent er goed aan te doen de uittreder om het leven te brengen. Over het algemeen geldt dat uittreden uit de islam een levensgevaarlijke bezigheid is en vele moslims zullen er alles aan doen om te voorkomen dat hun gemeenschap het vermoeden van uittreden bekruipt. Vergelijk het met gedrag van een werknemer die op ‘de wip’ staat en ieder risico uit de weg gaat teneinde zijn baan te kunnen behouden. Waar voor ons het behoud van werk en inkomen op de eerste plaats staat, is dat bij moslims hun religie. Dat geeft meer dan wat ook vorm aan hun gedrag.
De talloze vormen van toegeeflijkheid, zoals het afschaffen van ‘kerstdiners’ op nota bene basisscholen, of de overdreven aandacht voor islamitisch geïnspireerde feesten, het weghalen van kerstbomen op pleinen etc., geeft voedsel aan de gedachte van acceptatie van hun premoderne waarden. Zij worden als het ware bevestigd in hun wereldbeeld dat dit inderdaad het ‘Huis van oorlog’ is en dat zij moreel voldoende superieur zijn om de arbeid aan de ongelovigen over te laten. En dat die ongelovigen dat ook dankbaar accepteren. Zo bezien hebben moslims er totaal geen probleem mee om de uitkering op te strijken als een soort van ‘jizya’. Dat is een islamitische belasting op ongeloof.
Met andere woorden: juist door veel ruimte te geven aan de premoderne waarden waarmee niet-westerse immigranten zijn behept, geven wij niet alleen ruimte aan het verder afkalven van onze eigen cultuur, maar ontnemen wij migranten ook de kans op vooruitgang in de bewezen succesvollere (westerse) maatschappij. Het pad naar integratie en succes wordt zo voor hun ogen overwoekerd door gutmenschen die het misschien wel goed bedoelen, maar het totaal verkeerd doen. Op deze manier blijft er voor niemand een maatschappij over die als plezierig, veilig en vrij kan worden ervaren.
Hoe vervelend het ook is, aan migranten moeten pittige eisen worden gesteld en daarmee moet ook niet gemarchandeerd kunnen worden. Het is helemaal niet zo gek om tegen migranten te zeggen: “Welkom in ons huis, maar u eet wat wij eten, u spreekt onze taal, u zult werken zoals wij werken en u zult behandelen zoals wij behandelen”. Dat staat namelijk ook in artikel 1 van onze Grondwet waarop allochtonen zo opmerkelijk vaak een beroep doen. Niet alleen het recht, maar ook de plicht klinkt daarin door. Het zou toch ook te gek zijn wanneer een Engelse immigrant te horen zou krijgen dat wij in dit land weliswaar rechts rijden, maar dat we zullen faciliteren dat hij in ons land links van de weg kan blijven rijden zoals hij in zijn land en culturele omgeving gewend was. Kunt u zich de chaos op de weg voorstellen?
Migranten hebben laten zien dat ze tegen een stootje kunnen, door de lange weg naar hier succesvol af te leggen. Dan mogen wij met knuffelen en ‘pamperen’ hun maatschappelijke succes niet in de weg staan.
Gelukkig hebben Dunki’s 5e colonne leden niet veel zetels meer. Laat ons hopen dat dit zo mag blijven om verder onheil van die kant te voorkomen.
Voor echte vluchtelingen zouden wij klaar moeten staan, maar “culturele diversiteit” zie ik slechts in alle pracht van Andalusia dankzij acht eeuwen verlichte Islam, maar ècht niet in de morsige, sociaal oninpasbare bannelingen uit de Rif en Sous, die door hun eigen regering graag aan die suffe Joop den Uyl in de maag gesplitst werden.
Ook de rijke culturele mengelmoes van Istanboel, die sinds de Romeinen in vrede kon samenleven, heeft niets van doen met de analfabete armoezaaiers die vanuit Anatolië naar Nederland trokken en ueberhaupt geen benul hebben van “hun eigen” rijke cultuur die is ontstaan uit de symbiose tussen west en oost, noch van de onze die op last van de Sharia ook geen enkel respect verdient.
Die vreedzame coexistentie wordt hen door de naar wereldsuprematie strevende Sharia, de dominante maniacale stroming in de Islam, streng verboden, zoals die ook hun participatie aan Nederlands onderwijs en het aanleren van de taal en het ‘inburgeren’ ten sterkste ontmoedigt en daarmee de samenleving bewust ontwricht.
Zelfs destructieve salon-socialisten, die in feite diametraal tegenover die fnuikende Sharia ideologie staan, praten alles recht wat krom is om zodoende hun hoofddoel te bereiken, de vernietiging van de westerse maatschappij, waarbij de Islam maar al te graag instrumenteel wil zijn met de communistische nazaten in de 5e colonne van SP,GL PvdA en D’66.