Er zijn geluidsopnamen beschikbaar gekomen van de bevrijdingsactie door mariniers in de trein die in 1977 bij De Punt was gekaapt door Zuid-Molukse jongeren. Deze zijn ‘gelekt’ door de politiek-correcte en door ons zelf betaalde NOS.
Volgens die vreselijke advocate Liesbeth ‘Ja hoor, daar is ze weer’ Zegveld, die steevast de verkeerde partij vertegenwoordigt, zijn de transcripties aanwijzingen dat de kapers moedwillig zijn doodgeschoten terwijl ze al weerloos op de grond lagen.
De kaping van de intercity Assen – Groningen in 1977 duurde bijna drie weken. Na vruchteloze onderhandelingen werd besloten tot een bevrijdingsactie door mariniers, daarbij ondersteund door de luchtmacht met Starfighters. Zes van de negen kapers en twee treinreizigers kwamen bij deze actie om het leven. Naast de trein was ook de lagere school in Bovensmilde gegijzeld. In 1975 was er bij Wijster al eerder een trein gekaapt – gelijktijdig met het Indonesisch consulaat – en in 1978 het provinciehuis in Assen.
De geluidsopnamen zijn beluisterd en uitgewerkt door deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en waren nog niet eerder openbaar gemaakt. Grote delen zijn klaarblijkelijk niet te verstaan en de transcripties zijn daardoor onvolledig. Advocaat Geert-Jan Knoops, die de mariniers ondersteunt, houdt het wat dat betreft een stuk feitelijker dan Zegveld: de geluidsopnamen geven alleen maar weer wat er is gezegd en niet wat de feitelijke situatie op dat moment was. Er valt niet uit op te maken wie wat gezegd heeft en wie zich waar bevond. Er vallen dus geen situaties uit op te maken, laat staan wie wanneer en waar heeft geschoten.
De rechtbank Den Haag bepaalde begin februari dat de mariniers de komende maanden worden gehoord over de toedracht tot de dood van treinkapers Papilaja en Uktolseja. De nabestaanden van de kapers veronderstellen namelijk dat het tweetal in de trein van dichtbij is geëxecuteerd en uiteraard willen ze daarom een schadevergoeding. Alsof geld het verlies van twee gedode familieleden zou kunnen goedmaken. Dat heb ik altijd al een heel bijzondere redenering gevonden. Zegveld staat – u raadt het niet – de nabestaanden van Papilaja en Uktolseja bij. Áls er echter heden ten dage alsnog een schadevergoeding zou moeten worden toegekend, dan is het toch zeker aan de nabestaanden van de gedode gijzelaars en aan de gijzelaars zelf, die drie weken van hun leven in angst en onzekerheid in een gekaapte trein hebben moeten doorbrengen.
Ik heb dit in mijn artikel ‘Volkssport nummer één’ ook al eens aangehaald: wat men heden ten dage ook moge vinden van de acties rond de beëindiging van de treinkaping en hoeveel sympathie men ook moge hebben voor de Molukse zaak: de treinkaping bij De Punt was niets meer en niets minder dan een terroristische actie en het is een erg slecht plan om toe te geven aan terreur. Terreur dient te vuur en te zwaard te worden bestreden. Als bij de beëindiging van een terroristische actie zoals bij De Punt de kapers om het leven komen, is dat in de eerste plaats nog steeds hun eigen schuld en niet die van de betrokken mariniers. Heel kinderachtig gesteld: als de Zuid-Molukse jongeren die trein niet gekaapt hadden, was er ook niets met hen gebeurd.
De Molukse gemeenschap is uiteraard op een héél laffe wijze door de Nederlandse regering afgescheept als dank voor hun loyaliteit, maar de kaping was natuurlijk een kansloze uiting van die -terechte – frustratie.
Dat het, zeker in die tijd, aan alternatieven ontbrak, mag niet vergoelijken dat er vele doden zijn gevallen door die actie en , zoals de auteur al stelt : als jullie hier niet geweest waren was dit ook nooit gebeurd. Oorzaak en gevolg!