“Je kunt niet zeggen dat de integratie is mislukt”. Dat zei de nummer drie op de kieslijst van de PvdA, Jeroen Dijsselbloem, afgelopen donderdag in het radioprogramma Dit is de Dag. Volgens hem zijn er heel veel dingen goed gegaan op het gebied van integratie, aldus dagblad De Telegraaf.
Minister Dijsselbloem (PvdA). Afb: Flickr
De huidige minister van Financiën verwees hierbij naar de collegezalen in de grote steden, die naar zijn zeggen inmiddels bomvol zaten met kinderen met een migrantenachtergrond. De vraag hierbij is wat hij dan wel onder ‘kinderen’ en ‘collegezalen’ verstaat, want die slimme snuitjes met een VWO op zak die de collegezalen (in de juiste zin van het woord) bevolken, zijn toch minimaal 18 jaar en voor de wet dus volwassen. Daarnaast mis ik de feitelijke onderbouwing met cijfers, want collegezalen worden óók bevolkt door buitenlandse studenten die na hun studie weer terugkeren naar hun vaderland. Dat waren er in het studiejaar 2015-2016 een slordige 90.000, waarvan 23.000 niet-westers; dus ongeveer 10% van het totale aantal studenten en scholieren aan universiteiten en hogescholen. Verder worden ook de studieresultaten gemakshalve maar even buiten beschouwing gelaten. Een onderzoeksrapport uit augustus 2016 van de Hogeschool Rotterdam wijst namelijk uit, dat het uitvalpercentage van scholieren met een migrantenachtergrond aanmerkelijk hoger ligt dan bij autochtone scholieren. Dat rapport is vrijelijk te downloaden.
In een peiling van het televisieprogramma EenVandaag, nog een product van de door onszelf gefinancierde maar bepaald niet objectieve publieke omroep, gaf onlangs 78 procent van de autochtone ondervraagden aan dat naar hun meing de integratie wel degelijk is mislukt. Veel van hen vinden dat de Nederlandse identiteit ‘onder druk staat’. Nederlanders met een migrantenachtergrond zijn – je verzint het niet – minder somber. Het aardige hieraan is, dat het panel ondervraagden van dit programma maar liefst uit 30.000 autochtone personen blijkt te bestaan. Zonder enige twijfel – we kennen de werkwijze van onze publieke omroepen inmiddels wel zo’n beetje -zullen bepaalde delen van de bevolking, met een de publieke omroep onwelgevallige geloofsovertuiging, politieke denkbeelden of levenswandel, bij dit onderzoek al bij voorbaat zijn uitgesloten, waardoor ik het vermoeden kan uitspreken dat het daadwerkelijke percentage nog wel eens aanmerkelijk hoger zou kunnen uitvallen. Dit lijkt me dan ook bijzonder interessante stof voor verder onderzoek.
Als reden voor de mislukte integratie worden de islam en de aanwezigheid van immigranten genoemd, maar ook de ‘verminderde tolerantie’ van autochtone Nederlanders. Hierbij zou men zich eens kunnen afvragen, waar die verminderde tolerantie dan wel aan te wijten is en óf er eigenlijk wel sprake is van verminderde tolerantie; ook dit lijkt me een bijzonder interessant onderwerp voor een nader onderzoek. Nederlanders met een migratieachtergrond zijn in dezen wederom minder somber. EenVandaag liet onderzoeksbureau GfK ook ruim duizend Nederlanders met een migratieachtergrond bevragen. Zij gaven in grote meerderheid (72 procent) aan dat Nederlanders meer moeten openstaan voor anderen. Daar is overigens nog niet de helft van de ondervraagde autochtonen het mee eens. Van die laatste groep vindt dan ook maar liefst 85 procent van de ondervraagden dat mensen met een migratieachtergrond maar eens wat meer hun best moeten doen. Integratie wordt blijkbaar ervaren als éénrichtingsverkeer en wel vanaf de zijde van de autochtonen, niet door de allochtonen.
Het is duidelijk dat een minister van Financiën bijzonder handig moet zijn in het goochelen met cijfers, maar wat Jeroen Dijsselbloem op de radio presteerde, is niets anders dan wat loze kretologie lanceren over een onderwerp dat niet eens in zijn huidige portefeuille zit. Ik hecht dan ook meer waarde aan de mening van 30.000 ondervraagden van een panel dan van één politicus.