De rellen rond het Turkse consulaat in Rotterdam en de pogingen van Ankara om de grondwetswijziging erdoor te drukken waardoor president Erdogan meer macht krijgt, heeft grote problemen blootgelegd.
Het buitenland bevindt zich tegenwoordig in het binnenland en de hete aardappel is hierbij natuurlijk ‘identiteit’. Zo draaien we al heel wat decennia rond de hete brij in Nederland en Europa. In de zojuist verschenen bundel De Europese Spagaat buigen diverse auteurs zich over die hamvraag: Wie zijn we in Europa en hoe moeten we ons verhouden tot de buitenwereld?
Ismail Selvi had een dergelijke oproep van Erdogan al voorspeld. Nu zag Nederland zeeën van Turkse vlaggen terwijl “Allahu Akhbar” werd gescandeerd in de Rotterdamse straten. De regering moest wel ingrijpen, want met de verkiezingen voor de deur zou Turks politiek activisme op Nederlandse bodem of een escalatie daarvan enkel tot stemmenwinst van de PVV kunnen leiden. Erdogan reageerde furieus – hij noemde de ordetroepen “honden van Wilders” en de Nederlandse burgers “nazi-overblijfselen en fascisten.” Dit komt hypocriet over, want eerder vergeleek hij zijn presidentschap in positieve zin met Hitler.
Maar u moet snappen dat Hitler buiten het Westen vaak bewonderd wordt: “De vergelijking met Hitler is niet vreemd als je weet wie Erdogan heeft geschoold in de ideologie van de islamitische totalitaire republiek. Dat was de dichter Necip Fazil Kisakürek (1904-1983) […] daarom hamert hij op het omzetten van het ceremoniële presidentschap in een politiek presidentschap. Een man die snel, zonder gedoe met parlement of media, besluiten kan nemen en met zijn alleenheerschappij voorkomt dat het land door democratisch overleg een chaos wordt.” Aldus Betsy Udink in NRC. Waar gaat het dus om? Om het manipuleren van het Westerse schuldgevoel over de collaboratie en het uitbuiten van de Europese angst voor “nazi!”-beschuldigingen. Dergelijke beschuldigingen maken op niet-Westerse volkeren geen enkele indruk: sterker nog men ziet de autoriteit en daadkracht van het nazi-systeem vaak als heilzaam en goed.
Het terugvallen op dit type morele beschuldiging is dus puur cynische machtspolitiek. Neem nu wat de Turkse (hoofddoekdragende) minister Fatma Betul Sayan Kaya zei nadat haar toespraak in Nederland door de autoriteiten werd verijdeld: “We were treated harshly and rudely. The European attitude towards a female minister three days after the International Women’s Day is a tragicomedy.”
Ze is blijkbaar kort van geheugen want in maart 2016 schoot de politie in Istanbul met rubberen kogels op vrouwen, toen die hun rechten opeisten in het kader van internationale vrouwendag. De VN oordeelde toen ook dat het slecht gesteld was met de vrijheden van Turkse vrouwen en wees onder meer op huiselijk geweld. Maar al eerder beukte de Turkse politie in op vrouwendemonstraties: in 2005 met wapenstokken en traangas en in 2006 sprak zelfs GroenLinks Europarlementariër Joost Lagendijk van “buitenproportioneel geweld” bij het neerslaan van een vrouwenprotest. Als zelfs GroenLinks kritisch durft te zijn op een niet-Westers regime dan weet je het wel.
We moeten begrijpen welke agenda hier achter steekt. En die agenda is vrij simpel, zie dit alleszeggende citaat van Frank Herbert uit Dune: “When I live under your rule, I ask for my freedom because that is in accordance to your principles. When you live under my rule, I take your freedom away because that is in accordance to my principles.”
Inmiddels heeft de historicus David Engels deze situatie verder doordacht en in De Europese Spagaat analyseer ik een van zijn conclusies: “Als we niet willen dat de universalistische idealen die het Westen over de wereld heeft verspreid nu tegen ons worden gebruikt om ons verval te versnellen (op zowel economisch als cultureel, sociaal en intellectueel vlak), dan kan onze beschaving beter het traject van de Romeinen volgen. Op het hoogtepunt van hun uitputting keerden zij terug tot hun tradities om hun land en leefwijze zo lang als dat kon intact te houden.” (De Europese Spagaat, p97)
Engels bedoelt dat onze (West-Europese) liefde voor mensenrechten nu tegen ons wordt gebruikt. Want het decadente West-Europa houdt zich voor dat die liefde universeel en wederzijds is, maar dat is niet zo. Zo valt op dat Europese Turken hier hun liefde voor Erdogan via sociale media uitdragen terwijl in Turkije onder Erdogan weinig vrije media meer bestaan. “Turkey ranked 154th out of 180 countries surveyed in the World Press Freedom Index released by RWB on Feb. 12, 2015, behind war-torn nations such as Afghanistan and Iraq”, aldus Hürriyet Daily News. Vandaar: Frank Herbert. Dune.
Dit brengt ons op de Turkse volksheld en stichter van Turkije als natiestaat: Mustafa Kemal Atatürk. Ik stond op een ijskoude winterochtend in 2008 naast zijn graf in Ankara en las wat daar in de muur gebeiteld stond. De onloochenbare opdracht aan leger en onderwijs om Turkije te behouden als seculiere staat en daar desnoods voor te vechten en te sterven. Nog geen eeuw later is die opdracht mislukt: democratie heeft het afgelegd tegen demografie. Beter gezegd bleek secularisme zwakker dan de politiek die voortvloeit uit de islamitische bevolkingsopbouw. Precies zoals Steve King, Amerikaans congreslid namens de staat Iowa, dit onlangs heeft verwoord: “Wilders understands that culture and demographics are our destiny. We can’t restore our civilization with somebody else’s babies.”
En Lex Cornelissen, een jonge liberaal en JOVD’er in De Europese Spagaat (p167): “Moslims hebben een levende cultuur én een gigantische drive om deze uit te dragen. Het vergroten van de Oemma, de wereldwijde islamitische gemeenschap, staat centraal in de levenstaak van iedere moslim […] Échte integratie van moslims, zeker moslimjongeren, is onmogelijk omdat ze om te integreren moeten kiezen voor de ongedefinieerde leegte van de Westerse cultuur in plaats van de duidelijk gedefinieerde spirituele diepgang van de cultuur van hun voorouders […] Als er niets verandert, zal de hoeveelheid moslims via immigratie en hogere geboortecijfers net zo lang toenemen tot ze zoveel invloed hebben dat het voor autochtonen om praktische redenen handiger is om bepaalde islamitische regels op te volgen.”
Dit in aanmerking genomen is wat er vandaag plaatsvindt louter een voortvloeisel van wat passeerde in 2008. Destijds sprak Erdogan als premier in Keulen voor 16.000 Duitse Turken. Hij riep de 1,7 miljoen Turken in Duitsland op om niet te veel te integreren in de Duitse maatschappij. Inburgering noemde hij een “misdaad tegen de menselijkheid”. Toen de Europese landen dat lieten gebeuren, gaven ze daarmee het verkeerde signaal af.
Vandaag zal Europa moeten reageren op het “islamitische nationaalpopulisme” dat destijds is ingezaaid. Dit is geen kwestie van ‘links’ of ‘rechts’, maar van staan waarvoor we staan. Willen we vrij en tolerant zijn? Vecht daar dan ook voor! Dit is in ieder geval de oproep van vele auteurs in De Europese Spagaat, die daarin hun visies hebben bijgedragen, waaronder Paul Cliteur, Ad Verbrugge, Luc Pauwels en Wim van Rooy, om er slechts enkele te noemen. En als zij stellen dat er gevochten moet worden voor het behoud van de tolerantie én van de eigen Nederlandse cultuur, dan bedoelt men niet alleen in verkiezingstijd.