Een opvallende ontwikkeling van de laatste jaren is dat de media een steeds actievere rol zijn gaan spelen in het politieke en maatschappelijke debat. Om de dalende oplagen en kijkcijfers het hoofd te bieden, menen veel hoofdredacties ten onrechte dat de consument behoefte heeft aan sensatie en onthullingen, in plaats van bericht en beschouwing. Daarom zien we onmiskenbaar de trend dat de journalist zelf medespeler is geworden. Hij of zij máákt het nieuws met zijn schandaaltjes, of met de bekende één-tweetjes met oppositiewoordvoerders, die bereid zijn voor de camera te zeggen dat zij “geschokt zijn en Kamervragen zullen stellen”.
Journalisten genieten het minste vertrouwen (33%) van de burger, nog minder dan de schamele 34% vertrouwen die politici krijgen. Als oud-journalist en oud-politicus gaat mij dat ter harte. Daarom geef ik regelmatig gastcolleges aan studenten en beginnende journalisten, waarbij ik benadruk dat in de tijd van internet alleen waarheidsvinding en betrouwbare berichtgeving het bestaansrecht van de klassieke media vormen. Die uitgangspunten worden dagelijks met voeten getreden. In nagenoeg alle actuele kwesties spelen de media een kwalijke rol. Door de macht die de gevestigde media ten onrechte wordt toebedacht, reageren politici volkomen verkeerd. Natuurlijk zijn de media niet verantwoordelijk voor het geblunder op bijvoorbeeld het Ministerie van Veiligheid en Justitie, of voor het paniekvoetbal van de Europese Commissie na de domme uitlatingen van Angela Merkel, maar de toon is onveranderlijk gezet door de media. Politici zou ik op het hart willen binden zich niet te laten provoceren door op primeurbeluste nieuwsmakers.
Wensdenken
Voorheen neutrale kranten en omroepen, zoals het AD en Avro/Tros, zijn tegenwoordig schadelijker dan linkse media als Volkskrant, NRC en Nieuwsuur. Hoewel hun verwevenheid met de Haagse politiek storend blijft, verlagen deze media zich niet tot de sensatiezucht van AD en EénVandaag. Bij het AD wordt het serieuze wereldnieuws tegenwoordig op dezelfde manier behandeld als het sportnieuws: niet de werkelijkheid, maar het wensdenken is uitgangspunt. De journalist vermengt feiten en fictie. De trainer of de club ‘moet’ zus-en-zo handelen. Het oeverloos gezwets op de sportpagina’s vinden we nu ook bij het dagelijkse nieuws. Waar en hoe deze journalisten in de fout gaan, kan niet in tien regels worden uitgelegd. Dat houdt u te goed. Ik volsta nu met het opsommen met een aantal voorvallen.
- Niemand vraagt zich bij de Teevendeal nog af waarom de Tweede Kamer en de media zich buigen over een oude zaak (uit 1997). De toenmalige Officier van Justitie en crimefighter Fred Teeven, die met gevaar voor eigen leven de criminaliteit bestreed, sloot met instemming van zijn superieuren een deal met een crimineel. Dat was zijn dagelijkse werk en daar gaat de politiek helemaal niet over. De enige reden om zijn gedrag te bekritiseren, is dat hij 18 jaar later een prominente VVD-staatssecretaris is. Kortom, de hoop een politieke rel te veroorzaken en dat is door het geblunder van het Ministerie aardig gelukt! Tenenkrommend vond ik het optreden van de heer Oosting bij Nieuwsuur. De man beweerde dat hij geen enkel bewijs had gevonden voor een politiek complot. Er zou sprake zijn geweest van goed journalistiek speurwerk (het gaat om gelekte informatie!). Uiteraard leunde Twan Huys bij deze uitspraken voldaan achterover en vergat hij te vragen of de zeer geachte heer Oosting wel actief had gezocht naar bewijs.
- De zaak van de patholoog Maat, die door het Ministerie op een zijspoor werd gezet, omdat hij zijn ervaringen na de vliegramp met de MH-17 beschreef. Dit deed hij tijdens een besloten bijeenkomst met studenten, waarover uit de school werd geklapt door RTL-4. De Minister stond, zo vlak na de ramp, voor een onmogelijke opgave. De media én de Tweede Kamer laakten het gedrag van Maat. De nabestaanden reageerden geschokt. De beslissing van de politietop en de minister was heel begrijpelijk, maar men beter de vloer kunnen aanvegen met het onkiese gedrag van de RTL-journalisten. Nog te vaak zijn politici en beleidsvoorlichters veel te benauwd voor kritiek in de media. Dat komt, omdat er tegenwoordig te weinig voorlichters zijn met een journalistieke achtergrond. Daardoor is de kloof tussen voorlichters en journalisten gegroeid.
- De zaak van het D66 Kamerlid Wassila Hachchi, die op stel en sprong de Kamer verliet. Officieel om zich aan te sluiten bij Hillary Clinton. Veel ophef in de media en uiteraard vooral over het wachtgeld. Kamervoorzitter Arib meende al flinke taal te moeten uitslaan door te zeggen dat het aanzien van de Kamer is geschaad. Wellicht wacht haar hetzelfde lot als minister van der Steur, die te snel oordeelde in de zaak Maat. We weten namelijk eind januari helemaal niet wat Wassila Hachchi bezielde. De kans is groot dat zij een geldige reden had, die ligt in de persoonlijke levenssfeer. Bijvoorbeeld een mislukte relatie, of een bedreigende situatie.
- Politici nemen overijld een beslissing als zij via de media worden geconfronteerd met (vermeende) rampzalige gebeurtenissen. De onevenwichtige berichtgeving over de stroom migranten heeft Europese politici onder druk gezet. Het is zonneklaar dat het aantal werkelijke vluchtelingen, dus mensen die in een acute noodsituatie verkeren, een kleine minderheid betreft. Volgens EU-commissaris Timmermans is 60% geen vluchteling. Zelfs dat percentage is nog optimistisch laag. Onder degenen met Syrische paspoorten bevinden zich vele Palestijnen, Koerden en andere Arabisch sprekende ‘meelifters’. En feitelijk is ook een echte Syriër, die al jaren in Libanon, of bij verwanten in Turkije woont, géén vluchteling. Voor schrijnende gevallen moet altijd plaats zijn, maar niet voor jonge mannen. Waarom zouden we hier deserteurs en andere weglopers moeten opvangen? Opvang in de regio moet de norm blijven, asiel bij uitzondering. Journalisten moeten stoppen met klakkeloos het woord ‘vluchteling’ te gebruiken, waar het bijna altijd gaat om migranten. Het is intriest om te zien hoe media het individuele leed van migranten misbruiken. Er is helaas nog veel leed in de wereld. De aardbeving in Nepal veroorzaakte in één dag evenveel ontheemden (4,5 miljoen) als de oorlog in Syrië. In de sloppen van Azië en Afrika leven tientallen miljoenen in slechtere omstandigheden dan de opvang in Libanon of Turkije. Het huidige EU-beleid heeft een aanzuigende werking tot ver in Azië en Afrika. Mensen valse hoop geven, is misdadig.
Wordt vervolgd….