Een recordaantal migranten is de afgelopen zes maanden vrijwillig uit Nederland vertrokken. Dat meldt de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Het gaat met name om kansloze ‘gelukszoekers’, zo meldt De Telegraaf.
De IOM heeft de afgelopen zes maanden in totaal ruim 2500 migranten geholpen bij vrijwillige terugkeer. Dat is een verdubbeling ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Het hoge aantal vertrekkers is niet alleen toe te schrijven aan de hoge asielinstroom van vorig jaar, want een grote meerderheid van de toen binnengekomen mensen heeft een verblijfsvergunning gekregen. De hulporganisatie merkt een nieuw fenomeen op waarbij migranten uit Irak na korte tijd weer terugkeren omdat ze de asielprocedure te lang vinden duren. Ook zijn er teleurgestelde vluchtelingen die dachten dat de rest van het gezin sneller naar Nederland kon komen. De grootste groep vertrekkers komt nog altijd uit veilige landen. Ze maken in vrijwel alle gevallen geen schijn van kans op een verblijfsvergunning. Het gaat voor een groot deel om ‘gelukszoekers’ uit Balkanlanden als Albanië, Kosovo en Servië.
We kunnen niet anders doen dan deze ontwikkeling met instemming begroeten. Het bewijst namelijk dat lang niet alle zogenaamde vluchtelingen zielig zijn en geholpen moeten worden. Ook bewijst het dat veel onveilige landen klaarblijkelijk veel minder onveilig zijn dan door allerlei Gutmenschenorganisaties wordt voorgespiegeld: met name Irakese migranten halen de laatste tijd vaak het nieuws omdat zij terugkeren naar het land van herkomst, en echt niet alleen omdat de asielprocedure zo lang duurt. Nee, het beloofde luilekkerland bleef uit: naast de lange procedures was het ook de opvang die tegenviel, qua onderdak, qua voeding, qua bezigheidstherapie en wat dies meer zij. Het lijkt er dus op dat de Irakezen een volkomen verkeerde voorstelling van zaken hadden en vanwege hun teleurstelling over het uitblijven daarvan terugkeren naar hun land, waar zij zogenaamd in levensgevaar waren…
Hieraan werd van de week ook aandacht besteed op het ochtendnieuws op NPO Radio 4. Wat daarbij opvalt is dat men zich daar nog steeds bedient van de inmiddels tenenkrommende termen ‘asielzoekers’ en in mindere mate ‘vluchtelingen’, terwijl dat feitelijk niet het geval is. Het zou mooi zijn als dat soort stemmingmakerij eens achterwege zou blijven. Als er een probleemstelling is, dan is het belangrijk om dat objectief te beoordelen en te verslaan en niet om meteen maar allerlei gelikte kretologieën uit de zieligheidsindustrie te gaan hanteren. Als iemand niet door een overheid of geheime dienst vervolgd wordt, kan er van een verzoek om politiek asiel geen sprake zijn. Als er in het land van herkomst geen (burger)oorlog, opstand of andersoortig conflict is, kan er geen sprake zijn van oorlogsvluchtelingen. Als iemand probeert om Europa binnen te komen om een beter bestaan op te bouwen, kan deze in het meest gunstige geval als arbeidsmigrant worden aangemerkt. Probleem daarbij is dat we met 603.000 werkzoekenden thuis op de bank statistisch gezien feitelijk geen behoefte hebben aan arbeidsmigranten. In feite is iedere vluchteling die verder doorreist dan het eerste het beste veilige buurland op dat moment geen vluchteling meer.
Met een stijgend aantal terugkeerders lijken dat toch factoren te zijn waar eens wat meer aandacht aan besteed zou mogen worden, zodat de daadwerkelijke asielzoekers en vluchtelingen niet ondergesneeuwd worden door economische- en arbeidsmigranten.