Onze minister-president is ,,totaal tegen referenda” en al helemaal als die gaan over afspraken tussen meerdere landen. Dat zei de premier maandag tegen een Ridderzaal met parlementariërs van de EU-lidstaten over het Nederlandse referendum over het associatieverdrag met Oekraïne, meldt De Telegraaf. Rutte sprak over het Nederlandse EU-voorzitterschap dat op zijn einde loopt en beantwoordde vragen. De premier noemde de uitslag van het referendum desastreus.
Afb: wikimedia
Volgens de premier slaat het nergens op dat een land zo zijn wil oplegt aan de hele EU. Hij zei dat Nederland het referendum te danken heeft aan de sociaaldemocraten van zijn coalitiepartner de PvdA. Of Nederland het verdrag gaat ratificeren, staat volgens Rutte nog niet vast, maar hij hoopt het wel. Het kabinet wil de uitslag van het raadgevende referendum over het verdrag tussen de EU en Oekraïne eind deze maand met de Europese staats- en regeringsleiders bespreken, liet hij vorige week al weten.
Als het referendum te danken is aan de sociaal-democraten zoals onze premier meent (wat niet het geval is, want de referendumwet komt uit de koker van D66 en het referendum over het associatieverdrag van GeenPeil), hebben zij het in ieder geval beter begrepen dan onze minister-president van VVD-huize, nota bene de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. De naam van deze laatstgenoemde alleen al begint in de context van de uitspraken van onze premier associaties op te roepen met partijen in andere landen die zich tooiden met de benamingen ‘volkspartij’ en ‘democratisch’ (om nog maar te zwijgen van het beruchte ‘volksrepubliek’), wat in de praktijk meestal een nogal eufemistische dekmantel was voor een kleine kliek machtswellustelingen van marxistische en aanverwante signatuur, die ook graag hun willetje aan de massa wilden opleggen. En zoals de geschiedenis heeft geleerd, kunnen partijen en politici van rode huize absoluut niet omgaan met de diverse burgerlijke vrijheden, laat staan met andersdenkenden en al helemaal niet met democratische beginselen, wat ten koste van miljoenen mensenlevens is gegaan. Nu gaat het echter wel wat ver om onze premier meteen maar van communistische sympathieën te beschuldigen.
Waarin de vergelijking wél opgaat is die, waarin een kleine kliek machtswellustelingen zijn willetje aan de massa wil opleggen. Dat gebeurt in het Kremlin van Brussel, oftewel de Europese Unie. En nu hebben Nederlandse stemgerechtigden die de moeite hebben genomen om deel te nemen aan het – conform de wet afgedwongen – referendum zich uitgesproken tegen een associatieverdrag met Oekraïne. 2,5 miljoen stemgerechtigden (de nee-stemmers) maakten gebruik van hun democratisch recht om de regering en de volksvertegenwoordiging hun plaats te wijzen: om eindelijk eens te luisteren naar diegenen die hen in het zadel hebben geholpen. Waarom dit opmerkelijk is, is dat de Nederlandse regering hierdoor in het EU-Kremlin ernstig in verlegenheid werd gebracht en dat, terwijl Nederland juist toen 6 maanden EU-voorzitter mocht spelen. Nog opmerkelijker is dat de andere ruim 360 miljoen stemgerechtigden binnen de EU helemaal niets is gevraagd en dat we dus feitelijk helemaal niet weten hoe de rest van de EU-bevolking tegen het associatieverdrag met Oekraïne aan kijkt.
In de begindagen van de Europese Economische Gemeenschap was Nederland steevast de luis in de pels, die er werkelijk alles aan deed om zijn soevereiniteit en zijn belangen te blijven waarborgen om niet ondergesneeuwd te raken door de grote spelers binnen de EEG. Het wordt werkelijk de hoogste tijd dat Nederland de rol als het kleine Gallische dorpje, omringd door Romeinse legerkampen, weer oppakt. Uit de uitkomst van het referendum is wel duidelijk geworden dat de meerderheid van de Nederlandse stemgerechtigden het wel heeft gehad met de Brusselse dictatuur en diens vazallen in Den Haag, of de premier dat nu leuk vindt of niet. Hij zou er beter aan doen om zich eens te oriënteren wat het begrip ‘democratie’ nu feitelijk inhoudt. Ofwel hij zit bij de verkeerde partij, ofwel de naam van de partij is volkomen onjuist. Per slot van rekening is er geen democratischer beginsel dan een volksraadpleging en als men zich daar als politicus niets van aantrekt, kan er onder geen beding sprake zijn van welke variatie op democratie dan ook. Nagenoeg iedere Nederlandse politicus heeft zijn mond vol van de democratie, maar in de praktijk zijn buik ook – met name als het hen slecht uitkomt.
*Nu ik het daar toch over heb: naar aanleiding van de gebeurtenissen in Geldermalsen in december vorig jaar, waar een raadsvergadering over de komst van een azc werd bestormd door boze burgers, werden deze week vijf mannen veroordeeld – onder meer voor het schenden van de democratische rechtsstaat. Het komt mij echter voor dat het gemeentebestuur van Geldermalsen daar zelf in de besluitvorming rond de komst van het azc het eerst mee begonnen is. En dan ook nog niet eens als enige gemeente.