De Palestijnse illusie

Weinig politieke conflicten roepen zoveel emotie op als dat tussen Israël en de Palestijnen. Terwijl het woord “Palestijnse staat” in westerse politieke en academische kringen vaak als vanzelfsprekend ideaal wordt uitgesproken, rijst een fundamentele vraag: waar zou zo’n staat eigenlijk moeten komen? En belangrijker nog: is het idee van een onafhankelijke Palestijnse staat überhaupt realistisch?

De deling van 1947

De oorsprong van het moderne conflict ligt in 1947, toen de Verenigde Naties het Verdelingsplan voor Palestina (Resolutie 181) aannamen. Dit plan – waarin van ‘Palestijnen’ nog totaal geen sprake was – voorzag in de oprichting van twee staten: één Joodse en één Arabische. De Joodse leiders, ondanks teleurstelling over de geografische beperkingen, accepteerden het voorstel. De Arabische leiders daarentegen wezen het resoluut af en kozen voor oorlog.

Toen in 1948 de staat Israël werd uitgeroepen, viel een coalitie van vijf Arabische landen — Egypte, Syrië, Libanon, Jordanië en Irak — het prille en minuscule landje (met in totaal ca. 600.000 Joden) aan. Hun doel was niet het stichten van een Palestijnse staat, maar de vernietiging van Israël. Na de wapenstilstand van 1949 waren de gebieden die in het VN-plan voor de Arabische staat bedoeld waren, niet in Palestijnse handen, maar in die van Jordanië (Westelijke Jordaanoever) en Egypte (Gazastrook). Gedurende de negentien jaar die volgden, heeft geen van beide landen ook maar één poging gedaan om daar een Palestijnse staat te vestigen.

Gemiste mogelijkheden voor vrede

Israël heeft, ondanks voortdurende vijandigheid, meermaals concrete voorstellen gedaan voor vrede en Palestijnse zelfbeschikking. Enkele historische momenten:

  • 1978 – Camp David: Israël gaf de Sinaï-woestijn terug aan Egypte in ruil voor vrede. De Palestijnse kwestie kwam ter sprake, maar werd door de Arabische wereld niet benut.
  • 1993 – Oslo-akkoorden: Israël erkende de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) als gesprekspartner en droeg civiel bestuur over aan de Palestijnse Autoriteit. De hoop was dat dit zou leiden tot een vreedzame tweestatenoplossing.
  • 2000 – Camp David II: Premier Ehud Barak bood Yasser Arafat een vrijwel volledige Israëlische terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever en Gaza aan, inclusief gedeelde soevereiniteit over Oost-Jeruzalem. Arafat weigerde en begon kort daarop de TweedeIntifada, een bloedige terreurgolf.
  • 2008 – Olmert-plan: Wederom werd een aanbod gedaan dat 97% van de Westelijke Jordaanoever en een landruil omvatte. Ook dit werd verworpen.

De rode draad is duidelijk: telkens wanneer de mogelijkheid tot staatsvorming zich aandiende, werd deze door Palestijnse leiders afgewezen. Niet vanwege de grenzen, maar omdat acceptatie zou impliceren dat Israël blijvend zou bestaan.

De kern van het probleem

Wanneer men luistert naar de retoriek van Hamas, de Islamitische Jihad en zelfs facties binnen de Fatah-beweging, wordt duidelijk dat hun einddoel niet de oprichting van een kleine staat naast Israël is, maar het verjagen of uitroeien van ‘alle Joden in het gebied. In officiële documenten, symbolen en leerboeken komt Israël niet eens voor — alleen “Palestina, van de rivier tot aan de zee”.

De impliciete eis is dus dat Israël zichzelf opheft — een absurd en onrealistisch scenario. Na tweeduizend jaar vervolging, pogroms en uiteindelijk de Holocaust, hebben de Joden hun nationale thuisland herwonnen. Verwachten dat dit wordt opgegeven “voor vrede” is geen diplomatie, maar een illusie geworteld in vijandigheid en wensdenken.

Het Westen en de “morele verontwaardiging”

Opmerkelijk is dat juist in westerse hoofdsteden duizenden demonstranten op straat komen onder leuzen als “Free Palestine”, vaak zonder te kunnen aangeven wat dat concreet betekent. Pleiten zij voor een tweestatenoplossing, of impliciet voor het einde van Israël? De retoriek en symboliek van veel betogingen — vlaggen van Hamas, verwijzingen naar “from the river to the sea” — wijzen eerder op het laatste.

De morele verontwaardiging lijkt vaak selectief. Wanneer Arabische regimes miljoenen vluchtelingen genereren of minderheden onderdrukken, blijft het oorverdovend stil. Maar wanneer Israël, een democratie in een vijandige regio, zich verdedigt, klinken de veroordelingen luid.

Realisme boven romantiek

Een werkelijk duurzame oplossing zou niet gebaseerd moeten zijn op politieke illusies, maar op geopolitieke realiteit. De Arabische wereld beslaat meer dan 13 miljoen vierkante kilometer — Israël slechts een fractie daarvan. De paar miljoen Palestijnen zouden in theorie gemakkelijk ondergebracht kunnen worden in naburige Arabische landen die cultureel, taalkundig en religieus verwant zijn: Jordanië, Egypte, Saoedi-Arabië, de Golfstaten. Landen en clans of stammen overigens, waaruit zij zelf ook afkomstig zijn.

Deze landen beschikken over enorme olie-inkomsten, economische slagkracht en uitgestrekte, dunbevolkte gebieden. Toch weigeren zij systematisch de terugkeer, integratie of naturalisatie van Palestijnen, vooral om de kwestie politiek levend te houden als drukmiddel tegen Israël.

De mythe ontmaskerd

De droom van een Palestijnse staat is al decennialang een politiek instrument — niet een realistisch streven. De feiten tonen aan dat telkens wanneer vrede en staatsvorming binnen bereik lagen, de Palestijnse leiders kozen voor strijd boven staat.

Zolang de fundamentele weigering blijft bestaan om Israël als Joodse staat te erkennen, blijft het idee van “Palestina” niets meer dan een illusie, een mythe die meer bloed dan vrede voortbrengt.
Werkelijke vooruitgang begint pas wanneer realisme de plaats inneemt van retoriek — en erkenning de haat overstemt.


Prof. dr. David Pinto

Prof. Dr. David Pinto
prof.davidpinto@gmail.com
www.davidpinto.nl


David Pinto en Paul Cliteur zijn auteurs en redactievoerders van o.a. het boek ‘Moord op Spinoza‘, gepubliceerd door Aspekt Uitgeverij BV, Soesterberg.

5 2 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
25 dagen geleden

Geachte LS,
Het Liedje De Palingpopulist: https://x.com/i/status/1976719024386982212,
 
Jesse Klaver probeerde mevrouw Keizer als een Medusa in steen te veranderen. Hij keek in de spiegel en zag de palingen uit zijn hoofd groeien en spartelen als vissen op het droge. Klaver heeft grote woorden maar nog nooit echt gewerkt, een afschrikwekkend voorbeeld van een ware VOLKSONTNEMER, zie: http://sdnl.nl/iedereen.htm#verwijzing-2, scrol. Laat het door alle zangers van Volendam zingen zoals “We are the World, we are the People”.
 
Wij zijn de Nederlanders, de Vissers, de Volendammers, de Brabanders, de Zeeuwen, de Drenten, de Limburgers, de Friesen, de Hollanders, de Groningers, de Boeren, enz. Wij koesteren om Nederlands te zijn en zeker te blijven. Ik ben een Palingpopulist, Palingpopulist, enz.
 
Weet wat u stemt, zeker niet op Groen/Links.
Kijkt u ook naar de interviews van Peter Siebelt bij Café Weltschmerz, https://youtu.be/UzThUnvQTm8?t=6.
Leest u:
ECO NOSTRA
http://www.bruna.nl/boeken/eco-nostra-9789059112872
en
RaRa
https://www.bruna.nl/boeken/rara-wie-ben-ik-9789059110991 en u weet waarom.