Hersenspoeling als overheidspeerpunt

Roderick Veelo schrijft in het Voorwoord van zijn boek “De Schijn regeert” over beeldvorming: “Beeldvorming gaat over het ontstaan van een voorstelling in ons hoofd. Dat beeld is niet per se gebaseerd op de werkelijkheid, maar geeft een algemene indruk( van?). Zoals een reputatie. Als de beeldvorming een imago betreft, is de werkelijkheid doorgaans nog verder weg. Maar beeldvorming bepaalt wel hoe we naar mensen en gebeurtenissen (willen) kijken; wat we ervan vinden”.

Beeldvorming, het op een bepaalde manier presenteren van informatie, is een van de instrumenten om het gedrag van mensen te sturen en zelfs te verankeren. Beeldvorming wordt gebruikt/misbruikt door politici en ondersteunende media om de publieke opinie in de richting van het overheidsnarratief te dwingen. Het is niet het enige instrument dat de overheid toepast om de samenleving in het door die overheid gewenste kuras te persen. Andere methoden: het anders inrichten van de (informatie) omgeving; inspelen op het willen behoren tot een bepaalde groepring; angst kweken voor uitsluiting en inspelen op een combinatie van emoties als angst, schaamte, trots, schuldgevoel. Gedragswetenschappen specialiseren zich in het toepassen van deze inzichten en uit de manier waarop de regeringen Rutte de Nederlandse burger het overheidsnarratief wil opdringen, blijkt dat zij zich die beginselen eigen hebben gemaakt.

Gedragsturing en gedragsverandering

Roderick Veelo. Afb: Wikimedia

Onlangs (24 juli 2022) verscheen op de website www.deanderekrant.nl het artikel “Alle overheidsdepartementen doen aan gedrag sturing burgers” waarin wordt geduid op een “rijksbreed” netwerk van gedragsexperts – het ‘Behavioral Insights Network Nederland’ (BIN NL, in net Engels staat het geleerd) – dat sinds 2014 alle overheidsdepartementen ondersteunt bij het uitvoeren van gedragsexperimenten. Die experimenten zouden erop gericht zijn burgers richting ‘juiste’ keuzes te sturen. Indoctrinatie dus. Hoewel hierover informatie op overheidswebsites is te vinden, is de doorsnee Nederlander niet op de hoogte van deze experimenten en heeft hier ook geen toestemming voor gegeven. Er is ook geen maatschappelijke of politieke discussie over geweest. Corona -, asiel – en stikstofoxide beleid zijn perfecte voorbeelden van die inspanningen.

Het accentueert opnieuw de arrogantie van een overheid die denkt beter te weten waarom en hoe een samenleving zijn heden en toekomst zou moeten invullen en presenteert het beeld van een verheerlijking van het streven naar absoluut leiderschap, macht, manipulatie en massage van de publieke opinie. Het is niet de eerste en zal niet de laatste keer zijn dat een samenleving met die verschijnselen wordt geconfronteerd, maar er altijd in is geslaagd om zich daaraan te ontworstelen.  

Volgens het BIN NL is “bijna al het overheidsbeleid gericht op gedragsverandering”, m.a.w. het sturen van mensen richting gewenst gedrag (het overheidsnarratief), zodat ze automatisch en onbewust de juiste (de door de regeringen Rutte gewenste/ noodzakelijke) keuzes maken. Daarbij kan het gaan om relatief onschuldige zaken als gezonder eten of veilig afsteken van vuurwerk, maar ook om verreikende maatschappelijke kwesties waarover politiek verschil van mening bestaat als energietransitie, digitalisering traditie (de smart city), of inclusieve en diverse samenleving (een sympathiekere terminologie voor open deur immigratie resulterend in omvolking in of rond 2070)’,

In een rapport van de (door de overheid zwaar gesubsidieerde) Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid(WRR) staat te lezen wat het kernidee achter dat beleid is: de overtuiging van de politieke kaste dat de burger maar beperkt rationeel is en alle keuzen en complexiteit in de samenleving niet meer aankan. Gechargeerd gesteld, de samenleving heeft een IQ dat het primaten niveau niet overschrijdt en moet daarom aan de hand van Rutte c.s. geleid worden. De WRR stelt dat het doe-vermogen van gewone burgers – zoals “een doel stellen en een plan maken, in actie komen, volhouden en om kunnen gaan met verleidingen en tegenslag” – beperkt is. De overheid moet die samenleving daarbij helpen. Die woorden getuigen van een ongelooflijke en tegelijkertijd walgelijke arrogantie. Alsof de huidige politieke generatie die niet eens in staat is om de huidige maatschappelijke problemen van een oplossing te voorzien, de kennis, ervaring, inzicht, overzicht en visie heeft om die doorsnee burger op het goede pad te brengen en te houden. Voorbeelden bij bosjes in Den Haag. Als het niet zo triest was, zou je van het lachen bijna een liesbreuk oplopen.

Het Britse Behavioral Insights Team (BIT) blijkt als voorbeeld gediend te hebben voor het BIN NL en vanzelfsprekend worden alleen veronderstelde successen aangehaald als onderbouwing voor de oprichting van het BIN NL. Laura Dodsworth, auteur van het boek State of Fear is uitermate kritisch over deze ontwikkeling: “de gedragssturing wordt gebruikt om discussie te vermijden en in plaats daarvan mensen te manipuleren zonder dat ze het doorhebben. Het is een aanval op het vermogen van mensen zelf te beslissen wat goed voor hen is”. Het leest en klinkt als een tekst uit de monden van volksmenners uit het verleden, die het Westen in de achterliggende en komende decennia zo gepassioneerd wilde bestrijden. Helaas beschrijft het de huidige situatie in veel Westerse staten.

Beeldvorming door politici en media (vertegenwoordigers)

Beeldvorming als belangrijk instrument voor het realiseren van gedrag sturing en gedragsverandering, is voor veel personen een nog onbekend fenomeen. De vrees voor een verkeerde beeldvorming is groot bij politici, bedrijven, zendgemachtigden (voor de kijk en luistercijfers) en sponsors. Ze willen allemaal leuk en bekwaam gevonden worden. Meningen in sociale media worden nauwlettend gevolgd. Beschuldigingen van racisme en seksisme worden gevreesd. We zien gemeenten en banken excuses maken voor slavernij uit de 17e en 18e eeuw; sponsors melden zich opzichtig af als er een rel ontstaat op Twitter over een uitspraak van een andersdenkende bekende Nederlander. Bij die vrees ligt hypocrisie op de loer en resulteert veel te vaak in een onterecht en ongewenste aanbieden van excuses zoals die bij de Gemeente Amsterdam en de DNB in de persoon van zijn directeur Knot hebben post gevat en heeft geleid tot financiële boetedoening met belastinggeld.

Beeldvorming is bij uitstek het terrein van de politiek geworden. Verkiezingscampagnes worden zorgvuldig in elkaar gezet met slogans die van een partij het gewenste beeld moeten oproepen. Politieke partijen zetten fragmenten van succesvolle momenten uit een debat op sociale media en ministers vertonen zich in reclamefilmpjes over wat ze voor moois van plan zijn met Nederland. Dit alles in dienst van de juiste beeldvorming, die in het gunstigste geval maar een deel van de werkelijkheid toont, en niet zelden onwaarheden verkoopt. Dat de werkelijkheid doorgaans afwijkt van die voorstelling zien we gebeuren bij D66. Terwijl lijsttrekker Sigrid Kaag het beeld moet uitdragen van een fatsoenlijke partij onder ‘nieuw vrouwelijk leiderschap en een nieuwe bestuurscultuur klagen juist vrouwen bij D66 over een gebrek aan respect van mannen in die partij, aan verregaande seksuele intimidatie en ziet en hoort de samenleving achterkamertjes gekonkel, liegen en bedriegen.

Bij die beeldvorming wordt de huidige politieke generatie geholpen door een deel van de media (vertegenwoordigers) dat graag tegen de macht aan schurkt en naarstig op zoek is naar scoops[1]. De journalist zou echter de brenger moeten zijn van nieuws dat de realiteit reflecteert en de journalistieke objectiviteit zou synoniem moeten zijn met neutraliteit of onpartijdigheid. Hij/zij moet onderscheid maken tussen feit en opinie/waardeoordeel/propaganda/anekdotische ervaring. Helaas is zo lijkt het, een groot deel van de journalisten getransformeerd van informatie brenger naar propaganda instrument van het overheidsnarratief. Journalisten die een bepaalde ideologische richting denken te moeten omarmen, bombarderen de samenleving met verhalen die de veronderstelde witte superioriteit moeten aantonen, hebben de etnische afkomst van reljongeren in de ban gedaan door zich te beroepen op ethische beginselen of het voorkomen van stigmatisering. Vaak en zelfs te vaak sjoemelen journalisten daarbij met de werkelijkheid en delven nieuwsfeiten het onderspit.

Beeldvorming is sinds de Balkan oorlogen tot het terrein van de journalistiek gaan behoren. Maar werkzaamheden omtrent reputatie, imago, (minder flatterende) beelden die van mensen en gebeurtenissen gemaakt en uitgezonden worden, behoren toe aan iedereen behalve journalisten. Het is het terrein van reclamemakers, ondernemingen, pr-bureaus en politieke partijen. Journalisten maken zich tegenwoordig meer druk over hoe het nieuws ‘valt’ en welke invloed het kan hebben op de meningsvorming (de publieke opinie). Vanuit die invalshoek behoort beeldvorming niet tot de verantwoordelijkheden van een journalist en kan de journalistieke opdracht – verzamelen van nieuwsfeiten en ze in het algemeen belang aan de wereld prijsgeven – gevaarlijk in de wielen rijden.

De schijn doorzien

Roderick Veelo heeft voor zijn boek eigen columns geselecteerd en bewerkt die hij schreef voor de website van RTL Z en voor De Telegraaf. Op een enkele na heeft hij die columns geschreven uit de behoefte om de schijn te doorzien, de beeldvorming te ontmaskeren en te onderstrepen dat politici en journalisten op een ongewenste manier actief proberen om het gedrag van de samenleving te sturen en te veranderen. Zoals bij het milieu- en klimaatschandaal rond biomassa, de onverdraagzaamheid van nieuwe ideologen die diversiteit en inclusie preken; de schijnveiligheid van ons tbs-systeem, het wegkijken door de pers bij Marokkaanse probleemjongeren, de schijnoplossingen voor asiel- en integratieproblemen, en de blinde bewondering voor binnenlandse extremistische bewegingen als Black Lives Matter. Hij heeft aangetoond dat een groot deel van de pers bij die beeldvorming en in het verlengde de gepassioneerde inspanning van de overheid, niet vrijuit gaat. Volgens Veelo moeten journalisten de macht controleren in wat zij uitvoert en of de waarheid gesproken wordt. Wanneer de schijn regeert moet het enige journalistieke wapen de feiten en niets dan de feiten zijn. 

Er is niets mis met het tonen van een gevarieerde samenleving, maar met de opdracht om d.m.v. beeldvorming het gedrag van de samenleving te sturen en in de kompasrichting van het overheidsnarratief te veranderen, gaat het mis. Het dogma vereist dan uitsluitend (atypische) beelden en verhalen worden getoond en gepubliceerd, die in dienst staan van een gewenste werkelijkheid. Dat heet propaganda en zou verboden terrein voor overheidinstanties en meesurfende journalisten moeten zijn. Vanmorgen kopte de column van Annemarie van Gaal: “zwijgen (van en door de overheid; in dit specifieke geval het Ministerie VWS) is voer voor complotdenkers”, waardoor ze een beeld oproept dat mensen die kritisch zijn op de overheidcommunicatie gecategoriseerd kunnen worden als “complotdenker”.

Beeldvorming is het vakgebied van manipulators, mensen die sjoemelen met de waarheid. Gezien de huidige ervaringen in Nederland, kan dat etiket geplakt worden op de voorhoofden van de huidige Minister-president, zijn vileine vicepremier en in de pas lopende bewindslieden en politici.


[1] Exclusieve journalistieke primeur.

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

3 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
1 jaar geleden

Ondanks boeken, artikelen, aanbevelingen, verzoeken aan verantwoordelijke ambtenaren, politici, bestuurders en rechterlijke macht, loopt men als gewoon Nederlandse huis, tuin en keuken burgers op tegen een stuitende ongeïnteresseerdheid en een schrikbarende afwimpeling van de veroorzaakte problemen.

Bob Fleumer
1 jaar geleden

Zo waar allemaal en zo ver weg met die betonkoppen in Den Haag!!

Boudica
1 jaar geleden

Blijken die hollandse boerenkinkels toch over een hoog IQ te beschikken. Misrekening voor de overheid.