De wentelende dobbelsteen

Alleen Westerse staten zijn opgenomen in het schema dat verzorgingsstaatmodellen en staten die een van die modellen hebben ingevoerd, presenteert. Dat is op zich opmerkelijk, omdat de primitieve contouren van een verzorgingsstaat een “uitvinding” is van een van de belangrijkste raadsmannen van Mohammad: Omar ibn al-Chattab (584-644)[1].

Hij fabriceerde een stelsel dat was gebaseerd op volledige solidariteit en algemene middelen die middels verplichte belastingen (zakat en jizya) door alle leden van de samenleving werden bijeengebracht om de behoeftige mens financieel te ondersteunen. Met die informatie in het achterhoofd zou je verwachten dat islamitische en vooral Arabische staten die gedachte van een van de belangrijkste islamieten in de loop der eeuwen geperfectioneerd en uitgebouwd zouden hebben. Niets is minder waar.

De beschikbare modellen van een verzorgingstaat zijn door Westerse denkers en staten ontwikkeld. Het is een Westerse uitvinding geworden en dat kan een van de redenen zijn dat staten met de Koran als gids voor heden en toekomst, de grondbeginselen zich niet eigen hebben gemaakt. Geen van de grondbeginselen van een verzorgingsstaat – verplichte belastingbijdrage middels actieve arbeidsparticipatie, solidariteit en wederzijds vertrouwen tussen samenleving en politiek leiderschap resp. belastingbetaler en zorgvrager – blijkt prominent aanwezig te zijn in die samenlevingstructuren.

Daaruit kan de conclusie getrokken worden dat migranten die geboren en opgegroeid zijn in herkomstlanden waar die volgens Westerse normen en waarden geconcipieerde basisbeginselen rudimentair of zelfs geheel afwezig zijn, bij migratie naar een Westers land de druk op de collectieve voorzieningen van het betreffende vestigingsland doen verhogen. Dat is geen nieuwe vaststelling, want die observatie was al in de jaren ‘60 van de vorige eeuw gedaan.

“Wie ervaringen uit het
verleden niet eert, is
het leiderschap niet weert”

In die jaren ’70 verwachtten Nederlandse politici nog dat de instroom van migranten naar Nederland op termijn zou opdrogen zodra de vraag naar buitenlandse werknemers stopte en de uitstroom naar het land van herkomst sterk zou gaan aantrekken. Gastarbeiders waren toch tijdelijk naar Nederland gehaald? Toen al begrepen volksvertegenwoordigers niet dat een terugkeer naar een lager ontwikkelde herkomstland waar werkeloosheid hoog is, collectieve voorzieningen ontbreken en een structurele optimistische toekomst voor kinderen en kleinkinderen absent is, een spontane terugkeer niet echt zou stimuleren.

Uit het naar binnenhalen van jonge gastarbeiders in de jaren ’50-’60 had de hedendaagse generatie politici net als die ’70 generatie de conclusie kunnen trekken dat bij culturen met sterke familiebanden en tribale karakteristieken, een eerste instroom van jonge migranten in de meeste gevallen gevolgd wordt door migratiestromen in het kader van gezinsvorming en/of gezinshereniging. Niet mag en kan uitgeslotendat ook ouders en grootouders van instromende jongeren op termijn volgen. Stromen die volgens politieke deskundigen gestimuleerd worden door het Schengen akkoord en onder de huidige omstandigheden het blinde verlangen van links liberale politici naar open grenzen Die waarneming is door generaties deugdenkende politici genegeerd, sterker nog: begraven in de politieke debatteringsjungle. Gezinshereniging werd in 1974 wettelijk geregeld en vervolgens komt migratie naar Nederland ‘massaal’ op gang. Arbeidsmigratie gaat over in gezinsmigratie en markeert de ommekeer van tijdelijk naar permanent. Voor de eerste keer en helaas niet voor de laatste keer wordt de kortzichtigheid van de Nederlandse politicus bloot gelegd.

De crisis in de jaren ’70 maakt het migratieprobleem voor de verzorgingsstaat helder en het Centraal Plan Bureau (CPB) kreeg opdracht om een overheidsonderzoek naar de economische gevolgen van arbeidsmigratie te doen. In het Eindverslag staat o.m.:

  • Een groeiend volume migranten dwingt tot uitbreiding van collectieve voorzieningen zoals extra huisvesting, scholing, ambtenaren en resulteert in een verhoogde belastingdruk;
  • Migratie levert geen macro-economische voordelen op voor de samenleving als geheel, alleen voor bepaalde segmenten.

Het rapport bevestigt – weliswaar niet met zoveel woorden – dat migratie niet echt een nationaal belang is, gezinshereniging resulteert in een verhoogde druk op de collectieve voorzieningen en een bruikbaar remigratiebeleid allang op de schappen van het Binnenhof had moeten liggen. Het SER Rapport van 1974 “Werving en te werkstelling buitenlandse werknemers” constateert dat arbeidsmigratie een van de slechtste opties is om het arbeidstekort te compenseren.

Tegen het einde van de 20ste en het begin van de 21ste eeuw ontwikkelt het Westerse migratie beleid zich tot een samenballing van laksheid, liberaliteit en tolerantie en in het verlengde komt er een wetgeving die de veiligheid van de eigen burgers buiten beschouwing laat en zich aanpast aan de noodzakelijke voorwaarden van de globalistische agenda en de zogenaamde “open samenleving”. Ook wordt duidelijk dat een groot aantal veilige en niet-veilige herkomstlanden[2] een beleid hebben geconcipieerd om arbeid als economische factor uit te buiten, remigratie daardoor een moeilijke zaak is geworden en Nederland blijft zitten met een groeiend aantal, dat niet voor een verblijfstatus in aanmerking komen, maar blijkbaar wel gehuisvest gekleed, gevoed en gesponsord moeten worden. De praktijk leert dat niet de overheid, maar de migrant, gewenst en ongewenst, zijn verblijftijdsduur bepaalt. Daarom is en blijft opvang en volgen van een asielaanvraagprocedure  in de omgeving van het herkomstland de enige juiste oplossing. 

Uit het bovenstaande blijkt dat de huidige generatie politici regelmatig blijft blunderen, geen enkele les heeft getrokken en uit deugdenken geen enkele les/ervaring heeft gebruikt om een evenwichtig migratiebeleid te concipiëren. Door hun onwil en onvermogen wordt een deel van de samenleving geconfronteerd met de negatieve effecten van een mankerend migratie beleid. Dat lijkt die deugpolitici een worst te wezen. Zolang het maar niet in hun achtertuin gebeurt.

De kosten van een op deugen geënt migratiebeleid

Immigratie naar Nederland mag gezien de forse omvang van de laatste decennia zeker beleidsrelevant genoemd worden. Frequent wordt in discussies gesproken over medelanders met een migratie achtergrond zonder dat daar handen en voeten aan gegeven wordt. Over hoeveel mensen gaat het dan? Waar komen die vandaan en wat heeft hen naar Nederland gedreven? De opstellers van het rapport Grenzeloze verzorgingsstaat: de gevolgen van immigratie voor de overheidsfinanciën” (Jan van de Beek, Hans Roodenburg, Joop Hartog en Gerrit Kreffer, maart 2021)[3] hebben het antwoord in aantallen gegeven:

Van de 17 miljoen mensen die binnen de grenzen van Nederland geteld zijn, blijken ongeveer 2 miljoen tot de eerste generatie (13% in het buitenland geboren) en bijna 2 miljoen tot de tweede generatie (11% in Nederland geboren) te behoren[4]. In totaal dus rond de 4 miljoen mensen of  24% and counting. Een niet te negeren aantal.

Voor de geïnteresseerde volger van de migratiepolitiek is het inmiddels wel duidelijk geworden dat het huidige migratiebeleid de druk op sociale voorzieningen, onderwijs, huisvesting en criminaliteit heeft verhoogd. In de achterliggende jaren hebben Westerse politici herhaaldelijk bevestigd dat zij de effecten van de combinatie open grenzen, massa-immigratie en tolerant toewijzingsbeleid voor de overlevingskans van welvaartstaat en verzorgingstaat hopeloos onderschat hebben. Dat is de belangrijkste reden dat verzoeken om de kosten van migratie helder voor het voetlicht te brengen, op veel weerstand stuit en voortdurend vooruit geschoven of niet beantwoord worden.

De onderzoekers hebben vastgesteld dat er drie – vaak impliciete – argumenten aan die weigeringen ten grondslag lagen:

  • De waarde van een mensenleven mag niet berekend worden (humanitaire redenen en menselijke solidariteit zouden zich daartegen verzetten). Merkwaardig genoeg gold dat nooit voor de berekening van ziekte kosten;
  • Er mag niet aan”blaming the victim” gedaan worden. Inmiddels is het duidelijk dat er relatief gesproken bijna geen sprake meer is van echte (oorlog) slachtoffers onder migranten. Het gros is economische/arbeid migrant waar het eigenbelang de hoofdrol speelt en een groot deel wordt door globalistische politici misbruikt om de Europese mens weg te saneren: omvolking of de koffiebruine mens;
  • Extreemrechts mag niet in de kaart gespeeld worden. Alsof het migratie probleem een fabel is bedacht door rechtse denkers en geen realiteit is die grote delen van de samenleving raakt.

Volgens de onderzoekers snijdt geen van de drie argumenten hout. Bij de beoordeling van beleidsmaatregelen moet altijd een afweging van kosten en baten plaats vinden. Impliciet of expliciet, omdat voorkomen moet worden dat beleid ten koste gaat van die segmenten van de Nederlandse samenleving die m.n. de schatkist vullen waaruit de verzorgingstaat gefinancierd wordt. Dat inzicht in de kosten en baten ontkracht volgens de onderzoekers ook de overige twee argumenten tegen het berekenen van kosten en baten van migratie. Als die bekend zijn en voortdurend worden gemonitord en geactualiseerd, kan en zal de overheid ook meer moeten sturen op succesvolle immigratie, door bijvoorbeeld een selectiever migratiebeleid à la Australië of Canada door te voeren[5].

Kern van de door de onderzoekers toegepaste methode is dat de kosten en baten over de hele verdere levensloop van immigranten in kaart worden gebracht. De berekeningen zijn gebaseerd op geanonimiseerde data van alle 17 miljoen Nederlandse ingezetenen. De onderzoekers hebben zich bij hun zoektocht naar de kosten van immigratie bediend van generatie rekening die de effecten berekent van demografische veranderingen (geboorte, sterfte en migratie) op de houdbaarheid van overheidsfinanciën en verzorgingstaat. Het effect van immigratie wordt uitgedrukt in een percentage van het BBP. De derde demografische transitie, het verschijnsel dat het aandeel van het segment met een migratie achtergrond gestaag toeneemt[6], is een tweede instrument die de onderzoekers hebben gebruikt en die accentueert nog meer het belang van een transparant verlies en winst berekening. Primair blijkt uit het onderzoek dat in de periode 2015-2019 het immigratie effect die van de lopende vergrijzing ver overtreft (factor 2)!

Wat is de uitslag van die berekening?

  • De totale kosten over de periode 1995-2019 bedroegen € 400 miljard! Een bedrag in de orde van grootte van de aardgasbaten vanaf het begin van de winning tot heden. Geen kattenpis en het is niet verwonderlijk dat politiek Den Haag dit voor het grote publiek lang verborgen heeft gehouden;
  • De netto kosten van niet-westerse immigratie bedroegen over de periode 2015-2019 gemiddeld €17 miljard per jaar. Een bedrag dat in 2016 gelijk was aan Defensiebegroting plus werkeloosheidsuitkeringen. In 2016 piekten de immigratie kosten door de vluchtelingencrisis op €32 miljard. Hoofdzakelijk het gevolg van het afduwbeleid van de Turkse president en de uitnodigende Merkel kreet “Wir schaffen dass”;
  • De groep met een niet-westerse migratieachtergrond ontving in 2016 netto € 18 miljard euro uit de schatkist, of € 8.500 per persoon. Het leeuwendeel daarvan – € 16 miljard – werd opgebracht door de groep met Nederlandse achtergrond of €1.200 per persoon; personen met een westerse migratieachtergrond droegen totaal € 0,9 miljard af aan de schatkist of € 500 per persoon;
  • Als de immigratie qua omvang en kosten-baten structuur blijft op het niveau van de periode 2015-2019, zal het jaarlijkse beslag op de begroting geleidelijk toenemen van de gemiddelde € 17 miljard/jaar tot ongeveer € 50 miljard/jaar op lange termijn. Een verdrievoudiging die de verzorgingsstaat niet zal overleven;
  • Immigratie op basis van het huidige beleid (als je dat zo kunt noemen) zal de overheidsfinanciën steeds meer onder druk zetten en is een afbouw van de verzorgingsstaat onvermijdelijk.
Afb: Elke Wetzig

Wie uitgewezen wordt, verdwijnt in de illegaliteit, wachtend op het zoveelste generaal pardon. Zij duiken meestal het zwarte circuit van de grote steden in om zich door criminele en/of extremistische activiteiten in leven te houden. Die verborgen criminaliteitskosten worden aangevuld met de kosten die terreuraanslagen veroorzaken. Rand heeft berekend dat terreuraanslagen, Europa in de periode 2004-2016 meer dan € 180 miljard heeft gekost. Het merendeel van de kosten dragen Frankrijk (€ 43 miljard), UK (€ 44 miljard), Duitsland (€ 20-40 miljard) en Spanje (€ 40 miljard). Gezien de groeiende criminaliteitscijfers in Nederland is het wenselijk ook die kosten mee te nemen wanneer gediscussieerd over migratiekosten.

Wanneer je als nuchtere Nederlander naar die cijfers kijkt, blijf je je verbazen over het feit dat bevolkingsgroei en effect van immigratie daarop geen deel is van het overheidsbeleid.

Ongunstige dobbelsteen worpen

Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat door de geringe arbeidsparticipatie van de door de politiek geïdentificeerde doelgroepen uit Midden Oosten en Noord-Afrika de verhouding actief arbeidsvolume versus het volume dat breed parasiteert op collectieve voorzieningen, een groeiende scheefstand gaat vertonen. Onlangs maakte het CBS bekend dat 61% van de bijstandpopulatie een migranten achtergrond heeft. De druk op de schatkist groeit.

Die aanhoudende stroom immigranten is medeverantwoordelijk voor de problemen op de woningmarkt, verkeerscongestie, belasting van het milieu, een verlies aan open ruimte en daardoor zijn de overheidsuitgaven voor immigranten vooral bovengemiddeld bij posten als onderwijs, sociale zekerheid en toeslagen. Precies die conclusies werden achttien jaar geleden al door het CPB getrokken.

Sindsdien zijn er een miljoen migranten bijgekomen!


[1] Hij was een van de “vier rechtgeleide Kaliefen” en gedurende een decennium (634-644), de tweede Kalief en hoofd van het Arabische Rijk. Hij is begraven in de Moskee van de Profeet in Medina.

[2] Voorbeelden zijn Filippijnen, Zuid Korea, Indonesië, Sri Lanka, Bangladesh, Pakistan, India, China, Vietnam, Egypte

[3] Onderzoekers verbonden aan de Amsterdam School of Economics: Dr. Jan van de Beek, zelfstandig onderzoeker, voor dit project gedetacheerd bij Amsterdam School of Economics; dr. Joop Hartog emeritus hoogleraar economie aan de Faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit van Amsterdam en nog als gast-onderzoeker aan die faculteit verbonden; drs. Hans Roodenburg was voor zijn pensionering onderzoeker bij het Centraal Planbureau; drs. Gerrit Kreffer adviseerde voor zijn pensionering als ambtenaar over arbeidsmarkt- en personeelsbeleid. Geen pannenkoeken dus. Het rapport is op een bepaalde manier te zien als een actualisering en uitbreiding van het CPB-rapport “Immigration and the Dutch Economy” uit 20031

[4] Data van het CBS naar de stand van 2016.

[5] In die landen bestaat een selectief en breed door de bevolking gedragen immigratiebeleid en heeft daarom een grote kans op sociaaleconomische en sociaal-culturele integratie. Segregatie, clanvorming en getto’s kunnen op die manier beperkt resp. voorkomen worden en bewegingen die zich graag bedienen van blaming the victim evenals de invloed van extreem rechts op het immigratie dossier worden op die manier de wind uit de zeilen genomen.

[6] De relatie tussen kleine autochtone families met een lage resp., late reproductie wens versus de toevloed van grote migratiegezinnen met een vroege en hoge reproductiewens.


Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties