Materieelbeleid ‘Defensie stijl’

De websites van diverse media bronnen stonden er een paar dagen geleden vol van: “ De geweldige deal die De Waard in 2018 beweerde te hebben gesloten met Mercedes Benz (MB) pakt vooralsnog beroerd uit. Volgens planning zouden de eerste voertuigen voor de Luchtmobiele Brigade nu moeten worden geleverd. Maar in Schaarsbergen en Assen hebben ze nog niets gezien. Het project ligt stil. Mercedes en zijn partner VDL moeten terug naar de tekentafel. Want…. het voertuigenpark waar De Waard voor had getekend, bestond alleen nog maar in virtueel opzicht”.

Defensie en grote materieel projecten. Het is nooit een gelukkig huwelijk geweest en zal het ook nooit zijn. Hoe vaak is dat niet mis gelopen en hoe vaak vloeide daardoor geld uit de Defensiepot dat beter besteed had kunnen worden. De beste voorbeelden zijn de diverse ICT projecten, maar er is meer gebeurd.

Weer mislukkingen

De Tweede Kamer kreeg op de Derde Dinsdag van september van 2020 te horen dat het MB project met een jaar vertraagd moest worden “vanwege de complexe ontwikkeling van het voertuig door de leverancier” en meer wilde Defensie en leverancier er niet over kwijt. Dat is een veeg teken en betekent dat er poep aan de € 1,8 miljard investeringsknikker kleeft. De Telegraaf kreeg via een van zijn Defensiecontacten een vertrouwelijk document in handen waarin de programmamanager de volgende teksten heeft opgenomen:

  • Het ministerie van Defensie heeft gevraagd de bepantsering van de jeeps scherfwerend te maken. Wanneer de constructeur dat doet, wordt de auto zwaarder en voldoet het chassis op basis waarvan MB en VDL offreerden niet meer. Er is een sterker exemplaar nodig;
  • In dat geval kunnen bijkomende technische aanpassingen niet worden uitgesloten en moeten bijvoorbeeld remmen en wielophangingen aangepast worden.

Het is overigens niet de eerste keer dat materieel projecten voor de LMB tegenslag ondervinden en het blijft niet beperkt tot de LMB. Ook het andere keurkorps van de Krijgsmacht – het Korps Mariniers – kampt met voertuigproblemen. De vervanging van de LARO stuit op een probleem. Ze moeten op de landingsvaartuigen passen, maar er is ergens iets fout gegaan. Het zogeheten KN 12-voertuig waarvan Defensie er al 1275 bij Iveco heeft besteld, past weliswaar wel op een landingsvaartuig, maar kan er niet op of af? Te breed voor de laadklep! 

Luchtmobiele brigade en Korps Mariniers moeten het tenminste nog twee tot vier jaar met het huidige verouderde voertuigenpark doen. Omdat de voertuigen “op” zijn zullen de exploitatiekosten exponentieel stijgen om de materiële inzetbaarheid op het gewenste peil te houden. De vraag is of de combinatie personele onderbezetting en frequente en hogere uitval van voertuigen de operationele inzetbaarheid van (delen van) de LMB en het Korps Mariniers ongewenst beïnvloed wordt. De LMB bezondigt zich nu al aan technische kannibalisatie.

Een nieuwe mislukking gloort

Vermoedelijk wordt Defensie in de nabije toekomst met een nieuwe mislukking[1] geconfronteerd. In maart 2021 erkende de nieuw aangetreden Amerikaanse Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten, generaal Charles Brown jr.: “The F-35 is approaching crossroads“. De JSF wordt in Noord- Amerika (USA en Canada) door de steeds oplopende investering- en exploitatie kosten[2] niet meer beschouwd als een betaalbare vervanging van de huidige Amerikaanse vliegtuigenvloot van Luchtmacht, Marine en Mariniers. Zij eisen volgens luchtmachtexperts intensief, kostbaar onderhoud, kennen veel storingen en zijn onbetrouwbaar ( er zijn nog steeds ruim 800 soft en hardware problemen nog niet opgelost).  In december 2020 heeft het Pentagon een tijdelijke stop van een jaar gezet op de productie en uitlevering van de F-35.[3]

Charles Brown Jr. vergeleek de F-35 met een Ferrari om duidelijk te maken dat de strijdkrachten er slechts beperkt gebruik van kunnen maken. “Met een Ferrari rij je ook niet elke dag naar je werk, je maakt er ritjes mee op zondag.” Voor die dagelijkse ritjes gaat USAF op zoek naar een goedkoop en lichter alternatief dat de ongeveer 1000 F-16 moet gaan vervangen. De duurdere F-22 en F-35 worden gereserveerd voor High-end missies (de hoogste geweldsintensiteit.) en het lichtere, betaalbare alternatief voor de Low-end missie. De USA kan zich blijkbaar een dergelijke luxe permitteren, maar zo’n keuze is niet weggelegd voor kleinere landen als Nederland die hun vloten moeten toespitsen op de Low-end Missies. In dat geval is de F-35 een wel duur instrument.

Canada (-88 stuks), UK (-90), Australië (-28) en US Mariniers Korps (-54) hebben hun bestelorders bijgesteld en de verwachting is dat ook US Air Force (-600) zal gaan snijden in de bestelorder. Als dat laatste realiteit wordt, betekent het dat de initiële bestelorder met 30% wordt gekort.

En wat gaat Nederland doen? Dagelijks op en neer rijden met de dure Ferrari en de oplopende exploitatiekosten voor lief nemen? Horen we dan de KLU weer klagen over hun beperkte budget, omdat hun paradepaardje, hun Ferrari het gros van het budget opslokt en de inzetbaarheid van andere materieelsoorten in gevaar is gekomen??

Spanningsveld

In de dagen dat ik als werkbij mijn dagen vulde bij de materieeldienst van de Koninklijke Landmacht en Landmachtstaf in Den Haag heb ik ampele ervaringen opgedaan met de manier waarop zaken werden gedaan met materieel aanbieders en de ongewenste invloed van politieke beslissingen op de slagkracht van de Krijgsmacht. Kortweg: het effect van de omvang van het Defensie budget en de prioriteitenstelling door de Defensie leiding.

In mijn beleving heeft de KL daardoor meer mis geschoten dan andere krijgsmachtdelen, maar daarin kan ik me vergissen. Ik verbaas me dus niet over de berichtgeving over het laatste mislukte materieel project van de KL. Ik heb me tijdens mijn actieve periode herhaaldelijk verbaasd over het feit dat ondanks het verlies in dure pecunia nooit een verantwoordelijke politicus, een hoge ambtenaar of een militair in de hogere rangen de laan uitgestuurd is met een briefje waarop met grote drukletters te lezen staat: “Onbekwaam“.

Acht, het is maar belastinggeld.


[1] Artikel van Alan Goulding “Fallout over the failure of Lockheed Martin’s F-35 Stealth Fighter” (30 maart 2021)

[2] Die conclusie trok de toenmalige Amerikaanse Minister van Defensie Rumsfeld (1932) die in 2001 het project in de prullenbak wilde gooien. Door de lobby van de vliegtuig industrie werd dat op het nippertje voorkomen. 

[3] Inmiddels zijn 610 van de 3100 platformen uitgeleverd.


Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties