Hypocrisie en incompetentie van politicus/politica en journaille

Op 5 november 2019 werd de zittende Minister van Defensie door de operationele kenners in de Tweede Kamer aan het kruis genageld. Om haar politieke toekomst niet in gevaar te brengen kon ze blijkbaar niet anders doen dan haar excuses aanbieden voor de gebrekkige communicatie en de 70 burgerslachtoffers die het gevolg waren van een luchtaanval door Nederlandse luchtplatformen. Op de vloer van de Tweede Kamer was de verontwaardiging onder de verzamelde politici groot en werd herhaaldelijk de vraag gesteld hoe het mogelijk was dat de Minister het Parlement niet correct had geïnformeerd.

Als nuchter denkende burger van deze ontwortelde samenleving stel je je bij zo´n poppenkast direct een aantal vragen. Vragen die primair betrekking hebben op de assertiviteit en puntigheid van politici die door fracties als Defensiewoordvoerder zijn aangewezen. Vragen die betrekking hebben op het journalistieke geheugen en de journalistieke verantwoordelijkheid van de traditionele media. Dat laatste is vooral relevant door de betiteling van de luchtaanval van Nederlandse luchtplatformen op al-Hawija als “vergisbom”. Een typisch voorbeeld van framen door de media.

Vragen

Een vergisbom betekent in mijn beleving dat de Nederlandse piloot op basis van onjuiste inlichtingen en informatie het verkeerde doel heeft aangevallen en uitgeschakeld waarbij vermijdbare slachtoffers zijn gevallen. Vermoedelijk slaat betiteling in de media niet op het eerste deel maar op het laatste deel. Als dat zo is, slaan ze de plank mis. En dat is helaas niet voor de eerste keer en gelet op het ontbreken van de journalistieke verantwoordelijkheid om aan de hand van correcte data aan berichtgeving te doen, zeker niet de laatste keer.

Toen op 9 juni 2015 de toenmalig minister het Parlement informeerde dat bij de luchtaanval op al-Hawija zeer waarschijnlijk burgerdoden waren gevallen en zij twee weken later accentueerde dat Nederlandse luchtplatformen niet bij het bewuste bombardement betrokken waren, hadden de betrokken politici onmiddellijk aan de bel moeten trekken. Immers, de Minister had een aantal malen de Kamer te laat, onjuist of niet op de hoogte gesteld van Defensie-acties en -activiteiten en was daardoor gedwongen om meerder keren beterschap te beloven. Bovendien was toen al bekend dat al-Hawija een plaats op ongeveer 200 kilometer noord van Bagdad, door zijn strategische ligging op het kruispunt van een aantal frontlinies, een belangrijk ISIL[1] bolwerk was. De luchtaanval was niet op een of andere buitenplaats waar beheerders van dromedarissen en kamelen de dienst uitmaakten.

Geen pluchezitter die alert reageerde op die informatie en zich niet de volgende vragen stelde:

  • Werden in het gebouw explosieven gebruikt voor de productie van munitie?
  • Wisten de omwonenden dat er munitie werd geproduceerd in het bewuste gebouw?
  • Als ze het wisten, wisten ze dat het gebouw een mogelijk doelwit van geallieerde lucht- en grondaanvallen kon zijn?
  • Als ze het wisten waarom bleven ze wonen in de omgeving van het gebouw, beseffende dat bij een luchtaanval bijkomende schade in de vorm van onschuldige slachtoffers het gevolg zou kunnen zijn?
  • Als ze daar bleven wonen; werden ze daartoe gedwongen door de extremistische bewegingen of bleven ze uit eigen beweging?
  • Waren alle slachtoffers onschuldige burgers?

Pas als deze vragen eenduidig beantwoord waren, hadden de dames en heren zich een mening kunnen vormen over het belang van de luchtoperatie en de effecten daarvan. Met de antwoorden op die vragen hadden ze hun parlementaire plicht kunnen doen door de toenmalige minister terecht te wijzen en haar te verwijten dat ze het Parlement opnieuw onjuist had geïnformeerd. Het enige wat de voorgangers van de huidige roeptoeters hoefden te doen was het oplijnen van informatie uit geloofwaardige mediabronnen. Mediabronnen die zich niet onttrekken aan hun journalistieke verantwoordelijkheid om lezer, luisteraar en kijker nieuws aan te bieden, dat is gebaseerd op neutraliteit of onpartijdigheid. Nieuws dat een onderscheid maakt tussen feit en opinie/waardeoordeel/propaganda. Die mediabronnen zijn weliswaar schaars, kost enig zoekwerk om ze te vinden, maar bestaan nog steeds.

Denkwereld van de moderne politicus

Sinds de eerste Golfoorlog in de jaren ´90 is het merendeel van de politici in navolging van de ideeën van Douhet (de Von Clausewitz van Luchtoperaties) er sterk van overtuigd geraakt dat een crisis in de moderne tijd door luchtstrijdkrachten alleen op een schone, snelle manier kan worden opgelost. Het einde van de burgeroorlog op de Balkan was binnen die context een twijfelachtig succesverhaal. In de verwachting dat de Kosovo crisis op een soortgelijke manier kon worden opgelost, grepen westerse politici direct naar het luchtwapen. Toen het door de enorme bijkomende schade in termen van onschuldige burgerslachtoffers en het beperkte effect op de Servische gevechtskracht, eindelijk duidelijk werd dat luchtaanvallen wel snel, niet schoon, niet effectief en alleen een crisis niet definitief konden oplossen, werd naar plan B gegrepen. Het ontplooien van een sterke grondcomponent. Niet alleen om de Servische politieke kopstukken duidelijk te maken dat het NATO menens was, of om massale mensenstromen in goede banen te leiden, maar vooral om veiligheid te realiseren als essentiële randvoorwaarde voor een politieke oplossing.

Informatie verzameling

Politiek Nederland schrikt vier jaar na de geallieerde aanval op al-Hawija van de informatie dat bij die luchtaanval vermoedelijk 70 burgers de dood vonden. Ik ben niet zo uitgesproken als de media en kopieergedrag vertonende politici. De reden zal verderop in het artikel duidelijk worden.

Al-Hawija lag op het kruispunt van aanvoerroutes naar diverse fronten in Syrië en Irak en was in de Irakees-Syrische zandbak een belangrijk, wellicht zelfs een essentieel logistiek knooppunt in termen van opslag, productie, overslag, doorvoer en aanvoer van troepen, materieel, brandstoffen, munitie en wapens. Van ISIL was toen al bekend dat ziekenhuizen, scholen en openbare gebouwen in bevolkte gebieden werden benut voor productie en opslag van wapensystemen, munitie en explosieven om gebruikmakend van oorlogsrecht en IHL te voorkomen dat westerse grond en luchtstrijdkrachten die plaatsen zouden aanvallen. Het maakte kort gezegd deel uit van zijn operationele strategie. Een aanval op al-Hawija zou daarom altijd resulteren in bijkomende schade, in slachtoffers onder de burgerbevolking. Dat hadden onze politici in 2015 al voor de luchtaanval kunnen weten. Indien dat niet het geval was, verwijt ik hen informatieve luiheid. Dat bewijzen de volgende teksten.

De aanval op al-Hawija maakte deel uit van een operatie bestaande uit 18 luchtaanvallen op 10 Irakese en Syrische plaatsen, waar IS strijders zich verschanst hadden. Behalve in al-Hawija werden in Irak ook Ramadi Sinjar, Tal Afar, Baiji, Kirkuk, Mosul en Fallujah vanuit de lucht bestookt. In Syrië werden de plaatsen Hasaka en Deir Az-Azor onder vuur genomen. Bij die operatie waren gebouwen, gevechtsopstellingen, manoeuvre eenheden, wapensystemen en voertuigen het doelwit en moesten uitgeschakeld, vernietigd worden. In al-Hawija was het doelwit een opslaglocatie, een magazijn dat door ISIL beheerd werd. Volgens bewoners en diverse mediabronnen werden in het gebouw hoofdzakelijk autobommen geproduceerd (VBIED)[2], waren in het gebouw explosieven opgeslagen en bevonden zich in de omgeving van het gebouw gepantserde en ongepantserde voertuigen om die laatste vol te stoppen met IED´s. De productiefaciliteit was de grootste ISIL VBIED fabriek van Syrië en Irak. Het gebouw lag in een bevolkte regio. Een aanval op het gebouw zou inherent burgerslachtoffers kosten, zou volgens ISIL inschatting tot westerse verontwaardiging leiden en de westerse weerstand tegen luchtaanvallen verhogen. In dat geval was ondanks het verlies van de productiefaciliteit, het ISIL doel bereikt.

Na de inslag van het luchtsteun projectiel bevestigde een serie explosies dat zich in het gebouw explosieven (men zegt TNT) opgeslagen waren. Die secundaire explosieven hebben bijgedragen aan de totale vernietiging van de gebouwen in de directe omgeving (benoemd als een industrieel gebied). In krantenberichten gedateerd op 3 juni 2015, werden al tenminste 70 slachtoffers waaronder burgers, gemeld:  “Civilians among at least 70 killed as US coalition envoy says ISIL[3] problem trending towards global implications“. Bewoners en veiligheidstroepen schatten toentertijd dat ongeveer 70 slachtoffers te betreuren zouden zijn: “at least 74 people were killed, among them civilians”. Leden van de stam van Sheikh Anwar al-Asi al-Obeidi die na de ISIL overname van al-Hawija achtergebleven waren, hadden de Sheik gemeld: “a large number of civilians had been killed, and the industrial district resembled the site of an earthquake”. Volgens officiële bronnen werden bij de aanval dozijnen extremisten en een onbekend aantal burgers gedood. Een bewoner informeerde reporters dat de extremisten:” two explosives-rigged tankers were ready…putting the number of people killed at 70, including both militants and civilians”. Die observatie werd ondersteund door een officiële verklaring op basis van de inhoud van de inlichtingen AAR[4] opgesteld. Zoals gebruikelijk groeide het aantal naarmate de jaren verstrek

Uit meldingen van ooggetuigen en officiële berichtgeving wordt in ieder geval duidelijk dat niet zoals in november 2019 door de Nederlandse media wordt gemeld alle 70 slachtoffers burgers zijn. Die informatie weerspreekt ook de teksten van de toenmalige Minister van Defensie. Daarom is het voor mij onbegrijpelijk dat de Minister van Defensie haar excuses heeft aangeboden voor 70 dodelijk getroffen burger slachtoffers.

Antwoorden

  • Werden in het gebouw explosieven gebruikt voor de productie van munitie? Ja.
  • Wisten de omwonenden dat er munitie werd geproduceerd in het bewuste gebouw? Ja.
  • Als ze het wisten, wisten ze dat het gebouw een mogelijk doelwit van geallieerde lucht en grond aanvallen kon zijn? Ja.
  • Als ze het wisten waarom bleven ze wonen in de omgeving van het gebouw beseffende dat bij een luchtaanval bijkomende schade in de vorm van onschuldige slachtoffers het gevolg zou kunnen zijn? Ze werden door ISIL gedwongen om te blijven.
  • Waren alle slachtoffers onschuldige burgers? Nee, het was een combinatie van militanten, burgers die in het gebouw aan de productie van VBIED moesten werken en burgers die in de nabijheid van het gebouw woonden of verbleven.

Incompetent en hypocriet

De tweede Golfoorlog, Bosnië en Kosovo hebben alle onderstreept dat bij inzet van gevechtskracht en zeker luchtplatformen, altijd sprake is van bijkomende schade in de vorm van onbedoelde burger slachtoffers. De vraag is nooit of er slachtoffers vallen, maar hoeveel en in welke categorie: burgers en/of militairen/militanten/strijders. Wanneer politici die realiteit niet wensen te zien en vervolgens de schuldvraag in de zakken van de militair schuiven, bevestigen ze hun hypocriete en zelfs achterbakse karakter.

Alle verontwaardigde politici incl. de Minister-president en de huidige Minister van Defensie konden een paar dagen na de luchtaanval op het gebouw in al-Hajiwa, weten dat er burgerslachtoffers waren te betreuren. Gelet op de operationele visie van ISIL kopmannen, was de vraag niet of ze zouden vallen, maar hoeveel. De toenmalige en huidige Minister van Defensie hadden de hier door mij gestelde vragen m.b.v. informatie uit open bronnen ook in juni 2015 kunnen beantwoorden. Bovendien hadden AID/MIVD die antwoorden desgevraagd kunnen geven. Wanneer die twee inlichtingeninstanties toentertijd in gebreke zijn gebleven, moeten beide inlichtingen organen aan de tand gevoeld worden en kunnen gelet op de politieke lading, ontslagen niet uitblijven.

Wanneer de huidige Minister beweert dat zij pas een aantal dagen geleden op de hoogte is gebracht van burger slachtoffers bij de luchtaanval op al- Hawija, dan zou men haar kunnen betrappen op een leugen. Waarom? Omdat bij haar aantreden haar voorgangster onduidelijk was geweest over de bijdrage van Nederlandse luchtplatformen aan de luchtoperatie op al-Hawjja en over burger slachtoffers. De Media hadden daarover al een paar dagen na de luchtaanval antwoord op gegeven en daarom had ze moeten onderzoeken waarom haar voorgangster het Parlement niet correct had geïnformeerd. Dat heeft ze dus niet gedaan en net als de Minister-president (die weer eens tijdelijk aan selectief geheugenverlies lijkt te lijden) en de rest van de Kamer speelt ze de vermoorde onschuld en vertoont ze uitermate hypocriet gedrag.

Iedere politicus moet nu met de vinger naar zichzelf wijzen en zich een brevet van onvermogen aanmeten. De media adviseer ik om eerst hun journalistieke verantwoordelijkheid te nemen en niet met populair klinkende termen te komen die volledige bezijden de realiteit zijn. De betreffende piloot heeft zijn werk uitstekend gedaan, hij heeft het doel getroffen en uitgeschakeld, precies zoals zijn opdracht luidde. Hem is niets aan te rekenen. Dat hadden Nederlandse mediabronnen al in juni 2015 kunnen berichten en dat hebben ze niet gedaan. Een voorbeeld van incompetentheid.  

Het hele gedoe van een aantal dagen geleden is een misselijkmakende vertoning geweest.


[1] Islamitische Staat in Irak en Levant, dat in 2010 overgaat in Islamitische Staat (IS).

[2] Vehicle-Born Improvised Explosive Device..

[3] Islamitic State of Iraq and Levant later afgekort tot IS.

[4] After Action Report.


.

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

3 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Hans
4 jaren geleden

Goed verhaal!!

r dunki
4 jaren geleden

Het idee dat, tijdens een oorlog, aan de 2e Kamer gerapporteerd zou moeten worden inzake de details van individuele lucht- of grondaanvallen, lijkt mij volstrekt ongerijmd.

Het feit dat (alle) laffe Arabische terroristen zich achter moeders rokken verstoppen is niets nieuws. Al vele jaren geleden zag ik op al Jazeerah opnames van de lancering door Hamas van raketten naar Israel vanaf een dakterras in de Gaza strook, waar de was te drogen hing. Die werd snel terzijde geschoven voor de lanceing van de raketten, waarna een paar minuten later de kinderkleertjes weer aan de lijn hingen te drogen.

Als het laffe Hamas zich van zulke practijken bedient krijgen zij miljoenen en miljoenen steun van Sigrid Kaag. Maar als een ISIS bommenfabriek gepinpoint wordt door de luchtmacht – waarbij eenieder op de hoogte is van de laffe practijken der Arabische terroristen – en de boel vliegt vervolgens de lucht in, wat hebben de geitenharensokken in de 2e Kamer daar dan ueberhaupt over te melden?

Kan iemand mij dat verklaren?

Jean Bevilacqua
4 jaren geleden
Antwoord aan  r dunki

Ik kan dat wel verklaren door te verwijzen naar het UNO handvest waar te lezen staat onder 2.4 :
“All Members shall refrain in their international relations from the threat or use of force against the territorial integrity or political independence of any state, or in any other manner inconsistent with the Purposes of the United Nations”. https://www.un.org/en/sections/un-charter/un-charter-full-text/
Dat houdt in dat Nederland als medeondertekenaar van dit handvest op grote schaal het internationaal recht heeft geschonden door deelname aan de illegale oorlogen tegen Afghanistan, Iraq, Syrie. Lybie en Joegoslavie waar immers geen VN Veiligheidsraadresoluties voorhanden waren die dit geweld legitimeerden. In het geval van Lybie is de VN Veiligheidsraadresolutie opgerekt door de oorlogvoerende partijen omdat de resolutie UITSLUITEND voorzag in een NO FLY verbod maar geenszins in het bombarderen van Lybische regeringstroepen en militaire en/of civiele inrichtingen. Wanneer Nederland pretendeert een rechtsstaat te zijn behorne al diegenen die deze illegale oorlogen bevalen voor het gerecht verschijnen wegens schending van het internationaal recht en het begaan van oorlogsmisdaden. Het feit dat dit niet gebeurt bewijst dat Nederland een dictatuur is waar willekeur troef is. De beginselen van STA_PAL worden met voeten getreden “de eerbiediging en handhaving van onze rechtsorde” is gebral wat nergens praktisch relevantie heeft .