Munitie voor klimaatdiscussies

Onlangs adviseerde James Dellingpole[1] Trump om zich op klimaatgebied te wapenen voor zijn onderhoud met klimaataanhanger Prins Charles. De Prins van Wales die weliswaar geen wetenschapper is, stelt zich net als zijn minder Koninklijke medestanders nogal arrogant op tegenover serieuze burgers die zich niet in de maling laten nemen door feitenloze praatjes van klimaatadepten. Vooral niet door personen van Koninklijken bloede die zich regelmatig in vliegtuig en auto door de te redden wereld verplaatsen. Dellingpole wil Trump (en serieuze klimaatvolgers) wel wat munitie verstrekken voor een discussie met leden van de klimaatbeweging.

Afb: Wikipedia.

Klimaatverandering is een razend ingewikkeld proces en de wetenschap is er nog lang niet uit hoe verschillende (f) actoren in elkaar grijpen en elkaar beïnvloeden[2]. Een deskundige die beweert een echte klimaatwetenschapper te zijn en alle relevante wetenschappelijke terreinen beheerst, bestaat niet. In veel gevallen zijn het aandachtjunks die over de rug van gekwalificeerde wetenschappers ondersteund door een deel van de media en argeloze politici, publiciteit proberen te krijgen, die ze op eigen kracht nooit zouden halen. Wat zij zonder of met niet meer dan een gebrekkig wetenschappelijk oeuvre, van klimaat menen te begrijpen, achten zij relevant. Wat gerenommeerde fysici van soms Nobelprijsniveau en met een grote reputatie wereldwijd te zeggen hebben, wordt door deze lieden weggehoond. Ook Prins Charles weliswaar in het bezit van blauw bloed, is bij lange na geen klimaatdeskundige. Trump zou zich simpel buiten zo´n vruchteloze klimaatdiscussie kunnen houden door te wijzen op het feit dat beiden voor een vruchtbare discussie afhankelijk zijn van soms discutabele informatie bronnen. De munitie die Dellingpole in de loop der jaren verzameld heeft, kan serieuze klimaatvolgers net als Trump bij een discussie over klimaateffecten op weg helpen.

Bij klimaatdiscussies draait het hoofdzakelijk om de schuldige (blanke) mens die verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde, het broeikas effect en de invloed van een groeiende CO2 emissie op die opwarming. Herhaaldelijk wordt echter bevestigd dat de wereld van het klimaatonderzoek al jarenlang bedenkelijk gedrag vertoont. Temperaturen uit vroegere warme perioden worden naar beneden bijgesteld, met als gevolg dat de hoge temperaturen van vandaag uniek lijken in de geschiedenis. Ook worden regelmatig metingen van nu juist naar boven bijgesteld, waardoor het lijkt of metingen en modelresultaten overeen komen. Uit historische data bevestigd door data voortvloeiend uit wetenschappelijk onderzoek, blijkt dat de opwarming van de aarde niet veroorzaakt wordt door de hogere CO2 uitstoot. Er zijn meer actoren die daar debet aan kunnen zijn. Bovendien blijkt dat de invloed van het menselijke gedrag op CO2 uitstoot lang niet zo indringend is als een deel van de traditionele media, linkse politici en activisten willen doen geloven. CO2 maakt slechts 0.0542% van de gassen[3] in de atmosfeer uit en zou (als dat wordt bevestigd door de wetenschap) voor een klein deel de oorzaak kunnen zijn van het broeikas effect. Uit berekeningen blijkt dat de afgifte van CO2 een fractie hoger is dan de opname (98% op 100%) en het menselijke gedrag verantwoordelijk is voor 3,5% van dat 2% verschil. Kortom, wetenschappers bevestigen dat de menselijke invloed op het CO2 gehalte klein is.

Geen geld naar subsidie junks en winstbejag hijgers

Als leuke introductie zou men bij een discussie kunnen wijzen op de geringe invloed van menselijk gedrag op CO2 emissie, het misleidende argument dat CO2 emissie de oorzaak is van opwarming van de aarde en het broeikas effect. Men kan er ook op wijzen dat de uitvoering van het Klimaatakkoord de mondiale temperatuur een kleine 0,0007 graden doet dalen en die daling teniet gedaan zal worden doordat een groot aantal landen op het Afrikaanse, Zuid-Amerikaanse en Aziatische continent zich niet aan de klimaat afspraken van Parijs, Katowici en New York kunnen en willen houden.

Met het argument dat de mens hoofdzakelijk verantwoordelijk is voor de huidige klimaatproblemen onttrekken industrieën, gesubsidieerde activisten, wetenschappers, wetenschappelijke instituten, lobbyisten; op winst jagende industriëlen en politici die niet willen achterblijven, mondiaal ruim $1500 miljard per jaar aan o.m. nationale schatkisten. Gewapend met data uit wetenschappelijk onderzoek kan dat argument ondergraven worden. Die $1500 miljard kan geheel of gedeeltelijk beter besteed worden aan inspanningen die op termijn wel resulteren in het dempen van de effecten van klimaatverandering.

Bijvoorbeeld aan het verbeteren van de wetenschappelijke kwaliteit en in het verlengde de geloofwaardigheid van onderzoekinstanties zoals het U.S. Geographical Survey and the National Climate Assessment of het instellen van een wetenschappelijk geloofwaardig klimaatpanel dat zich o.l.v. een mondiaal erkende wetenschapper als William Happer concentreert op herkenbare, kwantificeerbare klimaatontwikkelingen en diens effecten voor de mondiale flora en fauna. Een deel van dat geld kan ook worden besteed om Björn Lomborg´s[4] schema uit te voeren. Lomborg denkt dat $250 miljard per jaar genoeg is om tastbare effecten van klimaatverandering zoals schaars drinkwater, honger en ziekten aan te pakken[5]. Hoe men ook over de ideeën en voorstellen van Lomborg denkt, hij heeft tenminste een financieel onderbouwd plan. Geld voor de uitvoering van een plan is een betere investering in het heden en de toekomst van de mondiale flora en fauna dan belastinggeld in de zakken laten stromen van subsidieverslaafde wetenschappers en een op winst belust ondernemersgilde. Twee categorieën die zich hoofdzakelijk concentreren op zelfverrijking, continuïteit en overleving.

Onherstelbare schade aan het ecosysteem

Wanneer de discussie over geldbesteding afgesloten kan worden, is het redden van de wereld voor deugmensen een gewild vervolgonderwerp. Opnieuw kan de schuldige mens ten tonele opgevoerd worden. Naast voorbeelden uit ontwikkelende staten zoals Bhopal en Oost-Europese staten zoals  Tsjernobyl, Kaspische Zee, Aral meer, kunnen ook voorbeelden uit West-Europese landen op tafel geworpen worden. Voorbeelden waarin vooral klimaat en milieuactivisten een discutabele rol spelen. De gewenste energie transitie om CO2 emissie en de (niet bestaande relatie met de) opwarming van de aarde te temperen gaat ten koste van het ecosysteem, landschap en verhoogt het ongevallenrisico. Drie kostenplaatsen die angstvallig buiten klimaat en milieudiscussie gehouden worden.

Doordat het noodzakelijke ruimtebeslag voor infrastructuur op zee en land ten koste gaat van natuur en bosgebieden, krimpt het leefgebied van de fauna. Ronddraaiende molenwieken kunnen het leven van vogels en vleermuizen beperken, heien voor turbinebouw veroorzaakt gehoorschade bij zeezoogdieren als bruinvissen en zeehonden en verjaagt delen van de zee populatie uit de natuurlijke habitat. Het geluid van windturbines verstoort hun communicatie, het magnetisch veld dat door het transport van elektriciteit via kabels ontstaat, beïnvloedt de oriëntatie en navigatie van de zeepopulatie. Een ander effect van windturbineparken is het ontstaan van een kielzog (uit satellietbeelden blijkt die tientallen kilometer lang te kunnen zijn) waar de hoeveelheid en sterkte van de wind gereduceerd is en koeling en opwarming veroorzaakt. Het is nu nog onduidelijk wat de effecten voor klimaat, flora en fauna kunnen zijn. Vaak wordt vergeten dat het ongevallenrisico hoger wordt in termen van een verhoogde kans op elektrocutie, valgevaar, beknelling, brandgevaar, vallende rotorbladen, ijsafzetting en erosie.

Het redden van de wereld resulteert in het vernietigen van delen van het ecosysteem en wordt in westerse staten gefinancierd door subsidies die door belasting inkomsten gegenereerd worden. De belastingbetaler is de Sjaak.   

Linke soep

Plastic wordt door de deugende wereldredder misbruikt om fossiele brandstoffen de wereld uit te helpen. Ondanks het onontkoombare feit dat het merendeel van de plastic soep door de derde en ontwikkelende wereld wordt gecreëerd, wijst de deugende mens met een priemende vinger naar het blanke deel van de westerse samenleving. Die is indirect verantwoordelijk voor de plastic soep in rivieren van Afrika, Indisch schiereiland en Zuidoost Azië, op de Atlantische en Stille Oceaan. Als politici de plastic vervuiling willen stoppen, zullen ze een prijs daarop moeten zetten. Het westen en m.n. de USA zal met kennis, middelen en geld op de proppen moeten komen om de plasticvervuilers te helpen om van hun deel van de plastic soep af te komen en zwemmende en vliegende fauna te redden. Patrick Moore[6] (1947) die uitermate goed is ingevoerd in die materie, kan bruikbaar advies geven. De relatie met energietransitie is voor de gewone weldenkende mens, absoluut onduidelijk.

Stervende bomen

Zijn deugmensen als Prins Charles begaan met het lot van bomen? Natuurlijk zijn ze dat. Bossen en (oer)wouden vertegenwoordigen 90% van de mondiale biomassa en verdienen een goed onderhoudsbeleid om bosbranden, afsterving en illegale houtkap te voorkomen. Op dit moment is het mismanagement van bossen en (oer)wouden werkelijk stuitend en resulteert bijvoorbeeld in verschrikkelijke bosbranden in Californië en erosie in het Amazone gebied en op Borneo. Daarom moet een evenwichtig en praktisch houtbeleid, een silvicultuur[7] nationaal, regionaal en liefst mondiaal op elkaar zijn afgestemd en doorgevoerd worden. Juichend hebben klimaatkneuzen het gebruik van biomassa verwelkomd. Vergeten wordt dat er hout nodig is voor de productie van pellets voor die biomassa en die behoefte resulteert in stevige houtkap in het Amazone gebied, dichtbegroeide eilanden in Indonesië, Scandinavië. Houtkap wordt ook toegepast om door activisten en politici gewenste (vaak mislukte) biodiversiteit te creëren. Gezonde en uitgestrekte bossen en (oer) wouden zijn essentieel om de totale uitstoot van broeikasgassen te beperken door het vastleggen van CO2[8]. Wat wordt het gezonde bossen en (oer) wouden of het enthousiasmeren van het gebruik van biomassa?

Nep is en blijft nep

Samenlevingen hebben de keuze tussen het volgen van een onvolwassen enigszins autistische puber die zegt koolstof of zoiets te kunnen zien en als spreekbuis wordt misbruikt door klimaatactivisten en milieu lobbyisten of erkende wetenschappers die op basis van data en feiten de wereld om ons heen op een neutrale manier beschouwen en in het verlengde daarvan de mens waarschuwt en adviseert hoe het/de mondiale klimaat, flora en fauna het beste op een praktische en haalbare wijze bediend kunnen worden?

Laten we volgende generaties hersenspoelen door hen voor te spiegelen dat zij geen toekomst hebben als de wensen van de klimaat – en milieu maffia niet worden gerealiseerd  of vertellen we hen de waarheid over de opwarming van de aarde? Reiken we hen pessimisme en doemdenken aan of geven we hen een optimistischere kijk op hun eigen toekomst?

Willen samenlevingen zich laten leiden door de woorden van charlatans die inspelen op de angst van de gewone burger om hem en haar geld uit de beurs te stelen of door de wetenschap? Als die laatste de sturende factor moet zijn, dan wordt het tijd dat mensen met een klimaat tunnelvisie de mond worden gesnoerd, bewezen wordt dat klimaatdoemdenken net als Russiagate een trieste vorm van nepnieuws is en anti-alles personen als Alexandria Ocasio-Cortez en Greta Thunberg op basis van een ongepaste arrogantie en  onderbuikgevoelens een angstideologie de wereld insturen?


[1] James Mark Court Delingpole is een Britse schrijver, journalist en columnist die artikelen geschreven en gepubliceerd heeft in o.m. Daily Mail, Daily Express, The Times, The Daily Telegraph, The Spectator en Breitbart.

[2] Klimaat is een uitermate ingewikkeld fysisch-chemisch systeem en voor het begrip van hoe het klimaat zich gedraagt en ontwikkelt zijn nogal wat vaardigheden nodig. Een onvolledige lijst zou in elk geval de subdisciplines thermodynamica, statische fysica, atmosferische chemie en fysica, statistiek, oceanologie, geologie, glaciologie, dendrologie, moleculespectroscopie, archeologie, modellering van complexe systemen, en dateringtechnieken omvatten.(Kees de Lange, februari 2019).

[3] 95% van het broeikas effect is waterdamp en veruit het belangrijkste gas.

[4] Deens politicoloog, statisticus, publicist; adjunct-professor aan de Kopenhagen Business School en directeur van het Kopenhagen Consensus Center (2002), een denktank die de effecten van inzet voor verschillende goede doelen (zoals ziektebestrijding, schoon water of klimaatverandering) welvaartseconomisch kwantificeert.

[5] $ 100 miljard voor onderzoek naar schone energie; $ 30 miljard voor het verbeteren van kusten; $33 miljard voor het verbeteren van de mondiale gezondheid; $32 miljard voor de bestrijding van honger; $10 miljard voor schoon water en aanleg en onderhoud van riolering; $ 22 miljard voor onderwijs; $ 6 miljard om rivieren te verbeteren tegen plotselinge extreme waterstanden en $1 voor het toetsen en testen van aardwarmte voorstellen.

[6] Een van de oprichters van Greenpeace, heeft zich een aantal jaren geleden gedesillusioneerd teruggetrokken uit de beweging en is nu een van de felste critici. Met de oppositie van Greenpeace tegen betaalbare energie op basis van fossiele brandstoffen en genetische modificatie belemmert deze milieubeweging volgens Moore de welvaartsverhoging en armoedebestrijding in grote delen van de wereld. Het aantal slachtoffers loopt in de miljoenen, zo niet honderden miljoenen. Het gaat dan om mensen die leven in voortdurende armoede met alle ontberingen die daaruit voortvloeien, zoals een kortere levensverwachting en vroegtijdig overlijden aan vermijdbare ziekten.

[7] Afkomstig van het Latijnse silvi of woud: het controleren en sturen van groei, samenstelling, gezondheid en kwaliteit van bossen en (oer) wouden om voortdurend resp. blijvend te kunnen beantwoorden aan de diverse behoeften en waarden van flora en fauna die voor hun bestaan afhankelijk zijn van de betreffende bossen en (oer)wouden. 

[8] Zie artikel “Met beter bosbeheer zou Nederland veel meer CO2 kunnen compenseren”(augustus 2018) over bosexpert Gert-Jan Nabuurs hoogleraar Europese bossen aan de Wageningen Universiteit, een van de schrijvers van het bosbouwhoofdstuk in het vierde klimaatrapport (2007) van IPCC en hoofdauteur van het hoofdstuk landbouw en bosbouw van het zesde IPCC-rapport, dat in 2021 klaar moet zijn.


.

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties