Opstand in het Noorden!

“Actievoerders tegen windmolens radicaliseren steeds meer. Die zorg uit de NCTV in de laatste analyse over terroristische dreigingen in Nederland. Bestuurders, bedrijven en boeren hebben steeds vaker te maken met bedreigingen, intimidatie en vernieling”, zo meldde de website van De Telegraaf op 10 september 2018.

Afb: wikipedia / Anjo Kan.

Dit was een opvallende passage in het rapport Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland, de analyse die de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) elk kwartaal maakt. Vooral in Drenthe en Groningen neemt het protest tegen windmolens in sommige gevallen buitenwettelijke vormen aan, aldus de NCTV. De instantie die zich normaal gesproken in eerste instantie richt op bestrijding van ideologisch – en dus ook religieus – gestoeld terrorisme, maakt zich zorgen over de verharding van het protest tegen windmolens en meldt daarom: “Hoewel een klassieke ideologie bij het buitenwettelijk verzet tegen windmolens ontbreekt, is het gelet op de politieke doelen, wel degelijk als extremisme te omschrijven.”

Op 27 maart maakte het Dagblad van het Noorden bekend dat directeur Ben Timmermans van wegenbouwbedrijf Avitec infra & milieu uit Nieuw-Buinen uit Windpark De Drentse Monden en Oostermoer stapt uit vrees voor aanslagen op zijn bedrijf en familieleden. Hij had op zijn bedrijf per post een dreigbrief ontvangen, waarin stond: “Dat wat U in 20 jaar heeft opgebouwd, gaan wij zorgvuldig afbreken en daar nemen wij alle tijd voor. Als u uw onderneming voort wilt zetten, stopt u de werkzaamheden voor windboeren en dat binnen één week. Zo niet? dan is uw onderneming niet meer levensvatbaar.” De 150 personeelsleden zouden vervolgens door Timmermans op de hoogte worden gebracht van zijn beslissing om zich terug te trekken van het Drentse project. Het bedrijf werd vorig maand al op de korrel genomen door activisten, die op een bouwlocatie in Delfzijl van het bedrijf asbest dumpten.

De politie en Openbaar Ministerie hebben inmiddels een onderzoek opgestart naar de dreigbrieven die door windmolenactivisten naar ondernemers en ook Provinciale Staten in Groningen zijn verstuurd. Dat laatste houdt verband met de geplande aanleg van een ander groot windpark langs de N33, in de buurt van Meeden. In de brief aan GS wordt gedreigd met ontwrichtende acties, niet alleen in het Noorden, maar ook in de Randstad. Een team van twintig rechercheurs doet het tactische onderzoek, ondersteund door maar liefst een zeventigtal politiecollega’s. In de brief dreigen de actievoerders het verkeer op de Groningse Zuidelijke Ringweg, maar ook op belangrijke knooppunten in de Randstad te verstoren en daardoor een complete chaos te creëren en hebben aangekondigd: “Als dit voornemen niet teruggedraaid wordt, zien wij ons genoodzaakt de verzetsdaden tegen windparken in Groningen en Drenthe naar een nog hoger niveau te brengen.”

De briefschrijvers schrijven niets te verliezen te hebben: “In uw ogen zijn wij terroristen. Wij vinden van niet. Wij zijn verzetsmensen. Dat waren wij niet. Wij waren gewone burgers. Maar die zijn bedrogen door boeren en bestuurders. Wij gaan door tot de windparkplannen van tafel zijn, want wij realiseren ons dat wij zoveel te verliezen hebben en dat we daardoor niets meer te verliezen hebben.”

Officier van Justitie Stoffels noemt de bedreigingen die worden verstuurd door de activisten totaal onacceptabel: “Mensen vinden overal wat van. En dat mag in dit mooie land. Maar er zijn spelregels, rechtsmiddelen en er is een wettelijk demonstratierecht. Maar bedreigingen zijn zodanig over de grens, dat is bijzonder kwalijk, daar treden we hard tegen op.”

En hiermee raakt de OvJ aan de kern van het probleem: de rechtsstaat, of beter gezegd: wat daarvoor nog moet doorgaan.

Er is een aantal zaken die in deze kwestie naar mijn mening een zeer belangrijke rol spelen. Om te beginnen is de provincie Groningen sinds de ontdekking van de gasbel bij Slochteren in 1959 misbruikt als wingewest; er is voor honderden miljarden aan opbrengsten uit de bodem gehaald, maar nu de halve provincie op instorten staat, geeft de Staat niet thuis en worden de benodigde herstel- en verstevigingsoperaties gesmoord in ellenlange procedures en oeverloos gezwam daarover. De bewoners van Groningen kunnen daarbij geen kant uit: hun woningen zijn veranderd in bouwvallen, waar hypotheken op rusten, maar die niemand vanwege de huidige staat meer zal kopen en dus raken ze er niet vanaf en komen de bewoners de regio niet uit. Hun situatie is een vicieuze cirkel, of erger nog: een negatieve spiraal. De regio behoort tot de armste van Nederland ondanks de bodemschatten en kent een procentueel hoge werkloosheid.

Daarnaast worden grote delen van de regio inmiddels vanwege de heersende klimaathysterie volgebouwd met windturbines en zonneparken. De bewoners willen dat niet en hebben procedures aangespannen om dat tegen te houden. Dan begint het juridische steekspel, dat begint met bezwaarprocedures en uiteindelijk eindigt bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, die dan meestal kortweg zegt: de procedures kloppen en zijn volgens de vigerende regels aangelopen, dus zijn de bezwaren ongegrond.

Ja, dat klopt. Tenminste: als je alleen kijkt naar de juridische aspecten. Maar hebben juridische aspecten dan een prerogatief..?

Ik vind van niet.

Er zit namelijk een aanmerkelijk verschil tussen de dode letters van de wet en rechtvaardigheid. Dat iets mág, wil dus nog niet zeggen dat het daarom dan ook maar móet. Door zich te verschuilen achter juridische procedures, die louter bestaan uit dorre regels bedacht door dorre ambtenaren, worden wind- en zonneparken door belanghebbenden en overheden botweg doorgedrukt in regio’s waar de bewoners totaal niet op dergelijke horizonvervuilers zitten te wachten, laat staan of ze daar überhaupt benodigd zijn. Het rendement van wind- en zonneparken is tot op de dag van vandaag op zijn zachtst gezegd discutabel en het volplempen van landschappen met dergelijke lapmiddelen als feelgood-triomfbogen voor klimaat- en milieugekkies valt wellicht juridisch te onderbouwen, maar vallen realistisch, technisch en emotioneel gezien níet te rechtvaardigen.

Laat ik over één ding duidelijk zijn: bedreigingen en geweld vallen onder geen beding goed te keuren. De Groningers zijn echter al sinds 1959 bedrogen en hebben nooit meegeprofiteerd van de opbrengsten van hun bodemschatten en tot overmaat van ramp wordt het Groningse en ook het Drentse land nog meer verwoest door de aanleg van wind- en zonneparken. De bewoners van de regio kunnen zoals hierboven reeds gesteld geen kant uit, kunnen evenmin wegkomen uit hun weinig benijdenswaardige situatie en hebben daarom niks meer te verliezen. Dat er vervolgens door hen naar zwaardere maatregelen gegerepen wordt, is misschien voor juristen niet acceptabel, maar valt wèl te begrijpen, en misschien zelfs wel te rechtvaardigen.

Zoals de tekst op het Verzetsmonument van Oostzaan al zegt:
“Waar recht tot onrecht wordt, wordt verzet tot plicht”.


.

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties