De ‘Stille Genocide’ op West-Papoea

Als er íets is wat onze zelfbenoemde mensenrechtenactivisten en alle andere categorieën Gutmenschen zou moeten aanspreken om eens wat meer de aandacht op te vestigen, dan is het wel de ‘Stille Genocide’ die in de voormalige Nederlandse kolonie West-Papoea door Indonesië wordt gepleegd. Het fenomeen doet in ieder geval zijn bedenkelijke naam alle eer aan: er wordt, net als aan de Plaasmoorde in Zuid-Afrika, hoegenaamd geen aandacht aan besteed en dat, terwijl het hier juist de inheemse Papoea’s betreft en geen blanken.

De eerste president van Paoea: Marcus Kaisiepo (1975). Afb: wikimedia-commons.

Een klein stukje achtergrond: de westelijke helft van het eiland Nieuw-Guinea, dat nu West-Papoea genoemd wordt, kwam in 1660 onder gezag van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). In 1898 werd het eiland gedurende de periode van het imperialisme door Nederland gekoloniseerd en ging het deel uitmaken van Nederlands-Indië. In 1942 werd Nederlands-Nieuw-Guinea door Japan bezet, waarbij moet worden opgemerkt dat de Japanners zich niet diep in de binnenlanden waagden. Toen Soekarno en Hatta op 17 augustus 1945 eenzijdig de Republiek Indonesië uitriepen na de Japanse capitulatie, kwamen grote delen van Java en Sumatra onder het gezag van de nationalistische opstandelingen, wat door Nederland werd beantwoord met de politionele acties. Dit gold echter niet voor de westelijke helft van het eiland Nieuw-Guinea, dat onder Nederlands bestuur bleef.

Vanaf de jaren ‘50 begon de Nederlandse overheid met de voorbereidingen voor de onafhankelijkheid van Nederlands-Nieuw-Guinea. Er werd opdracht gegeven een volkslied te componeren, een nationale vlag te ontwerpen – de fameuze Morgenstervlag – en er werd een autonome Papoea-regering opgezet. Op 1 december 1961 werden deze feestelijk geformaliseerd. Indonesië beschouwde Nederlands-Nieuw-Guinea echter als een onderdeel van Indonesië en begon in 1961 een militaire operatie om het gebied in te nemen, wat werd beantwoord met het zenden van Nederlandse troepen naar Nederlands-Nieuw-Guinea, waaronder het mislukte vlagvertoon met het vliegdekschip Karel Doorman. Dit vond plaats tijdens een van de dieptepunten van de Koude Oorlog, waardoor de oplopende spanningen ook internationaal veel aandacht trokken. Vooral de VS was bevreesd dat Indonesië steun zou zoeken bij de Sovjet-Unie. Die vrees was niet ongegrond, want Jakarta onderhield warme banden met Moskou.

In 2000 meldde het Algemeen Dagblad dat er in 1962 tijdens de militaire operaties een Sovjet-vlooteskader 30 mijl uit de kust van Nederlands-Nieuw-Guinea op een seintje van Jakarta lag te wachten. Het heeft er alle schijn van dat de Amerikanen, en ook prins Bernhard, hiervan geweten hebben. De rol van prins Bernhard in het opgeven van Nederlands-Nieuw-Guinea is op zijn zachtst gezegd nooit geheel onbesproken geweest: vele veteranen voelden zich door hem verraden en het heeft hem bij de krijgsmacht veel krediet gekost. Het betreffende artikel werpt echter een geheel ander licht op die kwestie en daarnaast mag zeker niet uit het oog worden verloren dat de spanningen tussen de VS en de Sovjet-Unie in dat jaar toch al torenhoog waren. De Cubacrisis is daar eveneens een exponent van.

Overigens hadden Amerikaanse beleggers kort daarvoor een groot aandeel in de natuurlijke rijkdommen van het eiland bemachtigd. Dit was voor de Amerikanen reden genoeg om een overeenkomst af te dwingen, waarbij Nederland moest vertrekken, waarna de soevereiniteit van Nieuw-Guinea aan de VN zou worden overgedragen. Dit werd ook uitgevoerd, maar tot ontzetting van zowel Nederland als de Papoea’s werd die soevereiniteit een jaar later, in 1963, door de VN aan de Republiek Indonesië overgedragen. Indonesië kreeg vervolgens van de VN de opdracht om een referendum te houden over de toekomst van het westelijke deel van het eiland, dat in 1969 plaats zou moeten vinden: de zogenaamde ‘Act of Free Choice’. Maar in plaats van het organiseren van een referendum waar alle inwoners een stem zouden kunnen brengen, koos men  ervoor om een raad van 1026 tribale leiders te selecteren uit de toen 800.000 zielen tellende bevolking. Zij zouden namens alle Papoea’s beslissen of de bevolking onderdeel zou worden van Indonesië, of dat het als onafhankelijk land verder zou gaan.

In plaats van toezicht uit te oefenen op vrije en eerlijke verkiezingen, keek de VN toe hoe Indonesië de stemming manipuleerde en stelde dat de Papoea’s te primitief waren om met democratie om te gaan. De kiesmannen werden omgekocht en anders werd er wel gedreigd dat de militairen hun families zouden vermoorden als zij tegen Indonesië zouden stemmen. De kiesmannen kozen dan ook unaniem om deel van Indonesië te blijven. Ondanks protesten van de Papoea’s, een kritisch verslag door een VN-autoriteit en de veroordeling van het referendum in de internationale media, heeft de VN het resultaat goedgekeurd. De Papoea’s voelden zich bedrogen, en beschreven de raadpleging van 1969 als een ‘Act of No Choice’. De legitimiteit van het referendum werd ook bekritiseerd door de weinige internationale waarnemers die op dat moment aanwezig waren, evenals mensenrechtenactivisten en juridische experts in zowel Indonesië als het buitenland. Toch stelde de VN slechts dat zij ‘nota had genomen’ van het ondemocratische proces van de volksraadpleging. De Indonesische soevereiniteit over West-Papoea werd dus de facto erkend.

Meteen na de feitelijke annexatie kwamen de Papoea’s in verzet tegen de Indonesische overheersing en de manier waarop hun recht op zelfbeschikking hen was ontzegd. Indonesië reageerde hierop met geweld en onderdrukking. Deze misstanden, en het verzet daartegen, duren tot op de dag van vandaag voort. De mensenrechten worden derhalve al decennialang geschonden. Sinds de annexatie in de jaren ’60 zijn er als gevolg van de feitelijke bezetting al ruim 400.000(!) Papoea’s omgekomen. Via uitgelekte bronnen werd oktober 2011 zelfs als ‘de meest bloederige maand’ bestempeld. Alleen al op het hijsen van de Morgenstervlag staat 15 jaar gevangenisstraf. Vredelievende demonstraties worden gewelddadig neergeslagen. Arrestaties, moordpartijen en martelingen komen dagelijks voor. Papoea’s die beelden naar buiten proberen te brengen, verongelukken op mysterieuze wijze of worden gemarteld. Er wordt zelfs gewag gemaakt van vergiftiging van drinkwater. Als buitenlandse journalist kom je het land niet in en zowel toeristen als mensenrechtenactivisten worden gedwarsboomd. De Indonesische regering doet er alles aan om de verschrikkingen te verbergen.

De Nederlandse politiek doet weinig tot niets om het onrecht recht te zetten, en dat terwijl zij zich zo vaak met krokodillentranen uitspreekt over andere conflicten en mensenrechtenschendingen. Júist door het koloniale verleden en de goede verstandhouding met de Papoea’s zou men toch mogen verwachten dat ze zich er nogmaals over buigt, maar het blijft ijzingwekkend stil en men doet zijn best om Indonesië te behagen[i], terwijl West-Papoea intussen steeds verder wordt gejavaniseerd en – jawel – geïslamiseerd[ii]. Er zijn voor dat doel tienduizenden Indonesische soldaten in West-Papoea gestationeerd.

Recentelijk is een aantal gedetailleerde rapporten vrijgegeven, waarin zware kritiek wordt geuit op het optreden van Indonesië, de VN en haar lidstaten gedurende deze periode. In de Nederlandse media en politiek is hier totaal geen aandacht aan besteed. Het wordt de hoogste tijd, dat daar eens verandering in gaat komen en dat deze wantoestanden aan het licht worden gebracht. Daarnaast zou het aanbevelenswaardig zijn om meer aandacht te besteden aan Nieuw-Guinea dag op 1 december[iii].

—————————————————-

[i] Zo werd in 2014 het dragen van de Morgenstervlag in het défilé van de Nederlandse Veteranendag in Den Haag verboden. Op het Malieveld zijn nimmer zoveel Morgensterren te zien geweest…

[ii] Het mag als bekend worden verondersteld dat ook Indonesië, het grootste moslimland ter wereld, in hoog tempo aan het radicaliseren is. Zo meldde The Guardian nog afgelopen weekend “Indonesia girl jailed for abortion after being raped by brother”.

[iii] 1 December verwijst naar die datum in 1961, toen Nederlands-Nieuw-Guinea haar eigen volkslied, vlag en autonome regering kreeg.

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Vincent van der palen
4 jaren geleden

Ik vind het heel goed dat dit aan het licht wordt gebracht en vind alsnog dat nieuw Guinea een eigen vlag, volkslied en autonome regering moet krijgen en de Verenigde Naties moet daarbij helpen.
Zeg nee tegen geweld en onderdrukking.